Christian Van Thillo: “Ik vind mezelf niet zo’n goede zakenman”

De resultaten van De Persgroep voor 2004 zijn goed, de herstructurering bij Het Parool lijkt geslaagd. Nu het mindere nieuws: 2005 wordt een slechter jaar. Topman Christian Van Thillo moet onder meer de overname van De Tijd verteren. Betaalde hij te veel?

Wit is altijd schoon. Het is de kleur die overheerst op de corporate floor van De Persgroep. De flamboyante persoonlijkheid van gedelegeerd bestuurder Christian Van Thillo krijgt er alleen maar meer kleur door. Het moment dat wij binnenwaaien, is er behalve zijn secretaresse en de mediatycoon zelf niemand meer aanwezig op de directieverdieping. Van Thillo – pas hersteld van een dubbele hernia – moest die dag slikken dat Belgacom met de ‘voetbalrechten’ aan de haal ging. Hij hangt aan de telefoon met Telenet-topman Duco Sickinghe. Dat het tijd wordt om bij te praten zodat ze weer op dezelfde golflengte zitten, zindert de bariton door het bureau. Het klinkt amicaal en dominant tegelijk. En dat voor iemand die van zichzelf zegt dat hij geen netwerker is.

Deze week komt De Persgroep met cijfers voor 2004 naar buiten. Een goed jaar. Maar voor ‘de Vlaamse Berlusconi’ is vooral de gestage groei van belang. “Onze omzet is sinds 1991 gestegen van 90 naar bijna 400 miljoen euro,” zegt hij. Van Thillo glundert terwijl hij toont hoe de cijfers weerspiegelen dat ook de turnaround bij Het Parool in Nederland is gelukt. En meteen waarschuwt hij: “In 2005 zullen we het slechter doen. We investeren veel tegelijk: een nieuw drukcentrum, de overname van De Tijd en de uitbouw van onze internetactiviteiten.”

CHRISTIAN VAN THILLO (DE PERSGROEP). “Ik ga niet helemaal akkoord met die stelling. Het wijzigen van de publicatieplicht weegt natuurlijk, maar het is een logische evolutie. Beurskoersen blijven volgens mij wél een essentieel onderdeel van een financiële krant. Ik geloof niet dat alle beleggers hun aandelen zullen volgen op het internet.

“De prijs die we betalen voor De Tijd is trouwens het resultaat van de gevolgde procedure. In een open biedproces moet je rekening houden met de prijs die de verkopers verwachten en met het feit dat je niet de enige kandidaat bent. Bovendien ging het in dit geval over twee rondes en het was na de eerste ronde wel duidelijk dat ons eerste bod te laag lag. We hebben toen alles opnieuw bekeken en ons bod aangepast.

“Wij boden samen met Rossel en hadden een grote troef: L’Echo. De synergiemogelijkheden tussen beide kranten zijn niet gering: de hele backoffice, het opmaken van beurslijsten – dat zijn toch elf tot veertien beurspagina’s – en de reclameregie. In die zin denk ik dat de prijs redelijk is. Alleen is dit het soort acquisitie waarvan pas achteraf zal blijken of de prijs te hoog was. We kopen geen winst, maar betalen voor toekomstige winst die we denken te kunnen realiseren.”

Wist u eigenlijk snel dat het in kannen en kruiken was?

VAN THILLO. “Gezien het verleden en het lobbywerk van de concurrerende partijen bleef ik mijn hart vasthouden. De Persgroep heeft altijd goede prijzen geboden, maar is ideologisch een vreemde eend in de Vlaamse bijt. Met zowel een liberale als een progressieve krant in portefeuille en politiek neutrale aandeelhouders, kom je in Vlaanderen meestal niet heel ver.”

Was het gezamenlijke bod met Rossel een poging om dat te compenseren?

VAN THILLO. “In de eerste plaats was die samenwerking van belang voor de synergiemogelijkheden. Dat is logisch gegroeid. Twee jaar geleden kochten we samen L’Echo. Wij hadden altijd al interesse in L’Echo en toen al hoopten we dat het ons een betere uitgangspositie zou opleveren voor overnames van financiële kranten in het noorden.

“Waarom met Rossel? Wij hadden in ons eentje L’Echo nooit kunnen kopen. We werkten al samen met Rossel voor Vacature, dus was het evident dat we met elkaar gingen praten. Na de aankoop van L’Echo hebben we ons er ook toe verbonden om in financiële media preferentiële partners te worden. Als een van beide plannen heeft, worden die aan de andere voorgelegd. Is er interesse, dan doen we het samen in een joint venture. Is die interesse er niet, dan is de ander vrij om het alleen te doen. Eigenlijk hetzelfde model dat we met Roularta hanteren in onze audiovisuele activiteiten.”

Zijn er na het mislukken van Netcetera nog plannen om in Wallonië magazines op te starten? Eventueel in samenwerking met een Waalse uitgever?

VAN THILLO. “Op dit moment niet. We hebben uit het avontuur met Netcetera geleerd dat de overflow van Franse magazines op de Waalse markt erg groot is. Het is niet omdat je een goed product hebt, dat het ook werkt. Het Vlaamse magazine Netwerk draait goed en Netcetera was een goed product met een eigen redactie, niet zomaar een vertaald computerboekske.

“Je moet trouwens niet alles in een joint venture doen. Dat is niet onze cultuur. Wij werken graag gedecentraliseerd en onze producten vertrekken van een heel harde focus op de eindconsument. Ik zeg altijd dat media eerst een vak is en dan pas een business. Dat is niet de benadering van alle mediabedrijven. Als je partner in een joint venture een andere filosofie heeft, is dat een barrière en moet je daar goede afspraken over maken.”

Van wie hebt u de visie overgenomen dat media eerst een vak en dan pas een business is?

VAN THILLO. “Ik geloof dat al heel lang en heb dat al doende geleerd. Het is ook logisch. Het hart van een mediabedrijf is de content. Dat zijn de redacties en de programmadirecties. Zij maken het verschil, door hun toedoen slaat een product aan bij de eindconsument of juist niet. Wat je er rond bouwt, zijn ondersteunende diensten. Marketing kan in het beste geval een turbo op de motor zijn.

“Wij zijn hier van mening dat je beter een goede kopie maakt dan een slecht origineel. Daarom gaan we geregeld op werkbezoek in het buitenland. Daar zie je dat succes vaak afhangt van een paar mensen met een gemeenschappelijke visie. Bedrijven zijn heel vaak de reflectie van de mensen die er werken. Wat mij betreft, zijn ze vaak waard wat hun top waard is. En dan gaat niet om de topman alleen, ik heb er een hekel aan om bedrijven te personaliseren tot één persoon, dat is onzinnig.”

De Nederlandse markt wordt belangrijker. Officieel is het jullie tweede markt. Hoe transplanteert u die visie naar Nederland, toch een ander land en andere cultuur?

VAN THILLO. “Alle verhalen over cultuurverschillen tussen Nederland en Vlaanderen zijn relatief. Er wordt ginds bijvoorbeeld langer overlegd omdat mensen langer op hun standpunt blijven. Beslissingen die bij ons evident lijken, hebben zo soms meer voeten in de aarde. Dat is niet beter of slechter. Je merkt wanneer je hetzelfde doel deelt – in dit geval de redding van Het Parool – dat de verschillen plots verdwijnen. Hoofdredacteur Erik van Gruijthuijsen en directeur Frits Campagne hebben er nu de leiding, maar zitten volledig op onze lijn. Onze stelling was: Het Parool is een stadskrant en heeft geen toekomst als een landelijke kwaliteitskrant. We herstructureren één keer, dat is pijnlijk en gebeurt zo sociaal mogelijk, maar tegelijk hebben we een groeiplan. We willen nooit herstructureren zonder voor ogen te hebben waar we willen staan binnen drie tot vijf jaar. Banen wegsnijden om tijdelijk de bottom line wat te verbeteren, doe ik niet. Ze zijn meegestapt in dat scenario en het werkt. Blijkt dat iedereen intussen geobsedeerd raakte door dezelfde gedachte om van Het Parool een goede stadskrant te maken.

“Ik beschouw Het Parool als een onafhankelijk bedrijf binnen onze groep, dat perfect werkt zoals al onze andere bedrijven. Dat zoiets kan, geeft ons veel vertrouwen voor nieuwe overnames in Nederland. Wat is dus het verschil? Amsterdam ligt verder dan Antwerpen of Brussel. Dat heeft zijn nadelen, want ja, ik heb het wel graag om eens binnen te springen en te praten over ideeën.”

Bij De Tijd moest u een contract tekenen dat de redactionele onafhankelijkheid waarborgt. Is dat anders dan bij pakweg Het Parool?

VAN THILLO. “Eigenlijk is de werkwijze hetzelfde, de facto dragen wij het economische risico, maar er zit een redactionele stichting tussen. Dat verandert trouwens niets aan de definitie van redactionele onafhankelijkheid. Wij komen als uitgever nooit tussenbeide over de inhoud van de krant, wel over hoe de krant wordt gemaakt. Dat zit al heel lang in onze cultuur.”

Belgacom rijft het voetbalcontract binnen. Hoe ziet u de toekomst van digitale tv?

VAN THILLO. “Digitale televisie komt er, maar het zal geen revolutie zijn, wel een evolutie. Waarom zouden Vlamingen massaal een decoder installeren als er in Vlaanderen al zo’n aanbod is? We zijn het meest bekabelde land ter wereld, en de kijker heeft gemiddeld al 33 kanalen ter beschikking. Dat zijn moeilijke marktomstandigheden. De rol van VTM is daarin beperkt. Distributie is de rayon van Belgacom en Telenet. Ons programma-aanbod blijft natuurlijk wel belangrijk, ook als zij digitale pakketten gaan leveren. Onze focus blijft daarom: goede programma’s maken.”

De Nederlandse mediamagnaat John de Mol is in België eigenaar van radiostation 4FM. De reclamewerving gebeurt gezamenlijk met Q-music, het commerciële station van De Persgroep. Hoe zijn uw relaties met John de Mol?

VAN THILLO. “Hij is multimiljonair sinds de verkoop van zijn productiebedrijf Endemol, maar we kennen elkaar al lang. Vroeger gingen wij bij hem kijken welke nieuwe producties hij in de aanbieding had. Ik vond hem altijd gepassioneerd en visionair als het op televisie aankwam. Hij heeft nu plannen voor een eigen televisiekanaal in Nederland en voor het werven van radioreclame werken we samen in Vlaanderen. Maar dat is geen verhaal van twee onafscheidelijke copains. Hij heeft met Talpa zijn eigen visie. Waar hij samen kan werken, zal hij dat wel overwegen. Maar ik vergeet nooit: vandaag is hij partner, morgen concurrent.”

Hoe staat het trouwens met de beursplannen?

VAN THILLO. “Vandaag zie ik er echt geen reden meer voor. We hebben er dichtbij gestaan en ik ben er niet tegen, maar het is voorlopig niet meer aan de orde.”

DE PERSGROEP in cijfers

miljoen euro200420032002

Bedrijfsopbrengsten384,1334,3293,1

Bedrijfswinst46,847,535,8

Resultaat na belastingen27,623,819,5

Cashflow44,136,033,9

Solvabiliteit (1)41,642,7240,18

Liquiditeit (2)1,271,281,28

Personeel116910471008

(1) De solvabiliteitsratio geeft aan in welke mate de bedrijfsactiviteiten worden gefinancierd met eigen middelen.

(2) De liquiditeitsratio geeft aan in welke mate er voldoende vlottende activa aanwezig zijn om de kortetermijnschulden af te lossen. Een gezonde ratio ligt boven 1.

Bron: De Persgroep

Luc Huysmans Roeland Byyl

“Digitale televisie komt er, maar waarom zouden Vlamingen massaal een decoder installeren als er al zo’n groot aanbod is?”

“Nederlanders overleggen langer omdat ze langer op hun standpunt blijven.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content