chaos dreigt voor fortis bank
Kan Fortis Bank voort zonder verkocht te worden aan BNP Paribas? Ja, zeggen de rechter in beroep en de actievoerende aandeelhouders. Neen, zeggen de rechter in eerste aanleg en de regering. De Fortis-saga ontaardt in een onverkwikkelijke juridische strijd.
Rechter Paul Blondeel pakte de regering vrijdagavond koud. In beroep oordeelde hij dat Fortis niet tot op het bot ontmanteld hoefde te worden om de ondergang van de bank-verzekeraar te voorkomen, en dat die operatie daarom niet kan zonder de goedkeuring van de aandeelhouders. Daarmee lag heel de Fortis-strategie van de regering aan diggelen, want voor haar was de ontmanteling van Fortis (met onder meer de verkoop van Fortis Bank aan BNP Paribas) de enige uitweg om Fortis Bank te redden en om de risico’s voor de overheid en het banksysteem te beperken. In eerste aanleg had rechter Francine De Tandt deze redenering gevolgd en de eis van de aandeelhouders om de ontmanteling te bevriezen van tafel geveegd.
Maar raadsheer Blondeel legt de bal dus in het kamp van de aandeelhouders, die weinig te verliezen hebben, en dus hoog spel willen spelen. De overheid zal de eventuele brokken opnieuw mogen lijmen. De regering besloot daarom maandagavond om, na overleg met BNP Paribas, het arrest van het hof van beroep aan te vechten door derdenverzet en cassatieberoep aan te tekenen. Het wordt een onverkwikkelijke juridische strijd, maar de regering ziet geen andere uitweg. “De slotsom is dat er speciale wetgeving nodig is voor banken. Dat zijn speciale bedrijven omdat ze in enkele dagen in rook kunnen opgaan, en dat vermindert de rechten van de aandeelhouders van een bank”, zegt een toezichthouder.
Klok teruggedraaid
Het kluwen rond Fortis was begin deze week in de volgende situatie gestrand. Met zijn arrest had rechter Blondeel de klok juridisch teruggedraaid naar eind september. In de eerste reddingsoperatie van eind september, toen de Belgische staat 49,9 procent nam in Fortis Bank, ziet ook het hof van beroep geen graten. Het ziet die wel in de beslissingen van de raad van bestuur van Fortis op 3 oktober (de verkoop van de Nederlandse activa) en van 5 en 6 oktober (toen de staat Fortis Bank overnam en vervolgens 75 procent verkocht aan BNP Paribas, en Fortis ook de Belgische verzekeringsactiviteit aan BNP verkocht). Die transacties worden opgeschort tot de aandeelhouders van Fortis Groep die goedkeuren.
Maar voor een aantal deals is de klok niet meer terug te draaien. De verkoop van de Nederlandse activa is afgerond, en de Nederlandse regering legt het arrest naast zich neer. Ook de volledige overname van Fortis Bank België door de Belgische overheid is afgerond en betaald, al moet de overheid de laatste 50,1 procent van de aandelen minstens 65 dagen aanhouden. Dat betekent dat de beursgenoteerde Fortis Holding begin deze week nog altijd Fortis Verzekeringen België in portefeuille had, maar dat Fortis Bank België voor 100 procent in handen van de Belgische overheid is.
Fortis Bank is in die 65 dagen dus voor 100 procent een staatsbank, wat de depositohouder vertrouwen moet geven. Maar na die 65 dagen valt Fortis Bank terug in een positie die tijdens de eerste week van oktober niet levensvatbaar bleek te zijn, waardoor precies de verkoop aan een sterkere partner zoals BNP Paribas zich opdrong. Het hof van beroep geeft de regering dus ruim twee maanden de tijd om een structurele oplossing te vinden voor Fortis Bank en Verzekeringen België, waarmee de aandeelhouders akkoord kunnen gaan. De aandeelhouders hebben dankzij het arrest in elk geval een sterkere onderhandelingspositie, en redden mogelijk een hogere prijs voor Fortis Verzekeringen uit de brand.
“Fortis Bank is nul euro waard”
Beter wordt Fortis Bank intussen niet van de heisa. “Dit arrest schept bijkomende onzekerheid in een toestand die al bijzonder instabiel is. Deze onzekerheid is slecht voor de waarde van Fortis Bank, die in deze omstandigheden puur theoretisch is”, zegt een bron dicht betrokken bij het dossier.
Veel grote institutionele depositohouders hebben hun geld nog niet afgehaald bij Fortis Bank. Maar welke klanten blijven bij een bank die opnieuw noodleningen moet vragen bij de centrale bank? Tot nu toe financierde BNP Paribas het gat in de balans van Fortis Bank, wat het door rechter Blondeel verplicht wordt verder te doen at arms length. “Dat is absurd, want BNP doet die noodfinanciering precies omdat het Fortis Bank en Verzekeringen België wil overnemen”, zegt een waarnemer.
“Zonder het bod van BNP Paribas (of een ander bod) is de waarde van Fortis Bank zelfs gelijk aan nul”, valt te horen in regeringskringen. Dat komt omdat Fortis Bank alleen overleeft dankzij staatssteun, die door Europa enkel is goedgekeurd omdat die noodzakelijk was om Fortis Bank en het hele Europese banksysteem overeind te houden. “Ook volgens Europa is zonder steun Fortis Bank dus niks waard. De prijzen waartegen Fortis Bank België en Fortis Bank Nederland verkocht werden, zijn in feite hoog te noemen. Nederland dreigde op een bepaald moment zelfs met het intrekken van de banklicentie van Fortis. De waarde die de aandeelhouders nu zien, is enkel mogelijk geworden dankzij deze staatssteun”, zegt een bron vertrouwd met het dossier.
Luc Gyselen (Arnold & Porter), een advocaat die adviseert in mededingingsdossiers, ziet problemen op Europees vlak als de verkoop van Fortis wordt teruggeschroefd. “Die steun, in combinatie met de aankoop door BNP Paribas en de opname in een sterk geheel, werd verdedigd als een manier om Fortis te redden. Nu valt Fortis plots op zichzelf terug. De Europese Commissie wil vermijden dat de staten nationale kampioenen in stand houden met subsidies of andere middelen. Als het arrest de verkoop onmogelijk maakt, gooien de rechters een bom onder het steundossier.”
De Tandt versus Blondeel
Rechter Francine De Tandt in eerste aanleg en het hof van beroep komen dus tot totaal verschillende conclusies op basis van hetzelfde dossier. Over de reddingsoperaties tijdens het weekend na de fatale vrijdag 26 september voor Fortis, zijn ze het nochtans eens. Een onmiddellijke interventie door de overheid was noodzakelijk omdat Fortis met een dodelijke liquiditeitscrisis kampte. “Fortis beschikte niet langer over onderpand om krediet op de interbankenmarkt los te weken, inclusief bij de centrale banken”, staat in het vonnis van rechter De Tandt.
Maar de magistraten interpreteren de gebeurtenissen na dit weekend totaal anders, en komen tot verschillende conclusies. Rechter De Tandt tot het besluit dat de verkoop aan BNP Paribas het enige alternatief was. Samengevat was dit de redenering:
De Nederlandse regering voerde het akkoord van dat weekend niet uit. Fortis bleef met liquiditeitsproblemen kampen, terwijl het op 3 oktober de noodlijnen bij de Belgische (van ruim 50 miljard euro) en Nederlandse Nationale bank (7 miljard euro) bijna had opgebruikt en dus geen enkele manoeuvreerruimte meer had. De depositovlucht van grote klanten bleef in die week aanhouden, en Nederland dreigde Nederlandse activiteiten van Fortis onder curatele te plaatsen. De reddingsoperatie van de Belgische activiteiten van Fortis kwam in het gedrang, waardoor ook de raad van bestuur van Fortis erkende dat de Groep geen kant meer opkon, en dus geen andere keuze meer had dan de verkoop van de activa te aanvaarden, inclusief de Belgische verzekeringsactiviteiten, omdat BNP Paribas die mee wou overnemen. Een ‘stand-alone’ had na de verkoop van de Nederlandse activa misschien gekund op vlak van de solvabiliteit van Fortis Bank, maar niet op vlak van liquiditeit bij Fortis Bank. Zonder structurele oplossing verwachtten de CBFA en de Nationale Bank grote moeilijkheden op de Europese financiële markten. De regering zag daarom geen andere oplossing dan de verkoop aan BNP Paribas. Door deze transacties bleef de moederholding Fortis solvabel en voldoende liquide, en behield ze enige waarde voor de aandeelhouders (toen geschat op 4 à 5 euro per aandeel).
Zonder deze transacties was Fortis wellicht verdwenen. En als deze transacties geblokkeerd worden, dan kan in de ogen van de markten, klanten en werknemers de verkoop aan BNP onmogelijk worden, terwijl dat de enige garantie op overleven is voor Fortis Bank. De grote klanten zouden de bank de rug toekeren, met onherroepelijke schade tot gevolg, terwijl de aandeelhouders enkel geldelijke schade leden, die wel herstelbaar is.
En dus schortte rechter De Tandt de transacties niet op. Kamervoorzitter Blondeel besluit dat er wel een werkbaar alternatief was voor de ontmanteling van Fortis, en schort daarom de transacties wel op. Dit is zijn samengevatte redenering:
De Nederlandse regering voerde het akkoord niet uit, omdat ze haar belang in Fortis Bank Nederland duurder betaalde (6 à 7 keer de winst en 1,2 keer de boekwaarde) dan België in Fortis Bank België (4,7 keer de winst en 0,4 keer de boekwaarde). En de Nederlandse regering verweet de Belgische ook een garantie te hebben onderhandeld voor de gestructureerde kredieten van Fortis Bank in het voordeel van België. Dat heeft de beslissing om de Nederlandse activa te verkopen manifest beïnvloed. Fortis Bank moest in die week een beroep doen op grote noodleningen van de centrale banken, maar de Europese Centrale Bank had gezegd dat het alle noodzakelijke maatregelen zou nemen om het banksysteem overeind te houden. De verkoop van de Nederlandse activa is door sommige bestuurders in de raad van bestuur goedgekeurd onder onaanvaardbare druk van de toezichthouders en nationale banken, en dat zonder over voldoende informatie te beschikken om een verantwoorde beslissing te nemen. Ook bij de verkoop van activa aan BNP Paribas was de raad van bestuur nauwelijks betrokken. Het persbericht was al verstuurd voor de raad de transacties had goedgekeurd. Dat deed hij enkele uren later, om het voortbestaan van de bankactiviteiten te garanderen. Bovendien had hij geen onderhandelingsruimte omdat de regering een ‘stand-alone’ van Fortis Bank onaanvaardbaar vond.
De raad van bestuur achtte echter een ‘stand-alone’ realistisch in het weekend van 5 en 6 oktober (dit is in flagrante tegenspraak met het vonnis van De Tandt) dankzij de steun van de ECB, en de staatswaarborgen die de regering had beloofd. De raad van betuur bleef erbij dat de hele groep solvabel was, maar dat er enkel een liquiditeitsprobleem was. De verzekeringsactiviteiten kenden niet de minste problemen. De waarderingen van de activa geschat door enkele zakenbanken waren ook veel hoger dan de overeengekomen prijzen. Daarom lijkt een ontmanteling van Fortis; die de aandeelhouders met bijna lege handen achterlaat; moeilijk begrijpbaar in het licht van de belangen van de Fortis-groep.
De dealmakers van de regering en Nationale Bank hebben de grootste moeite met deze redenering. Onmogelijk wordt een ‘stand-alone’ niet geacht, maar de regering is niet bereid het risico te nemen. Vooral de veronderstelde steun van de ECB om een ‘stand-alone’ van Fortis mogelijk te maken, wordt “waanzinnig” genoemd. De noodsteun van centrale banken is altijd zeer tijdelijk en er is onderpand nodig, dat Fortis niet meer had begin oktober. Professor Paul De Grauwe (KULeuven) is het daar niet mee eens: “De ECB accepteert nu een ruime waaier van onderpand, ook credit default swaps. Er kan dus geen twijfel bestaan dat Fortis over de nodige liquiditeiten kan beschikken in een crisissituatie. Het lijkt de strategie van de regering te zijn om twijfel, zelfs paniek, te zaaien over alles wat lijkt op een alternatief op de gekozen strategie.”
Onterecht gepasseerd?
De rechters zijn het ook oneens over de vraag of de aandeelhouders toestemming hadden moeten geven voor de ontmanteling van Fortis. Rechter De Tandt wijst erop dat de aandeelhouders hun toestemming moeten geven volgens het Fortis Governance Statement, maar zegt er bij dat dit document geen normatieve waarde heeft, en als het dat wel zou hebben, dat in de statuten moest staan. Volgens raadsheer Blondeel is de goedkeuring van de aandeelhouders wel nodig.
Maar er is meer aan de hand. Francine De Tandt moest – net als Paul Blondeel – de belangen van alle partijen afwegen. Ze had louter kunnen oordelen dat de belangen van de spaarder prevaleren boven die van een belegger, die een ander risicoprofiel heeft. Ze had kunnen vaststellen dat er met de verkoop van Fortis aan BNP Paribas geen onherstelbare schade was toegebracht (het criterium om een beslissing op te schorten) aan de aandeelhouders. Die zouden later in een burgerlijke vordering deze schade kunnen laten vergoeden (dus herstellen) voor de rechter ten gronde. Deze redenering had kunnen volstaan om de toetsing in beroep te doorstaan.
Rechter De Tandt ging in eerste aanleg echter een stap verder, want ze keurde heel de operatie uitdrukkelijk goed. Bovendien stelde ze dat beslissing van de verkoop niet moest worden goedgekeurd door de algemene vergadering, hoewel het Fortis Governance Statement vereiste dat dergelijke zwaarwichtige beslissingen wel moesten worden voorgelegd. Een advocaat: “Dat laatste was er te veel aan. Het hof kon niet anders dan deze beschikking hervormen. En net omdat dit argument zo zwaar weegt in de beschikking in eerste aanleg, is een logisch gevolg dat heel de redenering van Fortis werd onderuitgehaald.”
y Door Daan Killemaes en Hans Brockmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier