‘Crisis bemoeilijkt uitverkoop Vlaamse bedrijven’

In volle crisis werd Koen Vanhaerents de Europese topman van het advocatenkantoor Baker & McKenzie. Hij verwacht een opleving van de fusie- en overnamemarkt, tenzij de obligatiecrisis roet in het eten gooit. Hij hoopt dat de economische instabiliteit de wil tot politieke stabiliteit zal versterken en preekt de communautaire vrede. Typisch voor een CD&V’er?

Koen Vanhaerents leidt sinds oktober 2009 de Europese tak van het advocatenkantoor Baker & McKenzie, met zetel in Chicago. Wereldwijd heeft Baker een omzet van 1,71 miljard euro, waarvan 43 procent in Europa. Daarmee behoort de zoon van een gemeenteambtenaar uit Ichtegem tot de absolute wereldtop van de advocatuur.

In België haalt het kantoor volgens de Nationale Bank 34,1 miljoen omzet, een lichte stijging tegenover 2008 (33,7 miljoen). Het kantoor adviseerde onder meer bij de overname van Solvay Farma door Abott, een van de grootste Europese deals van de voorbije maanden. Vanhaerents adviseert onder meer GIMV, Telenet en de Vlaamse overheid. Met zijn internationale ervaring heeft hij een helikoptervisie over de crisis, de impact op de bedrijven en de tendenzen in de advocatuur. Hij stond als lokale CD&V-coryfee echter ook met zijn voeten in de Vlaamse grond als onderhandelaar over het Brusselse bestuursakkoord.

KOEN VANHAERENTS. “Dat speelt op die leeftijd natuurlijk. Het was eerlijk gezegd eerder een defaultkeuze. Met een diploma rechten kan je alle kanten uit. Het ging me vrij goed af. Ik kwam bij Baker via professor Leon De Keyser. Het kleinere Dechert was met Baker en Cleary, Gottlieb, Steen & Hamilton in 1987 een van de belangrijkste internationale kantoren die toen in Brussel actief waren. Vergeet niet dat Linklaters en Allen & Overy zich toen hier nog niet hadden geïnstalleerd.”

Wanneer bent u nog eens in de rechtszaal geweest?

VANHAERENTS. “Oei. Een jaar geleden? Het is belangrijk om met onze adviezen zoveel mogelijk geschillen te vermijden. Die worden ook meestal buiten de rechtszaak geregeld.

“Ik mis de rechtszaal soms en ga een pittige strijd dan ook niet uit de weg. Op de rechtbank kweek je adrenaline. Maar goed: in de uitwerking van een stevige transactie gebeurt dat ook.”

Hoe kijkt u met uw internationale bril naar de Belgische justitie? Is die echt zo slecht als sommige media beweren?

VANHAERENTS. “Neen. Bedrijven en advocaten klagen in heel de wereld over de traagheid waarmee geschillen worden opgelost. Maar is dat altijd de fout van de rechters? Neen. In Angelsaksische landen onderhandelen partijen voor en tijdens de behandeling in de rechtbank permanent over een mogelijke dading. Dat duurt ook lang.

“We worden hier niet slechter bediend, zeker niet in de niche waar wij actief zijn. De traagheid van justitie is een mythe. Als de zaak dringend en echt belangrijk is, kun je op korte termijn resultaat behalen en beslissingen forceren.”

Wat kan beter?

VANHAERENTS. “Het management op de rechtbanken. Juristen zijn van nature conservatieve mensen. Dat was ook in de klassieke advocatuur, die een eeuw bijna niet veranderde voor ze grondig door elkaar werd geschud door de internationale praktijken. Ook de magistratuur moet diensten verlenen die dichter bij de klant staan. Als de overheid voldoende middelen vrijmaakt, kan de magistratuur zich inschakelen in de moderne samenleving.”

Over de moderne samenleving gesproken. Baker & McKenzie België telt 16 vennoten-aandeelhouder. Hoeveel vrouwen?

