CONSTRUCTIEF

AUTO’S EN DE MILIEUWET.

De auto van de jaren negentig produceert 60 tot 80% minder vervuilende stoffen dan een wagen uit de jaren zestig. Dat is de verdienste van de constructeurs, maar ook een beetje van de overheid.

“Als niemand ze gedwongen had, zouden autoconstructeurs nooit zoveel vooruitgang geboekt hebben in de ontwikkeling van milieuvriendelijker auto’s,” bekende Chrysler-topman Robert Eaton op een congres in 1995. En de overheid komt nu pas echt op toerental. In de VS heeft de nieuwe Clean Air Act (1990) de druk om properder auto’s, bussen, vrachtwagens en brandstoffen te produceren nóg verscherpt.

Auto’s moeten sinds 1990 voorzien zijn van systemen die detecteren of de antivervuilingssystemen behoorlijk werken; de Environmental Protection Agency ( Epa), een milieupolitie, kan nu boetes uitdelen aan al wie de Clean Air Act overtreedt en autoconstructeurs en olieproducenten kunnen economische tegemoetkomingen vragen voor technologie die aan de strengere milieu-eisen voldoet.

Californië, een staat met 33 miljoen inwoners en 22 miljoen auto’s, gaat het verst in de uitvoering van de Clean Air Act: vóór 2001 moeten de constructeurs 5% emissieloze voertuigen in hun vloot hebben, tegen 2003 moet dat zelfs één auto op tien zijn. Nog dit jaar zouden in Californië een half miljoen auto’s op propere brandstoffen moeten rijden. Dertien noordoostelijke staten hebben inmiddels verschillende van de strenge Californische regels overgenomen.

Ook Europa wordt strenger, al reglementeert de Commissie voorlopig vooral nieuwe auto’s. Het Auto-Oil-programma, dat autoconstructeurs en olieproducenten rond de tafel haalde, resulteerde in een Europese richtlijn met uitstootnormen voor personenwagens (minder dan 3,5 ton) en vrachtwagens. Tegen oktober 2000 moeten de emissies voor auto’s 30% naar beneden, in oktober 2003 moet de schadelijke uitstoot van nieuwe wagens minstens 60% minder vervuilend zijn dan vandaag. De waardemeter is een testrit in vijf delen: vier stadscycli, waarin de auto niet boven de tweede versnelling schakelt en één cyclus die het rijgedrag buiten de stad moet simuleren. De Europese constructeursvereniging Acea heeft zich geëngageerd om de efficiëntie van de ontploffingsmotor tegen 2008 fors te verbeteren: de doorsnee van alle nieuwe wagens zou dan gemiddeld nog 5,7 liter per 100 kilometer mogen verbruiken.

Voor vrachtwagens zijn nog forser verlaagde emissienormen vooropgesteld, die respectievelijk ingaan op 1 oktober 2000, 2002, 2005 ( Euro 2 tot en met Euro 4) en 2008 (het begin van het tijdperk van de Enhanced Environmentally Friendly Vehicles, de EEV‘s). Het uitstootpeil van koolstofmonoxide en stikstof moet tegen 2000 op een kwart van het peil van 1990 gebracht worden, het aantal uitgestoten roetdeeltjes moet 85% minder bedragen tegen 2000 en zelfs naar een dertigste van het huidige niveau tegen 2005. Verfijnde dieseltechnologie kan de motor tijdens een proef op de testbank nog doen beantwoorden aan de waarden van Euro 3 – het vooropgestelde minimum voor oktober 2002 -, voor Euro 4 en EEV zullen de constructeurs ook roetfilters of katalysatoren moeten inbouwen of de motor aanpassen aan alternatieve brandstoffen. Maar de Euro 4-norm voor vrachtwagens ligt nog ter discussie bij de Europese ministerraad. Zegt directeur Michel Peelman van de studiediensten van Febiac: “De meettechnologie kan volgens de constructeurs de strenge emissiewaarden nog niet aan. Daarom pleiten ze voor indicatieve normen voor 2005, die we binnen een paar jaar kunnen herbekijken.”

Frank Demets – Eric Pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content