Chinese agressie

Marc De Vos © Marc De Vos

Dé vraag van het derde decennium van de 21ste eeuw wordt hoe de relatie tussen de Verenigde Staten en China zal verlopen. Voorbij is de fase van spontane globalisering, van wederzijdse economische winst en onderlinge politieke tolerantie. Sinds het presidentschap van Donald Trump zijn we definitief beland in een fase van strategische concurrentie en machtsstrijd. Het presidentschap van Joe Biden zal bepalen hoever we afglijden naar een confrontatie. Van Biden wordt meer omzichtigheid en elegantie verwacht dan van Trump. Maar stijl alleen zal niet het verschil maken. De objectieve tegenstelling van belangen blijft. Die wordt meer gevoed door Peking dan Washington. Trump trok met invoertarieven ten oorlog tegen het Chinese economische model dat met staatssteun de kapitalistische wereldeconomie wil domineren. Dat zal onder Biden niet snel veranderen.

De agressie van het Chinese regime benadert stilaan dat van de voormalige Sovjet-Unie in de hoogdagen van de Koude Oorlog.

Wel veranderd is het gedrag van China. Een technocratisch communistisch bewind is er ingeruild voor een nationalistisch autoritair regime. Elke tegenstand wordt er platgewalst, opgesloten of weggezuiverd, van de arme Oeigoeren tot de rijkste topondernemer. Buiten China stuit elke weerstand op een brutale Chinese escalatie. Hongkong wordt systematisch en genadeloos de duimschroeven aangedraaid. Taiwan wordt geïntimideerd met militaire oefeningen en schendingen van zijn luchtruim. India voelt de harde hand en de hete adem van het Chinese leger in de vreedzame en koude bergzones rond Tibet.

Onze spiegel heet Australië. Ziedaar een westerse democratie die 5G niet aan het Chinese Huawei wil overlaten en zowaar aandringt op een onafhankelijk onderzoek naar de oorsprong van de coronapandemie. Dat volstaat voor China om een systematische handelsrepressie te voeren. Vlees, hout, kreeft, steenkool, wijn en gerst: niets wat Australië naar China exporteert, is veilig voor arbitraire druk, belemmering en invoerheffingen. China is de grootste exportmarkt voor Australië en China knijpt waar het hevig pijn doet.

Alsof de boodschap nog niet duidelijk genoeg is, formuleert de Chinese ambassade in Canberra een lijst met veertien grieven aan het adres van de Australische regering, waaronder zelfs de tolerantie voor China-kritische pers in Australië. Zoals het al eerder met multinationals deed, gaat China nu achter landen aan om staatspropaganda buiten de Chinese staatsgrenzen te propageren. De agressie van het Chinese regime benadert stilaan dat van de voormalige Sovjet-Unie in de hoogdagen van de Koude Oorlog.

China geeft Europa en Amerika een groot geschenk. Welk land gelooft nog in de vreedzame opkomst van China? Wie wil economische toenadering tot China riskeren als de prijs de vazalstatus is? De intimidatie dreigt zich als een boemerang tegen China te keren. De Verenigde Staten krijgen de kans om de rest van de wereld voor zich te winnen met een agenda die zowel de Amerikaanse belangen als de internationale rechtsorde zal dienen. Onder president Biden zullen het professionalisme en de diplomatie terugkeren in het Witte Huis. Dat zijn machtigere wapens dan de tirades en de tarieven van Trump. Ze kunnen internationale instellingen als de Wereldhandelsorganisatie versterken in een scherpere strijd voor eerlijke handel. Ze kunnen de relaties met Europa herstellen voor een nieuw partnerschap, dat de spelregels van het digitale tijdperk op westerse maat schoeit. Ze kunnen China insluiten met strategische allianties die Japan opkrikken en India omarmen.

Verdeel en heers is een oude imperiale wetmatigheid. China is hard op weg om zijn economische, strategische en geopolitieke concurrenten tegen zich te verenigen. Dat is slecht nieuws voor China en voor de wereldvrede in deze eeuw.

De auteur is decaan aan de Macquarie University in Sydney en visiting fellow bij de denktank Itinera. @devosmarc

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content