VANHAERENTS. ( Lichtjes gegeneerd) “Eén. En twee van de zes non-equitypartners. Diversiteit is nochtans een aandachtspunt in onze structuur. Toegegeven: een op de vijf vrouwen aan de top van de wereldwijde organisatie – het cijfer vandaag – is te weinig. Het zal veranderen. Geef ons tijd. Toen ik bij Baker begon, werkten er amper vrouwelijke advocaten. De jongste vijf jaar is een op de twee nieuwe medewerkers een vrouw. We moeten ons, bijvoorbeeld in de werkbalans, zo organiseren dat het kan lukken.”

Hoe zit het met uw eigen werkbalans?

VANHAERENTS. “De voorbije zes maanden verbleef ik de helft van mijn tijd in het buitenland. Met de technologie is dat werkbaar. Lange leve de Blackberry. In plaats van tijd te verliezen in luchthavens, kan ik uren werk verzetten. Ik ben verslaafd aan dat machientje.”

Hoeveel tijd besteedt u nog aan klanten?

VANHAERENTS. “Een kleine veertig procent. De scheidingslijn met het loutere managementwerk voor Baker is niet altijd even duidelijk, want in samenspraak met grote cliënten tekenen we ook een nieuwe strategie uit. De voorbije twintig jaar schakelden de internationale law firms zich om van sterke lokale spelers tot per specialiteit georganiseerde multinationale teams. Baker organiseert zich stilaan per sector, zoals farma of banken. Zo wenden we de gerichte diensten en ervaringen beter aan voor ons netwerk.”

Eisen klanten discounts op de erelonen?

VANHAERENTS. “Internationaal zijn de erelonen gedaald, niet in België. Klanten zijn wat kritischer geworden. Klanten die bij ons terechtkomen, zoeken echter geen koopjes. Hun keuze bewijst dat al. Er zijn natuurlijk nog cliënten die van beauty contest naar beauty contest winkelen, op zoek naar goedkope advocatenkantoren. Ook voor een duidelijk afgelijnd dossier, bijvoorbeeld die grote overname die een bedrijf een keer in zijn bestaan kent, zal de markt nog opteren voor dat ene kantoor voor die specifieke transactie.

“Zeker grote klanten opteren voor panel appointments, een langetermijnrelatie met een aantal kantoren voor bepaalde diensten. Baker werkt overigens al langer met alternatieve verloningen, zoals vaste erelonen of portfoliobeheer, bijvoorbeeld bij het management van intellectuele eigendomsrechten.”

Zijn de ‘billable hours’ verleden tijd?

VANHAERENTS. “Het debat over hun stille dood is aan de gang. Cliënten sporen advocaten aan om anders met fees om te springen. We evolueren naar value based billing. Eigenlijk bestond dat vroeger al in Brussel, omdat alle elementen in het ereloon wogen, zoals de moeilijkheidsgraad, de uitkomst van het dossier, de waarde en de aard van de zaak. De jongste twintig jaar schakelden bijna alle kantoren over naar de uurtarieven. Nu keren ze op hun stappen terug.”

Kreeg uw praktijk klappen?

VANHAERENTS. “Net als alle grote kantoren. Grote deals in de banksector deden onze corporatepoot een tijd op volle capaciteit draaien. Die lopen stilaan op hun einde. Onze transactionele dienstverlening – fusies en overnames – daalde met een tiende. Dat hebben we nooit meegemaakt.”

Wat brengt de toekomst?

VANHAERENTS. “De Griekse crisis laat zich nog voelen op de markt. Dit interview komt op een wat ongelegen moment als het over toekomstvoorspellingen gaat. Er was paniek, omdat niemand kan uitleggen wat er aan de hand was. Te veel schokken zijn niet goed. Laat ons een kat een kat noemen: als de euro naar de pariteit met de dollar evolueert, is dat goed voor de export, dus de economie. Paniek is niet nodig. In de financiële sector zijn er nog veel deals in wording. Analisten zeggen ook dat er veel herpositioneringen zullen gebeuren in de biotech en de farma. Voor Belgische advocaten is dat goed nieuws. Voor ons kantoor dus ook. Tot zover mijn glazen bol.

“Er waren tot voor kort indicaties dat de markt aantrekt. De private-equityhuizen broeden nog op een reserve van 500 miljard dollar. Ooit moet dat ei gelegd worden. Ook wordt een aantal leveraged buyouts (LBO) herbekeken. Als ze werden afgesloten in 2007-2008, moet er in 2011-2012 over een herfinanciering worden gepraat.

“Er ontstonden in plaats van LBO’s transacties in een totaal ander kader, omdat de klassieke waarderingen en financieringsmethoden waren weggevallen. Er zijn meer partijen betrokken. Dit maatwerk is veel uitdagender dan de bijna routineuze structuren van voor de crisis. Onze juridische toegevoegde waarde is sterk verhoogd. Eerlijk gezegd voel ik me er beter bij. We moeten een constant gevecht voeren tegen de silomentaliteit, waarbij alles per specialiteit wordt opgedeeld. Vroeger werd een deal gevoerd door de corporate & financeadvocaten. Vandaag komen er veel andere specialiteiten om de hoek kijken. Een overname gaat meer dan ooit gepaard met wisselende accenten, zoals arbeidsrechtelijke herstructureringen, handelsrechtelijke integratie en fiscale technieken. Advocaten kijken verplicht over het muurtje om met hun collega’s na te denken. Gelukkig had Baker nooit te hoge muren. Bij sommige kantoren bestond er bijvoorbeeld een aparte winst/ verliesrekening per praktijkgroep. Zo ver zijn ze wij nooit gegaan.”

Hoe positioneert u Baker tegenover andere internationale advocatenkantoren?

VANHAERENTS. “We zijn met Skadden het enige van oorsprong Amerikaanse kantoor bij de vijf advocatenkantoren met meer dan 2 miljard dollar omzet. We hebben de meest gediversifieerde internationale praktijk. Europa is goed voor 43 procent van de omzet, de VS en Azië voor een kwart. Een tiende halen we in Latijns-Amerika, waar we het enige internationale kantoor met omvang zijn. De grootste uitdaging is het vinden van de balans tussen de internationale structuur en de nationale knowhow die onze cliënten ook eisen. De lokale component is in de juristerij nog steeds belangrijk, net als in andere sectoren.”

Schrompelt het belang van het Belgische recht dan niet ineen, samen met de Belgische economie?

VANHAERENTS. “Dat is een risico voor alle dienstverleners. Enkel als er lokale economische activiteiten blijven, is er nood aan een juridisch kader.”

De Belgische economie kreeg toch serieuze klappen?

VANHAERENTS. “Dat is een open deur. Het opbreken van een belangrijke integrator als Fortis heeft uiteraard een zware impact op de Belgische economie. De vraag is of er een alternatief was. Het antwoord is neen, geloof ik zelf. Fortis moest heel vlug worden ondergebracht in een grotere groep om te beletten dat de Belgische staat zelf werd meegesleurd in een debacle. De zoveelste verhuis van een hoofdkantoor is natuurlijk een spijtige zaak.”

Is de verankering van het Vlaamse bedrijfsleven eigenlijk van belang?

VANHAERENTS. “De prijs die grote fondsen vroeger voor een Vlaams bedrijf wilden neertellen was zo groot, dat ze iedereen uit de markt werkten. Cynisch geredeneerd, bemoeilijkt de crisis de uitverkoop van Vlaamse bedrijven.

“De structuren moeten zo georganiseerd worden dat de uitverkoop aan het buitenland geen zuivere noodzaak is voor ondernemingen die internationaal iets willen betekenen. Dat was ooit wél het geval. Het is een illusie dat dit een gemakkelijk proces is.

“In normale tijden kan de beurs een rol spelen als verankering, zeker voor voldoende grote bedrijven. Kleine beursgenoteerde bedrijven kunnen moeilijk hun onafhankelijkheid behouden, omdat ze overnameprooien zijn. Er waren vroeger nauwelijks kapi- taalkrachtige Vlaamse spelers actief in dat middenmarktsegment. Gelukkig is er nu GIMV XL.”

Zal de instabiliteit in de economie zich deze verkiezing ook vertalen in de wens naar meer stabiliteit in de politiek?

VANHAERENTS. “Ik hoop alleszins van wel. We hebben nog een tijd te gaan voor we weten wat het dominante verkiezingsthema zal zijn. Het is bevreemdend hoe in Londen de paniek uitbarstte toen er na drie dagen nog geen regering was, terwijl in Brussel alles rustig voortkabbelt.

Vanwaar uw engagement bij CD&V?

VANHAERENTS. “Het is een hobby zoals een andere. Als mens in de samenleving wil ik weten wat er gebeurt. Het blijft een boeiend verhaal om betrokken te zijn in de actualiteit.”

Volgens uw CD&V-collega’s bent u de ideale voorzitter van Brussel. U staat als ondernemingsadvocaat dicht bij Unizo, terwijl de ACW’ers uw eerder Belgische insteek van de communautaire problemen appreciëren. Klopt dat?

VANHAERENTS. “Oei. Het is niet onjuist als de mensen dat zo aanvoelen. Ik heb zeker goede banden met de verschillende onderdelen van de partij.”

Wat bent u voorzichtig.

VANHAERENTS. “Inderdaad. Dat is een onhebbelijkheid van advocaten. De realiteit is geen kwestie van zwart of wit. Het verhaal van mijn cliënt in mijn kantoor is helemaal anders dan dat van de tegenpartij een dag later. De feiten zijn dikwijls dezelfde, maar de interpretatie verschilt. Ik heb de neiging om beide partijen te overstijgen en een oplossing te zoeken.”

Typisch CD&V anno 2010, dat eerder overstijgt dan confronteert?

VANHAERENTS. ( Sputtert tegen) “Het is niet aan mij om politieke uitspraken te doen. Politieke standpunten in de media verkopen laat ik over aan de man- datarissen. Ik blijf liever op de achtergrond.”

U bent niet zo voorzichtig in uw omgang met de medewerkers. Men omschrijft u als behoorlijk koleriek.

VANHAERENTS. “Tja. Het klopt dat ik dingen zeg zoals ze zijn. Zo krijg ik dingen gedaan zoals ik wil dat ze gedaan worden. Duidelijkheid helpt de samenwerking vooruit. Als dat confronterend is voor de medewerkers, zullen ze er vooral uit leren. Zo erg zal het niet zijn, me dunkt, want veel verloop is er niet.”

Bij CD&V Brussel was er blijkbaar veel weerstand tegen het kartel met N-VA?

VANHAERENTS. “Natuurlijk. N-VA was een klein partijtje. In Brussel was niet duidelijk waar de toenmalige N-VA’ers voor stonden. Secundo is het logisch dat in politiek Brussel een veel directere interactie bestaat met de Franstaligen. Gelukkig maar, want zo houd je Brussel leefbaar. De link met de N-VA bemoeilijkte die modus vivendi. Als je in Brussel elk dossier communautair duidt – wat CD&V Brussel bewust niet doet -, geraak je nergens. Brusselaars drijven de zaken sowieso niet op de communautaire spits.”

Dat maakt Steven Vanackere geschikt om Yves Leterme op te volgen?

VANHAERENTS. “Zeker. Meer nog. Hij is ook geboren in West-Vlaanderen. Dat maakt hem twee keer ideaal.”

Door hans brockmans, fotografie jelle vermeersch

“Het is bevreemdend hoe in Londen de paniek uitbarstte toen er na drie dagen nog geen regering was, terwijl in Brussel alles rustig voortkabbelt””De traagheid van Justitie is een mythe. Als de zaak dringend en echt belangrijk is, kan je op korte termijn resultaat behalen en beslissingen forceren”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content