De affiche van Tobback

Koningin Beatrix weigerde hem de hand te schudden. In een quasi-autobiografie verdedigt de Nederlandse socioloog Pim Fortuyn zijn controversiële standpunten. Een boek om heftig neen, maar ook enthousiast ja tegen te knikken.

Als je je geliefd wil maken bij de omvangrijke hoofdstroom in de Lage Landen, moet je het werk van Pim Fortuyn oppervlakkig lezen en hard tegen hem schelden. Hij schrijft immers balorige betoogboeken die zich met geen zier bekommeren om de gacanoniseerde political correctness. Vroeger kreeg je dan een radicaal links brandmerk, nu drijft de goegemeente je al gauw in de akelige hoek van extreem rechts. Bijwijlen gaat het daarbij nochtans om dezelfde essentiële thema’s: het verdedigen van democratische principes, emancipatorische ijver en culturele waarden. Het gaat dus niet bepaald om een gedachtegoed dat thuishoort in een eng milieu, maar hoe maak je dit duidelijk voor je van het podium gescholden wordt? Fortuyn klom dan maar op de zeepkist. Hij schreeuwt nu zo luid en provocant, dat hij wel reacties moet oproepen. Die houding snijdt aan beide kanten. Ze jaagt de oplage van zijn (vele) boeken ongetwijfeld de hoogte in, maar verdrijft hem uit de cenakels waar hij een directe impact zou kunnen uitoefenen. Zelfs in het academische milieu is de gewezen hoogleraar een paria geworden. De eenzaamheid en de frustratie van de hofnar kan niet veraf zijn. Er is slechts één lichtpunt: deze hofnar krijgt niet eens een hand van de premier en de koningin. Dit kan alleen maar betekenen dat ze zich geraakt voelen door zijn vrank en vrij optreden. (Of heeft hun cynische pr-apparaat hen alleen maar ingefluisterd dat het meer aanzien oplevert hem te jennen?)

BELGIË?

Fortuyn maakt het zijn tegenstanders soms ook al te makkelijk. Babyboomers zal de controverse alleen maar aanpoken. Dit nieuwe boek deed hij zichzelf cadeau voor zijn vijftigste verjaardag. De ondertitel, Autobiografie van een generatie, klopt slechts gedeeltelijk. Hij schrijft de kroniek van de Nederlandse generatie die tussen pakweg 1946 en 1956 geboren is. Maar omdat hij steeds uitgaat van zijn eigen belevenissen, schildert hij op de eerste plaats een zelfportret. Daarin gaat hij erg ver. Hij geeft een mentale, maar even goed een bijna letterlijke striptease ten beste. Naast zijn academische loopbaan, zijn zakelijke beslommeringen en zijn maatschappelijke opvattingen, geeft hij ook zijn afkomst, zijn intieme leven en homoseksualiteit bloot, tot op het gênante af.

Zijn maatschappelijke optreden begon Fortuyn vreemd genoeg als een sterk geëngageerd katholiek student. Hij kwam uit een gezin met zes kinderen, waarvan de vader (een handelsreiziger in papierwaren) evolueerde van gematigd tot radicaal katholiek. Toen hij thuis zei homo te zijn, werd de zoon prompt aan de deur gezet. Het geloof keerde hij de rug toe en hij klom op in de sociaal-democratische PvdA. Zijn botsingen met de top maakten hem echter tot persona non grata en leveren nog steeds een griezelige haatcampagne op. Ook de huidige premier Wim Kok lust hem rauw. Deze aandacht blijkt wederzijds. Momenteel wordt Fortuyn in ultraliberale hoek gesitueerd, maar dat plaatje is niet helemaal correct. Sinds zijn vorige boek, Tegen de islamisering van onze cultuur, wordt hij zelfs bij extreem rechts ingedeeld, maar dit klopt al helemaal niet en bevestigt dat velen roepen zonder zijn werk gelezen te hebben.

In Babyboomers zadelt Fortuyn zijn stokpaardjes. Hij trekt van leer tegen het Ons Soort Mensen-gekonkel en de mossels, fossielen en andere dinosaurussen in het Nederlandse bestel. Vaak lijkt het erop dat hij de Belgische politieke zedenverloedering aanklaagt, maar hij heeft het wel degelijk alleen over onze noorderburen. Blijkbaar zijn ze er lang niet zo anders dan dat smoezelige Belgische huishouden, waar ze zich zo hautain boven verheven voelen.

POLDERMODEL.

Het bejubelde poldermodel bejegent Fortuyn voorzichtig tot sceptisch. Niet de huidige premier Kok is overigens de auteur ervan, maar zijn voorganger Ruud Lubbers. “Het paarse kabinet plukt de vruchten van zijn stug volgehouden ombuigings- en herstructureringsbeleid.” Hij vindt de sanerigen te matig, meent dat ze “onvoldoende zullen blijken op het moment dat er economisch gezien een klein beetje tegenwind is.”

Fortuyn kampt met het onbegrip waarop zovelen stuiten die de kern van de verzorgingsstaat willen vrijwaren door ze lichter te maken. We moeten enkele stappen terugzetten om straks het kaartenhuis niet te laten ineendonderen. Maar dan moeten ingrepen volgen die onpopulair zijn én vooral het apparaat raken dat alleen aan zichzelf denkt. Niet het belang van de kansarmen en de werklozen wordt gediend, maar van de gevestigde groepen, zo betoogt Fortuyn. Wie zoiets verkondigt, krijgt in België een affiche met de kop van Tobback en de slogan Uw pensioen als antwoord. In Nederland is dat niet anders. De verstatelijkte charitas houdt op de eerste plaats zichzelf in stand.

Pim Fortuyn, Babyboomers. Bruna, 334 blz., 795 fr.

LUC DE DECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content