China wordt te klein voor Tencent

Als je gebruikers af en toe 10 cent kunt doen betalen voor je internetdienst, en ze zijn met genoeg, dan rollen de miljarden vanzelf binnen. Dat is het verhaal van Tencent, China’s grootste internetbedrijf, dat stilaan een charge op het Westen inzet.

Als je een chatprogramma voor smartphones maakt dat beter, sneller en betrouwbaarder is dan gewoon telefoneren, hou je je maar beter klaar voor een toevloed van miljoenen gebruikers. Dat is wat er gebeurd is met Weixin: een mobiel chatplatform dat nauwelijks twee jaar na zijn lancering al op meer dan 300 miljoen Chinese smartphones geïnstalleerd staat, en door 190 miljoen Chinezen dagelijks wordt gebruikt.

Die Chinese gebruikers genieten van mogelijkheden die westerlingen niet vinden op de platformen van hun keuze, of slechts schoorvoetend gebruiken. Tekstchat wordt bijvoorbeeld nauwelijks gebruikt: in plaats daarvan chatten Chinezen via push to talk, een soort walkietalkiefunctie waarbij de tekstberichten vervangen zijn door opgenomen stemberichten, compleet met een gesimuleerd radiobliepje aan het einde. Met de Shake-functie kan je een lijst oproepen van iedereen in de buurt die op hetzelfde moment met zijn smartphone schudt, een ideale manier om elkaar terug te vinden in de drukke steden. “Ik heb tien medewerkers en die gebruiken het allemaal”, zegt Jan Van den Bergh, een Belg die enkele jaren geleden in Sjanghai het onlinemarketingbedrijf Holaba oprichte. “Ze sms’en niet meer, ze bellen nauwelijks. Alles gaat via Weixin.”

De uitbater van Weixin, miljardenholding Tencent, heeft er wel bij gevaren. Het bedrijf begon — net als Yahoo!, Google en eBay in het Westen — in 1998 te pionieren op het Chinese internet en groeide snel uit tot een mastodont. In 2012 was er een jaaromzet van 5,5 miljard euro, ongeveer een miljard meer dan wat bijvoorbeeld Facebook binnenhaalde in hetzelfde jaar.

Net als zijn kleinere concurrenten Baidu en Alibaba begon Tencent met een brede waaier van internetdiensten, waaronder de chattoepassing QQ, de eBay-kloon PaiPai, het onlinebetalingssysteem TenPay, en de Twitter-achtige microbloggingsite Weibo. Al die diensten, in essentie gewoon kopieën van hun Amerikaanse tegenhangers, werden relatief succesvol. Maar de grote opmars kwam er pas de afgelopen drie jaar, dankzij twee groeipolen: onlinevideogames en de mobiele chattoepassing Weixin.

WeChat

Weixin kan ook bij ons worden gedownload en gebruikt. Alleen heet het hier anders: Tencent gaf het de westerse naam WeChat, en begint daar een behoorlijke merkidentiteit mee op te bouwen. WeChat is al een begrip in Zuidoost-Azië en andere opkomende economieën, als Rusland en Turkije. Bij ons is het nog een nobele onbekende naast chatapps als Whatsapp, Viber en Facebook Chat, maar op wereldschaal is het programma goed op weg om het marktleiderschap van Whatsapp aan te tasten. Die chattoepassing van Amerikaanse makelij heeft met iets meer dan 200 miljoen actieve gebruikers nog maar een neuslengte voorsprong meer op het snel groeiende WhatsApp.

En het blijft hoogstwaarschijnlijk niet bij WeChat alleen. Tencent is klaar om de westerse markt te betreden: zakenbankiers die het bedrijf volgen, zeggen al enkele jaren dat het aanstalten maakt om aan deze kant van de wereld actief te worden. En onlangs kregen ze gelijk. ‘Pony’ Huateng Ma, de 41-jarige topman van Tencent, zei tijdens het Nationaal Volkscongres in China, waarin hij zitting heeft, dat een van de volgende stappen van het bedrijf wordt om “ons aan te passen aan de gewoontes van westerse gebruikers”.

Op naar het Westen

Zeker in de videogamesector steekt de Chinese mogol al een hele tijd zijn voelsprieten uit. Het bedrijf zit achter de meest gespeelde videogames in China, zoals Legend of Yulong en Legend of Xuanyuan, die in het land volgens het free-to-play-principe aan de man worden gebracht: ze kunnen gratis worden gedownload en gespeeld (vooral op de pc, gameconsoles zijn zogoed als onbestaande in het land), en brengen inkomsten binnen via microtransacties. Dat model staat haaks op dat van westerse videogamehuizen. Hier worden games nog steeds vooral in een doosje in de winkel verkocht. Maar het Chinese systeem werkt: miljoenen spelers brengen miljarden euro’s op door af en toe voor een paar yuan een krachtiger wapen te kopen.

Tencent heeft in de gamessector al een paar overnames en strategische aankopen in het Westen gedaan. In 2011 nam het voor 310 miljoen euro het Amerikaanse Riot Games, dat League of Legends heeft ontwikkeld. Tencent is zo eigenaar van een van de vooraanstaande westerse onlinegames. Vorig jaar kocht het 40 procent van de aandelen in Epic Games, een Amerikaanse gameontwikkelaar die successen als Gears of War maakt, en ook ontwikkelingssoftware produceert (een zogeheten engine) die door tientallen grote gamemakers wordt gebruikt. Ook daar legde het zo’n 300 miljoen euro voor op tafel.

Op een berg cash

Dat is nog maar het begin, denken observatoren. “Chinese bedrijven, met Tencent op kop, zullen de komende jaren grote overnamedeals in het Westen beginnen te doen”, zegt Tim Merel. Hij is de oprichter van Digi-Capital, een Britse zakenbank die zich specialiseert in internet-, media- en videogamebedrijven. “Je mag je aan deals verwachten die in lijn liggen met EA’s overname van PopCap in 2011. Het Amerikaanse gamehuis nam de maker van onlinegames over voor — aandelenopties inbegrepen — ongeveer 1 miljard euro. Ze hebben er de finan-ciële spierkracht voor dankzij het feit dat ze op een volumemarkt werken. China heeft meer internetgebruikers dan de Verenigde Staten inwoners telt, en een belangrijk deel van hen brengt goed geld op. Die fondsen zullen ze op termijn gebruiken ook.”

Tencent zit op een berg cash van ongeveer 3,75 miljard euro. Dat is een oorlogskas met dezelfde proporties als die van Amerikaanse internetgiganten als Facebook (momenteel 4,2 miljard euro cash) en Amazon (6 miljard euro).

Tencents stevige cashpositie stelt het bedrijf in staat nog veel grotere dingen te doen in het Westen. Maar volgens Van den Bergh is dat hun stijl niet. “Chinese ondernemers geloven niet zo in overnames voor externe groei. Dat zit niet in hun cultuur. Ze willen het allemaal zelf doen. Ze doen wel overnames om bepaalde technologie en kennis in eigen rangen te krijgen: dat soort acquisities zal je wel nog geregeld zien. De manier waarop ze geld verdienen verschilt ook wezenlijk van hoe Amerikaanse en West-Europese internetbedrijven dat doen: hun businessmodel draait vooral op advertenties, terwijl de Chinezen erg goed zijn geworden in de eindgebruiker te doen betalen voor hun diensten.”

Groei vertraagt

Waarom het bedrijf precies naar het Westen lonkt? Ten eerste omdat de fenomenale groei van internetgebruikers die China momenteel kent ooit afgelopen zal zijn. Er is, met zo’n 53 procent van de bevolking die het internet gebruikt, nog volop ruimte voor groei (westerse landen zitten tussen 80 en 90 procent), maar het probleem is dat internetproviders moeilijker doordringen in de landelijke regio’s. “In de steden is de fenomenale groei van het internetgebruik aan het vertragen”, zegt Van den Bergh. “Het gaat nog vooruit, maar veel trager dan de groeicyclus die het land de afgelopen zes, zeven jaar heeft meegemaakt.”

Bovendien begint Tencent, zeker met WeChat, een paar partijen boos te maken. De Chinese overheid bijvoorbeeld. Dat honderden miljoenen Chinezen liever chatten (meestal via gratis draadloos internet, dat zowat overal in de steden wordt aangeboden) dan sms’en te versturen, kost het staatstelecombedrijf China Telecom miljarden aan inkomsten. En ook de restrictieve politiek van de Chinese overheid ten opzichte van het internet en de media zint hen niet zo. “Het waardesysteem van de huidige generatie Chinese internetondernemers staat haaks op dat van de overheid en de partij”, zegt Van den Bergh. “Velen van hen zijn ook geschoold in de VS. Tencent-voorzitter Martin Lau heeft bijvoorbeeld een ingenieursdiploma van Stanford. Daar leerden ze dingen die clashen met de lokale doctrines. Misschien zijn ze wel gewoon te westers geworden om alleen binnen China te blijven.”

RONALD MEEUS

“Chinese bedrijven, met Tencent op kop, zullen de komende jaren grote overnamedeals in het Westen beginnen te doen” Tim Merel, Digi-Capital

“Chinese ondernemers geloven niet zo in overnames voor externe groei, wel om technologie en kennis in eigen rangen te krijgen” Jan Van den Bergh

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content