Cinema in de stad
Léon Gaumont is een grote naam in de filmwereld. In 1895, het geboortejaar van de cinema, schopte hij in Frankrijk een filmbedrijf uit de grond. Nu, meer dan honderd jaar later, speelt het logo met de marGriet een vooraanstaande en internationale rol in de productie, distributie en vertoning van films. Sinds december vorig jaar is Gaumont ook weer in Antwerpen aanwezig.
Volgens Jack M. Verbeke, directeur Gaumont Antwerpen, was de metropool jarenlang de belangrijkste cinemastad van België: “Daar heeft cinema Rex natuurlijk veel toe bijgedragen. Antwerpen had al van bij het ontstaan van de film een sterke band met de filmwereld. En de De Keyserlei, dat was de Champs-Elysées van het Noorden. Helaas, met het faillissement van het Rex-complex, werd ook de culturele trekpleister die het grote scherm was, openbaar verkocht.”
Tijden veranderen. Precies op de plaats van deze overbekende, maar openbaar verkochte cinemazalen plantte de vennootschap Gaumont vorig jaar haar nieuwe, ultramoderne en comfortabele cinemazalen neer. De locatie is niet geheel toevallig. Tussen 1910 en 1918 was deze hoek met de De Keyserlei en de Van Ertbornstraat namelijk ook het adres van het Theater Gaumont waar de allereerste films met geluidsweergave werden vertoond.
Volgens de legende
was Léon Gaumont (1864-1946) aanvankelijk niet echt geïnteresseerd in films. Toen hij in 1895 de foto-apparatuur van een klein bedrijf overkocht, kon hij niet weten dat nog datzelfde jaar de gebroeders Lumière met de eerste bewegende beelden voor de dag zouden komen. Dat Léon Gaumont onder de indruk was van de uitvinding die Cinematographe heette, lijdt geen twijfel. Het maken van bewegende beelden zag hij zelf echter niet zo zitten en daarom stimuleerde hij zijn secretaresse om veelvuldig te experimenteren met filmopnames. Met als gevolg dat die leergierige en intelligente dame, Alice Guy genaamd, al spoedig niet alleen haar eigen films maakte (ze was waarschijnlijk de eerste vrouwelijke filmregisseur), maar ook een hele groep filmmakers in dienst nam die ze zelf opleidde. Naast realistische films en misdaadreeksen produceerde ze ook bijbelse scènes en komische series.
“Léon Gaumont had een ondernemersinstinct”, zegt Jack M. Verbeke. “Hij begreep snel dat dit nieuwe medium talrijke commerciële en artistieke mogelijkheden bood. Dus sprong hij bliksemsnel op de boot.” Een goede zet, want in 1908 beschikte het bedrijf al over verschillende afdelingen: labo’s, studio’s, nieuwsredacties (waar het wekelijkse journaal Gaumont Actualités werd samengesteld en dat ook in Antwerpen gefilmd werd) en onderwijs- en onderzoekscentra.
“Na het openen van een grote filmstudio in Nice ( La Victorine) en agentschappen en dochtermaatschappijen over de hele wereld, vooral in de Verenigde Staten, begon Gaumont met het bouwen en verwerven van filmzalen over heel Frankrijk. Tijdens de twee wereldoorlogen kreeg Gaumont het moeilijk. Bovendien verscheen Hollywood op het toneel als een sterke en dreigende concurrentie. De komst van de klankfilm maakte van het wereldwijd verspreiden van Franse films niet bepaald een makkelijke zaak. Gaumont ging failliet, maar werd door een nieuwe kapitaaltoevoer gered. Het was in 1975 dat Nicolas Seydoux de controle van het bedrijf overnam en begon met het herstel van het indrukwekkende zalencircuit. Gaumont telt nu 394 cinemazalen in België en Frankrijk, verdeeld over 52 vestigingen. In Parijs alleen al heeft Gaumont 113 zalen. Antwerpen heeft 17 zalen, goed voor een kleine 4000 plaatsen. Waarmee Antwerpen meteen het allergrootste cinemacomplex is dat binnen een Europese stad gebouwd werd”, verklaart Jack M. Verbeke, Antwerpenaar in hart en nieren.
De filmwereld
is trouwens een totaal nieuwe wereld voor deze jonge vijftiger. Zijn filmervaringen beperken zich tot de films die hij tijdens zijn jongere jaren meepikte. En tijd om nu in zijn eigen zalen languit en ontspannen naar de nieuwste kaskrakers te gaan kijken heeft hij ook al niet. Jurist van opleiding, met een aanvullend MBA dat hij aan de universiteit van Boston in de wacht sleepte, is Jack M. Verbeke wat men zonder schroom een allround manager mag noemen. Tot begin jaren ’80 werkte hij als handelsdirecteur voor de textielfabrikant de Witte Lietaer, voor wie hij het reuzencontract met het ECC tennistoernooi in de wacht sleepte. Het tennis was een familiekwaal die bij Jack M. Verbeke zo sterk woedde, dat hij na zijn vertrek bij de Witte Lietaer gedurende negen jaar als directeur van het gebouw van het Sportpaleis door het leven ging. Hij verliet het Sportpaleis nog voor dat in financiële problemen raakte. Wie Sportpaleis zegt, denkt in de eerste plaats aan het tennis, meteen gevolgd door het wielrennen. En één van de bezielers van de wielerzesdaagse in het Sportpaleis, met name André Suys, was tevens peetvader van het Rex-complex. Verbeke en Suys zaten op dezelfde golflengte. Ze kenden elkaar, kenden de zakenwereld, hielden van de stad en koesterden de onweerstaanbare wil om de inmiddels verloederde stationsbuurt een nieuwe impuls te geven. André Suys kende Nicolas Seydoux, algemeen directeur van Gaumont. En de drie heren gingen praten. Het resultaat van die onderhandelingen prijkt nu statig op de De Keyserlei.
Het Gaumontgebouw
telt drie verdiepingen en heeft een totale oppervlakte van 11.600 m2. Het ontwerp was in handen van de architectenbureaus Michel Jaspers en Christine Coninx, in samenwerking met de Franse bureaus Bultrusaitis/Vedres en Daronian/Gayet die aan de basis liggen van de verschillende Gaumont-zalen in Frankrijk. De buitengevel van Gaumont Antwerpen is haast volledig in glas. “Dat verlaagt de drempel, omdat je van buitenaf kunt zien wie er binnen rondloopt. Voorbijgangers houden soms halt om ernaar te kijken. Bovendien spelen de felle kleuren in de trappengangen en aan de ingang een ontegensprekelijk sympathieke rol. Vergeet ook niet dat wij in drie straten een ingang hebben”.
Titanic, het romantische verhaal dat alleen letterlijk schipbreuk liep, is ook voor Gaumont een kassucces. “Vijf- à zesduizend toeschouwers per week, dat halen wij voor Titanic. En dat is inderdaad gigantisch veel. Bovendien is het einde ervan nog niet in zicht. Tijdens de weekends is de film – we spelen hem in twee zalen, vijf vertoningen per dag – nog altijd uitverkocht. En natuurlijk hebben de oscars weer een nieuwe impuls gegeven.”
“De weekends zijn sowieso bijzonder druk. En dan niet alleen op het gebied van ticketverkoop. Neem nu de popcorn. Wij hebben Frankrijk er werkelijk van moeten overtuigen om hier een industriële popcornmachine te installeren. Waarom? Omdat popcorn zich in deze contreien manifesteert als een waar fenomeen. Onze popcornfabriek maakt twee keer zoveel popcorn als die in Frankrijk. Als het niet nog meer is. Cijfers kan ik nog niet geven, daar is het nog te vroeg voor. Wij zijn pas een paar maanden open, nietwaar.”
Natuurlijk heeft de aanwezigheid van deze filmgigant invloed op de omliggende horecazaken. “Nabijgelegen restaurants en cafés hoor je niet meer klagen hoor, tenzij dat het te druk is of dat ze te veel mensen moeten wegsturen wegens plaatsgebrek. Cinema in de stad mag en kun je niet vergelijken met cinema aan de rand van de stad. Hier komen veel dagjesmensen. Mensen die tijdens hun bezoek aan Antwerpen, of na het shoppen een film willen meepikken. Toeristen ook. En in het weekend veel Nederlanders. Al die bezoekers komen niet uitsluitend voor de film. Ze komen evenzeer voor de omgeving. Voor het zicht op het operagebouw, een blik op het station, een koffietje bij de Fouquets en noem maar op. Wie naar de stadsrand trekt, parkeert zijn auto op de reuzenparking, koopt een ticket, kijkt naar de film, verslindt een bak popcorn, stapt vervolgens weer naar de parking en vertrekt huiswaarts. Dat is totaal verschillend van wat de gemiddelde bezoeker bij Gaumont Antwerpen verwacht. De stad is een van onze belangrijkste attractiepunten”.
Gaumont Cinema’s Infoline: 0900 10 222 (18,15 frank per minuut).
MARGOT VANDERSTRAETEN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier