Corporate governance werkt

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Op vrijdag 24 november sluiten de Verenigde Naties de zesde klimaatconferentie af met een compromis over verhandelbare emissierechten (zie Trends, 9 november 2000).

Drie jaar na het Kyoto Protocol trekt bijna niemand nog de opwarming van de aarde in twijfel. Zelfs de Amerikaanse National Research Council voorspelt een temperatuurstijging van 1,5 °C tot 6 °C tegen 2100. Volgens de NASA zullen de windkracht en het aantal stormen in het komende decennium met respectievelijk 20% en 30% toenemen.

In Den Haag bogen ruim 5000 internationale wetenschappers, politici, bedrijfsleiders en milieuactivisten zich over de vraag welke economische maatregelen de uitstoot van broeikasgassen – de grote boosdoeners – kunnen verminderen. Maar de onderhandelaars staarden zich te veel blind op koolstofdioxide (CO 2). Volgens James Hansen van de NASA hebben de andere broeikasgassen, zoals methaan, roet en ozon, een even grote negatieve impact. Bovendien kosten de inspanningen om die emissies te verlagen veel minder, zodat een dergelijke aanpak op korte termijn meer zou lonen.

Bovendien houden de ‘conferenciers’ in Den Haag weinig of geen rekening met de inspanningen van het bedrijfsleven. Onder druk van de publieke opinie en de milieuverenigingen dringen heel wat bedrijven vrijwillig hun schadelijke emissies terug. Zo hebben de Verenigde Staten door middel van nationale programma’s als de Green Star (milieulogo op elektrische toestellen) en overeenkomsten met ondernemingssectoren zijn uitstoot kunnen stabiliseren, ondanks een economische groei van 4 à 5% per jaar. Onder druk van hun aandeelhouders stapten General Motors en Ford uit de Global Climate Commission, die het broeikasfenomeen ontkent. Andere Amerikaanse multinationals, zoals Dupont, Rank Xerox, Boeing en Motorola, haalden hun uitstoot met 10% naar beneden in vergelijking met 1990, en dat zónder overheidsinmenging. Vorige maand besloten nog acht van hen hun gezamenlijke CO 2-uitstoot met 80 miljoen ton te verminderen.

Conclusie: in de praktijk wérkt corporate governance. Bedrijven hebben immers geen andere keuze. Als ze de principes van duurzame ontwikkeling – de integratie van economische, sociale en ecologische doelstellingen – niet toepassen, verliezen ze op termijn hun legitimiteit. Vandaag bepalen alle zogenaamde stakeholders – aandeelhouders, werknemers, leveranciers, consumenten, overheid en belangengroepen – samen de toekomst van een onderneming.

Daar ontsnappen zelfs reuzen als Monsanto niet aan. Zo zag het chemische concern zich eind vorig jaar genoodzaakt te fuseren met Pharmacia & Upjohn om zijn verliezen uit het debacle van de genetisch gemodificeerde organismen (GGO) te kunnen dekken. Ondanks alle wetenschappelijke argumenten en zijn groene imago heeft Monsanto bakzeil gehaald tegen de publieke opinie, die van geen Frankenstein-voedsel moet weten.

eric pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content