Clash over class actions

Amerikaanse toestanden in de rechtspraktijk komen stilaan dichterbij. Regels voor massaschadeprocessen staan ter discussie. Consumentenorganisaties zijn voor zulke class actions, het VBO is tegen.

Enkele maanden geleden kondigde de beroepsorganisatie van de Vlaamse advocaten in Brussel aan dat vanaf oktober de regels om vergoedingen voor massaschade te vorderen – zogenaamde ‘class actions’ – wilde versoepelen. Zo zou de stafhouder van Brussel zijn advocaten de toelating kunnen geven om (nu verboden) publiciteit te voeren naar individuele schadelijders.

“Omdat Brussel niet kan afwijken van de deontologie die geldt voor alle Vlaamse advocaten”, stelt advocaat Philippe De Jaegere, hierover bevoegd in de overkoepelende Orde van Vlaamse Balies (OVB), “spraken we af om de Brusselse regels op te schorten. De OVB zal een regeling uitwerken voor alle advocaten, hopelijk voor het einde van het jaar.”

De advocaten zijn verbaasd over de heisa die vorige week ontstond over een voorontwerp van wet over class actions. “In de pers discussieert men over een volledig achterhaalde tekst”, aldus OVB-bestuurder Kathleen Vercraeye. “Een discussie over de inhoud is dus zinloos.”

“De voorbije dagen werden heel wat pro’s en contra’s de wereld in gestuurd op basis van een lek over een tekst die weinig concreet is”, klinkt het op het kabinet van minister van Justitie Stefaan De Clerck. “We houden nog een consultatieronde bij de betrokkenen. Die zou zinloos zijn als we al een beslissing hadden genomen. Tegen einde deze maand hopen we meer zekerheid te hebben.”

De Raad voor Verbruik zal vergaderen over een tekst die minister van Consumentenzaken Paul Magnette door de ULB liet schrijven. Lid van die raad is Ivo Mechels van Test-Aankoop. Die zegt: “De te hoge prijs die consumenten betalen voor een product of dienst als ondernemingen verboden prijsafspraken maken, de schade die men loopt als er iets fout gaat met een product, of de prijs die gedupeerde beleggers betalen voor het wangedrag van een bedrijf, wegen dikwijls niet op tegen de gerechtskosten. Door alle schadegevallen te bundelen in een dossier onder leiding van een advocaat kan men die kosten beperken. Ook temperen succesvolle class actions potentiële wanpraktijken bij concurrerende bedrijven.”

Verzekerbaar?

Het VBO liet al weten tegen class actions te zijn, maar Assuralia pleit genuanceerder voor een Europees kader. Volgens verzekeringsadvocaat Hugo Keulers (Lydian) zullen class actions in België vooral gevolgen hebben voor aansprakelijkheidsverzekeringen. “Verzekeraars moeten rekening houden met een groter aantal hoge schadeclaims, want zij zullen rechtstreeks worden gedagvaard. Ze kunnen moeilijk inschatten hoeveel kapitaal ze opzij moeten leggen na een dagvaarding, omdat ze niet weten hoeveel gedupeerden een schadevergoeding zullen eisen.”

Ook bedrijven moeten inschatten of de schade die hun verzekering dekt voldoende hoog is met het oog op class actions. Voor multinationals, die gewend zijn om ermee om te gaan, is het Belgische effect marginaal. Keulers: “Voor kmo’s en bedrijven die vooral in België actief zijn, is het echter wel een issue. Als ze beslissen om hun verzekerde limiet op te trekken, is het niet zeker of hun verzekeraar aan die vraag tegemoet kan komen. Elke maatschappij heeft een bepaalde onderschrijvingscapaciteit in functie van het eigen vermogen, en haar eigen acceptatiebeleid.”

Verzekeringsondernemingen kunnen volgens de advocaat worden getroffen door gedupeerde beleggers, bijvoorbeeld in tak23-verzekeringen (zoals in Nederland), of door hun eigen misnoegde aandeelhouders als ze beursgenoteerd zijn.

Procedure splitsen

De advocaten zijn voorstanders van class actions, zij het met enige nuance. “Er waren honderden advocaten actief voor de burgerlijke partijen op recente massaschadeprocessen, zoals dat van Lernout & Hauspie of Gellingen”, aldus advocaat Patrick Hofströssler van de OVB-studiedienst, die de inefficiëntie ervan vaststelt. “Er moet iets veranderen om massaschadeprocessen te stroomlijnen. De Europese Commissie werkt trouwens aan een richtlijn. Die wetgeving komt sowieso op ons af.”

De orde van advocaten stelt onder meer voor om bij complexe schadedossiers een scheiding te maken tussen de vaststelling van de aansprakelijkheid en de bepaling van de hoogte van de schade. Zodra dat eerste is gebeurd, moet de rechter een schadebemiddelaar aanstellen, die aan de hand van de door de magistraat vastgestelde criteria de individuele schade per betrokkene bepaalt. Als de rechter deze beslissing homologeert, geldt ze voor iedereen die ermee instemt. De motivatie om verder te procederen – een mogelijkheid die blijft bestaan – zal door zo’n gerechtelijke tussenkomst verminderen. Er moet ook een regeling komen over de publiciteit en wat er moet gebeuren als de advocaten van de schadelijders onderling van mening verschillen, zoals in het L&H-proces.

In de VS laat het systeem van no cure, no pay toe dat advocaten een class action opstarten, het risico van overbodige kosten zelf dragen, maar ook royaal vergoed worden door tot 40 procent van de toegestane schadevergoeding te innen als ereloon. Die vergoeding is soms veel groter dan de reële schade, omdat ze tegelijk als een straf is bedoeld voor degene die de fout heeft begaan (zie kader Punitive Damages sluipen in Gentse rechts-praktijk). Het hoofdmotief van een class action is het excessieve ereloon.

Meester Vercraeye: “Bij ons komt enkel de daadwerkelijk geleden en bewezen schade voor vergoeding in aanmerking. Punitive damages zijn onmogelijk, net zo min als een systeem van no cure, no pay. Amerikaanse toestanden zijn binnen ons rechtssysteem gelukkig dus niet voor morgen.”

Door Hans Brockmans en Celine De Coster

Class actions hebben in België vooral gevolgen voor aansprakelijkheidsverzekeringen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content