‘Chemie is hier relatief goedkoop’
Het Gentse familiebedrijf Christeyns is groot geworden met wasserijtechnologie en zet nu ook in op voedingshygiëne. In Gent investeert het dit jaar 10 miljoen euro.
Het Gentse Christeyns is uitgegroeid tot een internationale detergenten- en chemicaliëngroep met 550 werknemers in 23 landen. Een hele prestatie voor een familiebedrijf dat begon als een kleine zeepziederij. Jules Robert Christeyns richtte het bedrijf op in 1946. Ruim veertig jaar later, in 1989, kwam de wasserijspecialist in handen van de familie Bostoen-Devos, die dringend op zoek was naar een nieuwe directeur. Hun oog viel op Jef Wittouck, die op dat moment werkte als exportmanager op de voedingsafdeling van Unilever. “Als bio-ingenieur schrikte de scheikunde in het bedrijf me niet af, maar ik had nog nooit leiding gegeven”, zegt Wittouck.
De toen 27-jarige werd voor de leeuwen gegooid, maar Wittouck trok zijn plan. Hij zette het bedrijf resoluut op een b2b-koers. Een goede zet, bleek achteraf. “In 1990 kon je de omzet in drie gelijke delen snijden: een derde consumentenproducten, een derde producten voor industriële wasserijen en een derde industriële zepen voor de oleochemie. Onze consumentendivisie is intussen volledig verdwenen. Het was wel emotioneel moeilijk om afscheid te nemen van het merk Blan, dat toen het uithangbord van het bedrijf was. Het had een plekje in alle warenhuizen.” Het merk werd nooit verkocht. Tegenwoordig zit het in een aparte vennootschap, Peritus Brands, die oudere merken herlanceert.
Christeyns is nu gespecialiseerd in het beheer van het wasgebeuren van de industriële wasserijen. Dat doet het van A tot Z: van automatisch doseren, over nieuwe wasprocessen voorstellen, tot het aanbrengen van randapparatuur om water en energie te besparen en afvalwater te beheersen. Het biedt zelfs managementprogramma’s aan die toelaten de loonkosten in die zeer grote wasserijen perfect te beheersen. Die wasserijen, vaak Europese groepen, verdienen vooral aan textielverhuur aan grote bedrijven en ziekenhuizen. Dagelijks komen duizenden tonnen vuil wasgoed binnen, die de dag erna weer proper afgeleverd moeten worden.
“We verkopen nu diensten en technologie, over producten wordt nauwelijks nog gesproken als we contracten afsluiten. Die contracten hebben een duur van drie tot acht jaar. Een klant wou zelfs een contract afsluiten tot 2025. Waarom tot dan, vroegen we. “Dan ga ik met pen-sioen”, was het antwoord. Het illustreert welke impact we op onze klanten hebben. Customer intimacy: de klant koopt bij mij omdat de klant mij graag ziet.”
Op overnamepad
In de jaren negentig begon het bedrijf aan zijn internationale expansie. Vorig jaar kwam 92 procent van de omzet uit het buitenland. “Vaak blijft internationaal ondernemen beperkt tot export. Wij willen niet alleen verkopen op een buitenlandse markt, we willen er ook aanwezig zijn”, meldt Wittouck. Christeyns doet dat via eigen verkoopkantoren en overnames.
“In Brazilië hebben we een verkoopkantoor voor de wasserijmarkt. De markt is er rijp voor onze oplossingen, maar werken is er zeer complex. Dat grenst aan het onwaarschijnlijke. Als je er wil produceren, moet je een vergunning hebben om je vergunning te kunnen aanvragen. Dan valt de regulitis in België nog mee.”
In 2005 nam Christeyns de West-Europese wasserijactiviteiten van het Amerikaanse JohnsonDiversey over. Daardoor werd Christeyns ook actief in Noord-Europa (Zweden, Finland en Estland), Zwitserland, Italië, Spanje en Portugal. Een overname is vaak een dubbeltje op zijn kant, tenzij je weet welk vlees — in dit geval chemie — je in de kuip haalt. “De wasserijactiviteiten vertegenwoordigden maar een klein deeltje van de omzet van JohnsonDiversey. Hun werknemers in die business voelden zich weinig gewaardeerd. Wij overtuigden hen dat ze terechtkwamen bij een specialist voor wie die markt zeer belangrijk is. De kunst bij overnames is de werknemers uit overgenomen bedrijven gemotiveerd te houden. Als je een bedrijf overneemt dat al verziekt is en waar alle goede mensen vertrokken zijn, dan wordt het heel moeilijk.”
