Dandy

Ondanks de populariteit van de SUV blijft het C-segment heel belangrijk voor veel constructeurs. Het is een felbevochten categorie in de autobranche. In die groep zitten behoorlijk wat vaste waarden, zoals de Volkswagen Golf, de Opel Astra, de Peugeot 308 en de Ford Focus. Kortom: het is een moeilijk clubje om in te raken.

Hyundai, dat de ambitie heeft een van de grootste autoconstructeurs te worden, probeert zich stevig in dat segment te settelen met een divers aanbod – of anders gezegd: een waaier aan afgeleide versies. In 2016 lanceerde het zijn nieuwe i30, waarvan de vormgeving meteen doet denken aan de Peugeot 308. Begin vorig jaar volgde de break, die bij Hyundai Wagon heet. Later in 2017 kwam de i30n, de hypersportieve versie waarmee liefhebbers in het weekend ook op een circuit kunnen scheuren.

Begin dit jaar kwam daar de Fastback bij. Noem hem gerust de dandy van de familie: een wagen die heel erg bezig is met zijn looks. Met zijn vier deuren en zijn coupéachtige lijn benadert de i30 Fastback de heerlijk sierlijke lijn van de Mercedes CLS, destijds de eerste vierdeurscoupé die op de markt kwam. Die kreeg sindsdien een kleinere broer, de CLA, en hij werd nagevolgd door de andere premiummerken, met de Audi A5 en A7 en de BMW 6 Gran Coupé, terwijl Volkswagen zijn Arteon heeft. Maar de massaconstructeurs volgen niet meteen. Hyundai nu dus wel, maar dan wel met een model dat een homp kleiner is dan de vermelde wagens.

We reden met de 1.4 T-GDi, een aangename benzinemotor die nooit de indruk wekt dat hij heel krachtig is, maar die toch mooi in minder dan 10 seconden vanuit stilstand naar 100 kilometer per uur kan sprinten. Samen met een onderstel dat comfort op minder goede wegen weet te combineren met een dynamisch bochtenwerk, zorgt dat voor een uitstekend rijgevoel, dat zelfs nog iets leuker is dan in de gewone i30. Het normverbruik haalden we niet, maar met een benzinemotor is dat volstrekt normaal.

Voor zijn prijs is de i30 Fastback standaard goed uitgerust. De koffer heeft een volume van 450 liter, wat behoorlijk is in het C-segment. Maar de passagiers achterin zijn het beste niet te groot. Niet alleen is de beenruimte niet riant, de glooiende achterkant van het dak kost toch wel wat hoofdruimte.