Crisis in Utopia
Nooit was Holland zo mooi: weidse polders, molenwieken, begroeide duinenruggen, de aanrollende zee als een spiegelbeeld van de mateloze hemel vol jagende wolken. Fietsers zweven om me heen als gierzwaluwen, dag, hoi, doeg! Onderzoek heeft uitgewezen dat Nederlanders tevreden zijn, met dit landschap voor ogen wil ik het best geloven, maar toch kankeren onze noorderburen bij het leven, en ‘s avonds treden de politici scherpgebekt voor de camera’s om elkaar met cijfers om de oren te slaan: hoeveel moet er worden bezuinigd, en wie gaat er opdraaien voor de crisis?
Dat is de hamvraag, ook in het dierbare vaderland, waar de politici eveneens in de arena treden voor de verkiezingen. Ik zap van hier naar daar, alsof ik de zeven verschillen moet zoeken. Het gaat van 29 miljard euro voor Nederland, 42 miljard euro voor België, Frankrijk en Duitsland doen er nog een schep bovenop, van 45 miljard tot 80 miljard euro. Het duizelt een mens bij zulke bedragen. In mijn hoofd zeurt een volksdeuntje: “Wie gaat dat betalen, wie heeft zo veel geld?”
Bij de televisiedebatten is ook de lichaamstaal belangrijk, vandaar dat de meeste politici een mediatraining hebben gekregen, wat niet altijd een voordeel is. Het debat lijkt te veel op een televisieshow. Terwijl verbaal de degens worden gekruist, blijven de onderliggende vragen van de kiezers dezelfde: deugt deze man of deze vrouw, hoeveel van hun beloftes denken zij te kunnen verwezenlijken? De Nederlandse premier, Jan Peter Balkenende (CDA), bleef met tegenwind stoer fietsen, maar hij moest het afleggen, alle regeringspartijen in Europa doen het slecht. De vlot pratende, een tikje gladde Mark Rutte (VVD), moet nu beslissen of hij met Geert Wilders (PVV), die na de grote winst van zijn anti-islampartij niet meer zo snauwerig is, verder wil. Of met Job Cohen (PvdA), de niet zo vlot pratende maar vertrouwen uitstralende politicus, die een sociaal gericht programma verdedigt. Wordt het rechts-conservatief of paarsgetint, met een bypass van Groen Links, van Femke Halsema, die altijd onderlegd redeneert? Als ik haar zie, denk ik onwillekeurig aan Marianne Thyssen (CD&V), die bezuiden de grote rivieren ‘op z’n vrouwtjes’ de kastanjes uit het vuur moet halen. Na drie onverkwikkelijke regeringsjaren, met aanslepende gemeenschapsproblemen en een bankencrisis, staat ze tenger en verbeten tegenover Bart De Wever (NVA), een politiek zwaargewicht, die belooft het land – of in ieder geval Vlaanderen – uit de impasse te halen.
Nederland heeft problemen met de migratie, wat samen met de gehavende economie, ook een Europees probleem is. Ook België lijdt onder de crisis, en heeft daarbovenop een grote staatsschuld. Ons land is bovendien verdeeld in een links Wallonië, en een rechts Vlaanderen, plus een Brussels gewest, met een hoofdstad voor België, Vlaanderen en Europa. Geen eenvoudige puzzel! En dan vergeet ik de Duitstalige landgenoten nog. Wat de verdeeldheid betreft, hebben alle politici boter op hun hoofd. Het machtsspel verleidt tot onhoudbare stellingnames, maar de verantwoordelijkheid van de Franstalige partijen, die bij elk voorstel tot staatshervorming gingen dwarsliggen, is overweldigend.
Bart De Wever en Elio Di Rupo zijn aan zet. Het is een surrealistisch koppel, zo Belgisch als het land. Mogen zij slagen in het opzet om de staat beter te laten functioneren, en niet als in een selffulfilling prophecy bewijzen dat niets nog werkt. Mislukken is geen optie, de toekomst van het land staat op het spel. In de Nederlandse verkiezingen ontbrak de Europese dimensie, maar Bart De Wever poseerde met hooggeheven en gebalde vuisten triomfantelijk voor de vlag van de Europese Unie, minus een ster, die was vervangen door de Vlaamse leeuw. Maar wat betekent een klein gebied in het grotere geheel van de EU? Het is heus niet zo dat alle entiteiten van Europa vrolijk volksdansen onder de Europese paraplu. De grotere landen, Duitsland op kop, voeren de boventoon, maar willen wij Brussel ruilen voor Berlijn?
Vanaf 1 juli is België voorzitter van de raad van de EU, onze kans om te tonen waarin een klein land groot kan zijn. Onze noorderburen zal het ondertussen een zorg wezen, het hele landschap kleurt oranje, leeuwenvlaggetjes wapperen in de straten, het gezoem van de vuvuzela jaagt de kikkers op de vlucht. Solidair supporter ik mee, maar in de bibliotheek van het dichtershuis waar ik verblijf, vind ik een boek met een intrigerende titel: ‘Crisis in Utopia’ van Peter Munch. Het gaat over de bewoners van een klein eiland in de Stille Oceaan, Tristan de Cunha. Zij zijn daar in hun zoektocht naar een betere wereld terechtgekomen en houden koppig stand. Ik zet de tv stil, en met een half oog op de rollende bal, begin ik te lezen.
Monika Van Paemel
Mislukken is geen optie voor De Wever en Di Rupo, de toekomst van het land staat op het spel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier