Chicago-boy voor Dole

Gary Becker behoort tot de meest controversiële economen van de 20ste eeuw. Dat kan nauwelijks verbazing wekken want deze Chicago-econoom beschouwt familierelaties, discriminatie en criminaliteit als evidente onderwerpen van economische analyse. Becker profileert zich dezer dagen ook als economische goeroe achter presidents- kandidaat Bob Dole. Een exclusief gesprek.

Chicago.

“Zowel de Verenigde Staten als West-Europa zitten opgezadeld met een probleem van sociale ongelijkheid. In de VS groeide de voorbije 20 jaar de inkomensongelijkheid aanzienlijk, terwijl in Europa de werkloosheid fors de hoogte inschoot. Het is een moeilijke afweging maar per saldo verkies ik toch de Amerikaanse ongelijkheid boven de Europese en dit omwille van twee redenen. Ten eerste, de werkloosheid in Europa treft vooral de ongeschoolden en de jongeren. De gebrekkige werking van de arbeidsmarkt veroordeelt steeds meer onder hen tot definitieve marginaliteit. Ten tweede, de toegenomen inkomensongelijkheid zorgt in de VS voor een sterke stimulus om aan scholing en training te doen vermits de opbrengst van die investering in human capital in de VS veel groter uitvalt dan in Europa,” aldus Gary Becker, Nobelprijswinnaar in 1992 en econoom verbonden aan de illustere University of Chicago.

Gary Becker kwam de jongste maanden geregeld in het nieuws als één der centrale pionnen in het team dat het economische programma van de Republikeinse presidentskandidaat Bob Dole heeft opgesteld. In een wat wanhopig ogende poging om de stemmenachterstand op zittend president Bill Clinton toe te fietsen, haalde Dole de succesformule van Ronald Reagan van stal : een aanzienlijke belastingverlaging is nu het speerpunt van het Dole-programma. Zo wil hij onder meer de belastingvrijstelling voor kinderen ten laste drastisch verhogen en de globale druk van de personenbelasting met 15 % verminderen. De budgettaire kost van deze belastingverlaging zal tijdens de komende zes jaar, al naargelang van de bron, ergens tussen de 500 en 600 miljard dollar schommelen. Om toch nog tot een lopende begroting in evenwicht te komen een plechtige belofte van Dole rekent het Republikeins team in belangrijke mate op een forse toename van de structurele economische groei. In de jongste jaren lag die gemiddeld rond de 2,5 %.

Becker geeft onmiddellijk toe dat de hele rekenoefening rond het budget niet al te letterlijk genomen mag worden, maar het uitgangspunt verdedigt hij zonder voorbehoud. Gary Becker : “De belastingverlaging moet investeringen zowel in vaste activa als gebouwen, machines, software enzovoort, als in mensen aantrekkelijker maken, zodat ze ook effectief uitgevoerd worden. Hierdoor zal de productiviteit van de economie stijgen en dus ook de economische groei. In de mate dat herzieningen van allerhande reglementeringen en wijzigingen aan ons juridisch systeem, zoals voorgesteld in het Dole-plan, de aantrekkelijkheid van investeringen verhogen, krikken ook zij die economische groei op. Halen we een niet-inflatoire meerjarengroei van 3,5 % zoals vooropgesteld ? Ik durf er niet om wedden. Ik vind het echter wel de moeite om zo’n objectief na te streven.”

BEGRENSDE BIJSTAND.

Het engagement dat Becker op zich genomen heeft door toe te treden tot Bob Doles team belet hem niet om positieve geluiden te laten horen over Bill Clinton. De in de zomer door Clinton ondertekende nieuwe wet op de sociale uitkeringen draagt Beckers integrale goedkeuring weg. Deze wet voorziet dat niemand langer dan twee jaar zonder onderbreking van bijstand kan genieten en dat over de gehele levensduur die bijstandsperiode niet meer dan vijf jaar mag beslaan. Verder schuift deze wet de hoofdverantwoordelijkheid voor de sociale bijstand door naar de individuele staten die daarvoor vaste, naar eigen goeddunken te gebruiken bedragen zullen ontvangen vanuit Washington.

Gary Becker : “Het is helemaal niet omwille van de besparingen die men in het vooruitzicht stelt dat ik de nieuwe welfare law goed vind. Deze wet neemt eindelijk de notie weg dat bijstand een eindeloos en onbegrensd recht is voor iedereen. Mensen worden aangespoord om op alle vlakken meer hun verantwoordelijkheid te nemen : inzake het scheppen en opvoeden van kinderen, inzake het zoeken en behouden van een job enzovoort. Ik had wel graag nog méér positieve aansporingen in de wet gezien om mensen er toe aan te zetten die zaken nog meer ter harte te nemen.”

De eerder dit jaar in de VS doorgevoerde verhoging van het minimumloon vindt dan weer helemaal geen genade in de ogen van Becker. “Dit was inderdaad een flater. Met een verhoging van het minimumloon bestrijd je de armoede niet, integendeel : je verergert ze nog omdat door zo’n verhoging de jobmogelijkheden voor de kansarmsten in de maatschappij, zoals bijvoorbeeld de weinig geschoolde jongeren in de grootsteden, nog verder verminderen. Hoe meer ze kosten, hoe minder vraag er naar hun diensten zal zijn. De ingreep is des te spijtiger omdat er in de VS een instrument voorhanden is om het beschikbaar inkomen van de laagstbetaalden te verhogen zonder hun jobkansen te hypothekeren, namelijk de earned income tax credit. Dit fiscaal mechanisme komt eropneer dat de laagste lonen van een belastingvrijstelling kunnen genieten. In plaats van optrekking van het wettelijk verplicht minimumloon had men veel beter deze belastingvrijstelling verruimd. Zo zou men ook het beschikbaar inkomen van die laagste categorieën verhoogd hebben en tevens de incentive om naar een job te zoeken, verscherpt hebben. Men kan immers pas van die vrijstelling genieten als men een job heeft.”

IMPERIALIST.

Deze uitspraken van Gary Becker doen het al vermoeden : maar weinig humane wetenschappers roepen zoveel controverse op als hij. Dit heeft helemaal niets te maken met zijn persoonlijkheid Becker is een uiterst vriendelijke en innemende man maar alles met de onderwerpen waar hij zich als onderzoeker de afgelopen veertig jaar op stortte. Het ligt inderdaad niet voor de hand om maatschappelijke thema’s als rassendiscriminatie, criminaliteit, familierelaties en verslavingen te lijf te gaan met het instrumentarium van de klassieke vraag- en aanbodanalyse (zie ook kaders De Derde Man en Straf, Straffer, Strafst). Andere Nobelprijswinnaars als Paul Samuelson en Robert Solow verguizen openlijk de Becker economics. Samen met tal van sociologen, criminologen, juristen, antropologen enzovoort hebben ze hem de bijnaam economisch imperialist gegeven. In één adem dient wel vermeld dat zijn voorbeeld bij velen uit de humane wetenschappen navolging heeft gekregen. En dat tot ver buiten de universiteit van Chicago.

Wat de Becker-aanpak zo uniek maakt, is zijn afwijzing van klassieke omschrijvingen van de economische wetenschap als zijnde die tak die zich bezighoudt met alles waar geld bij te pas komt of met de voldoening van materiële behoeften van mensen. Voor Becker heeft economie te maken met een manier van analyseren. “Mijn fundamenteel uitgangspunt,” zo licht hij toe, “is dat mensen hun welzijn zoals zij dat zien, zoveel mogelijk trachten te maximaliseren. Het maakt dan absoluut niets uit of ze hebzuchtig, altruïstisch, edelmoedig, lafhartig of wat dan ook zijn. Ik ga er tevens vanuit dat zij telkens opnieuw zo goed mogelijk de onzekere gevolgen van hun acties en gedragingen trachten in te schatten. Dat gedrag is onderworpen aan een aantal beperkingen, vooral inzake inkomen, beschikbare tijd, geheugen en reken- en beoordelingsvermogen en de opportuniteiten welke de omgeving biedt. Eens men zo’n uitgangspunt inneemt, is er geen enkel aspect meer van het menselijk gedrag dat niet zinvol kan bestudeerd worden met het instrumentarium van de klassieke prijstheorie”.

JOHAN VAN OVERTVELDT

GARY BECKER Het is een moeilijke afweging maar per saldo verkies ik toch de Amerikaanse ongelijkheid boven de Europese.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content