Een markt met potentieel
In Europa bereikt Christeyns stilaan zijn groeiplafond met zijn wasserijactiviteiten. Het heeft er voor zijn hygiëneproducten en -systemen voor grote wasserijen een marktaandeel dat varieert van 35 tot 70 procent. “We breidden onze wasserijtechnologie nu uit naar de rest van de wereld. De voorbije jaren broedden we ook op nieuwe activiteiten. Zo zijn we aanbeland bij reinigingssystemen voor de voedingsindustrie via chemicaliën. Die business steunt voor een groot stuk op dezelfde filosofie als de wasserijactiviteiten: we verkopen chemie rechtstreeks aan de klant, gekoppeld aan service en technologie.”
Christeyns nam al twee kleinere spelers over in Frankrijk en Italië. In 2012 verwierf het 50 procent in Klenzan, de Britse marktleider in de productie van reinigingssystemen en desinfectiemateriaal voor de melk- en kaasindustrie.
Daarnaast blijft Christeyns ook in eigen land investeren, al ging dat niet zonder slag of stoot. Tussen 2012 en 2014 pompt de onderneming 10 miljoen euro in haar Gentse site. Ze bouwt er een Europees distributieplatform, automatiseert de bestaande fabriek verder, breidt de kantoren uit en poot een nieuwe esterfabriek neer. Esters zijn een onderdeel van hun oleochemische activiteiten. Ze worden onder meer gebruikt in parfums, polyesterkunststoffen en in biodiesel. “De werken starten in maart 2013”, legt Wittouck uit. “We hebben een robbertje uitgevochten met de stad Gent, maar dankzij bemiddeling van burgemeester Daniël Termont zijn we gelukkig tot een oplossing gekomen.” De stad wou de Handelsdokbrug bouwen op de plek waar Christeyns wilde uitbreiden.
De juiste mensen
Volgens Jef Wittouck loont het zeker nog de moeite te investeren in eigen land. België heeft veel troeven om chemie te bedrijven. De voornaamste: chemie produceren is hier relatief goedkoop. “We zijn nu een nieuwe fabriek in Tsjechië aan het bouwen. De loonkosten zullen er lager liggen, maar de productie van de grondstoffen is er duurder.”
Al baren de loonkosten hem ook zorgen, voor het eerst. “We zijn een heel rendabel bedrijf en zogoed als schuldenvrij. Maar 2012 is het eerste jaar waarin onze Gentse fabriek in volume niet groeide. Het gevolg is dat je strenger op je kosten toeziet. In Frankrijk en Engeland hebben we de voorbije jaren maar 1 procent algemene opslag gegeven, in België heb je als werkgever geen verdediging tegen de automatische indexering.”
Je hoeft zelfs helemaal niet ver te rijden om al een schommeling in de loonkosten te zien. “Arbeid is in deze Gentse Kanaalzone al een stuk duurder dan in Drongen, pakweg 10 kilometer verderop.”
Wittouck ligt echter nog meer wakker van de zoektocht naar het geknipte personeel. Zoals alle bedrijven vist het bedrijf in de kleine vijver van ingenieurs en onderhoudsmechanici. Maar zelfs met het beste lokaas vinden ze die laatste profielen niet meer. “Er studeren er te weinig af, maar we hebben er allemaal schuld aan, ook wij als ouders. We proberen te vermijden dat we onze kinderen naar een TSO-richting en arbeidersstatuut sturen, terwijl er voor die richtingen nog werkzekerheid is. Laat ons de beschotten tussen het arbeiders- en bediendestatuut wegnemen.” Om de grootste nood te lenigen heeft Christeyns zijn eigen ‘Academy’ opgericht. “We leiden er onze werknemers én klanten op in de wasserijtechnologie.”
Groene chemie
Die klanten probeert Christeyns ook te helpen met het verkleinen van hun ecologische voetafdruk door wasprocessen te ontwikkelen met een zo laag mogelijk water- en energieverbruik en met zo weinig mogelijk chemicaliën en afval in het milieu.
“We hebben het waterverbruik in die wasserijen in de loop der jaren spectaculair kunnen verkleinen. We ontwikkelen duurzame oplossingen die ook besparingen opleveren voor de klanten. Ecologie en economie moeten hand in hand gaan. Wasserijen zijn per definitie vervuilers: ze verwijderen het vuil van textiel, maar moeten er nadien zelf ook van verlost geraken. Wasserijen worden steeds meer geconfronteerd met de beperkingen van hun lozingsvergunningen. We hanteren dus technieken om water te zuiveren en het te hergebruiken. Vooral op die manier reduceer je het waterverbruik. En door opgewarmd water te hergebruiken, besparen onze klanten ook op hun energiefactuur.”
SAM DE KEGEL
“De complexiteit van ondernemen in Brazilië grenst aan het onwaarschijnlijke. Dan valt de regulitis in België best mee”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier