Redactie Trends
Crisis in de eurozone: het Didier-ke als symbool
De uitspraak van de Reynders over het Griekse geknoei en de kennis daarvan binnen de leidende politieke klasse is geen fait divers. Ze raakt aan de kern van wat er vandaag binnen Europa en de eurozone allemaal fout loopt.
In de wielrennerij kent iedereen het fenomeen van “een Cancellara-ke doen”: een fenomenale inspanning leveren, al dan niet mechanisch geholpen, waarbij de tegenstand als herfstbladeren in de stormwind weggeblazen wordt. In de Belgische politiek verwierf de uitdrukking “een Leterme-ke doen” ondertussen ook de status van een staande uitdrukking. Het gaat dan om subtiel-suggestieve (alhoewel, soms ook wel vrij expliciete) Twitterkes naar een lid van het vrouwelijk gedeelte der mensheid of, meer in het algemeen, een actie ondernemen die u enig schaamrood op de wangen zou moeten bezorgen. Enkele dagen geleden dook in het kader van de crisis binnen de eurozone een aanverwant fenomeen op, namelijk een “Didier-ke” doen.
Onze ontslagnemende minister van Financiën Didier Reynders staat bekend als de koelste onder de koele kikkers, de man waar alles, zeker kritiek, afglijdt als regen van een goed geolied zeil. Toch leek deze man even een heel klein beetje van streek afgelopen maandag. Op een merkwaardige uitlating van hem in de Franse krant La Tribune volgde uit diverse hoeken een scherpe, afkeurende reactie. We wisten van bij de toetreding van Griekenland tot de eurozone in 2001 dat Griekenland vervalste cijfers had voorgelegd, zo stelde Reynders. En als toetje voegde hij daar nog aan toe dat zeker hij daarvan op de hoogte was want hij (België) was in die dagen voorzitter van de Europese Raad.
Dat was even slikken en herlezen. Begrijpen we dat goed? Waren Reynders en de andere ministers van Financiën er werkelijk reeds vanaf het begin van op de hoogte dat Griekenland de eurozone kwam binnenglibberen op basis van vervalste cijfers? In nagenoeg elke andere maatschappelijke context wordt zoiets geboekstaafd als medewerking aan fraude en gaan er dan al snel enkele strafrechterlijke radertjes aan het draaien. Reynders voelde onmiddellijk aan dat hij iets te expliciet geweest was en trachtte de meubelen te redden door er ijlings aan toe te voegen dat men het slechts na enkele maanden aan de weet gekomen was. De woordenbrij van Reynders werd nog op slag nog wat wolliger en ontwijkender dan we ondertussen van de man gewend zijn.
De uitspraak van de Reynders over het Griekse geknoei en de kennis daarvan binnen de leidende politieke klasse is geen fait divers. Ze raakt aan de kern van wat er vandaag binnen Europa en de eurozone allemaal fout loopt. Zeker de hele idee van de monetaire unie is gebaseerd op het primaat van de politiek. Mensen als Jacques Delors, Helmut Kohl en Francois Mitterrand die een cruciale rol speelden in de totstandkoming van de monetaire unie en de euro maakten er nooit een geheim van dat die unie en die euro op de eerste plaats een politiek project uitmaakten. Via de monetaire unie op naar de politieke unie, zo luidde hun visie. Economische consideraties kwamen zelfs nog niet op het tweede plan in de discussies. Iemand als de gewezen Franse president Mitterrand ging er zelfs prat op dat hij niks kende van economie en dat zeker ook zo wenste te houden.
Vertrekkend vanuit dat gedachtegoed ontstond er dan iets als het Verdrag van Maastricht, een samenraapsel van zogenaamde convergentiecriteria waaraan landen dienden te voldoen om te mogen toetreden tot de monetaire unie. Wie de jaren 1990 van nabij heeft meegemaakt, herinnert zich alsof het gisteren was hoe er eindeloos gemarchandeerd werd over het al dan niet voldoen aan die criteria. Vooral de twee criteria omtrent de toestand van de publieke financiën stonden daarin centraal. Om toe te kunnen toe treden, zo stond geschreven in het Verdrag van Maastricht, diende een land een begrotingstekort van hoogstens 3% van het BBP te hebben en een overheidsschuld van niet meer dan 60%. Het primaat van de politiek maakte dat men die criteria compleet uitholde door er aan toe te voegen dat het volstaat dat het deficit en de schuld zich “afdoende in de richting van de criteria bewegen”.
En zo konden België en Italië met schuldgraden boven de 100% feilloos het toegangsexamen passeren. Nout Wellink, de gewezen president van de Nederlandsche Bank, merkt daaromtrent enkele jaren later op dat “Italië behoort tot de stichters van de Europese landen. Deze mensen wisten perfect hoe ze hun cijfers moesten compileren om aan de criteria te voldoen”. Andere landen waaronder zeker ook België haalden ook de nodige truuks uit om hun cijfers goed te doen ogen. En dus ook Griekenland. Niks nieuws dus, alleen bleek achteraf dat de Grieken de Europese geplogenheden terzake verheven hadden tot eerder ongeziene dimensies.
De overheersing van het politieke primaat leidde er de voorbije decennia toe de manipulatie van cijfers en gegevens binnen Europa en zeker binnen de eurozone dé manier van doen werden. Het viel op als je iets anders deed. Er is echter één probleempje ontstaan: het werkt niet meer. De politieke kaste gaat nu sedert ruim anderhalf jaar steeds nadrukkelijker met de billen bloot. De collateral damage van die ontmaskering dreigt dramatische vormen aan te nemen, niet alleen voor Griekenland.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier