CHINA ANDERS

Verwend en corrupt

Een decennium geleden vormde de Sovjet-Unie nog de traditionele pispaal van het Westen. Ideologische aanvallen, militaire argwaan en economische beschuldigingen vonden er een geijkte bergplaats. Vandaag is die rol overgenomen door een eventuele samenzwering van moslimfundamentalisten enerzijds en China anderzijds. Die ommekeer valt voorlopig het meest op in de boekenoogst. Vooral in de VS dondert de jongste maanden een lawine van China-boeken neer. Bekende journalisten waarschuwen er voor het Gele Gevaar, dat wel eens als een (economische) pletwals over het Westen zou kunnen heenrollen. Deze keer laten we die oerernstige analyses even links liggen en we buigen ons over twee haast frivole werken.

Nu ja, frivool is wel het laatste waar je aan denkt bij de thriller De bloem van Bejing van debutante Lisa See. Het boek, dat door de uitgever aangeprezen wordt als de Chinese Gorki-park, toont onmiskenbaar dat zelfs de plotingrediënten letterlijk verhuisden van Moskou naar Bejing. Het is niet de gewoonte om hier thrillers na te vertellen en zeker niet als zowel de intrige als de personages niet helemaal overtuigen. Het boek herbergt echter ook een verborgen verleider : het laat ons kennismaken met het wel erg donkere en bikkelhard voorgestelde milieu van verwende, corrupte rijkeluiskinderen in het hedendaagse China. Een Amerikaanse aanklager en een Chinese veiligheidsagente dringen erin door tijdens een gezamenlijk onderzoek, wat meteen ook het kader creëert voor een onderhoudende culturele confrontatie. Kortom, het boek leent zich uitstekend voor de duur van een vermoeiende vliegtuigreis, als aanvulling op werken à la The Coming Conflict with China van Bernstein en Ross Munro. Bovendien houdt Lisa See, zelf een kind van de twee culturen, er enigszins de spanning in door lang niet alle Amerikanen als heilige beeldjes en lang niet alle Chinezen als geniepige opportunisten voor te stellen.

Terug naar de realiteit. Buigend bamboe is de neerslag van twee reizen per boot, bus en trein door het Chinese binnenland. De Nederlandse Carolijn Visser volgde er het spoor van een 17de-eeuwse handelsagent van de Verenigde Oostindische Compagnie. Tijdens haar reis, die van begin jaren negentig dateert, stuitte ze ook op de verwarring na het bloedbad op het Tiananmen-plein. Ondanks die kloof in de tijd, beklijft haar reportageboek nog altijd.

LDD

Lisa See, De bloem van Bejing. Bruna, 352 blz., 695 fr. Carolijn Visser, Buigend bamboe. Rainbow, 260 blz., 280 fr.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content