CEO in BelMid verdient derde minder dan in Bel20
Niet alleen verdient een CEO in de BelMid een derde minder, hij ging er in vergelijking met de Bel20 in 2006 ook veel minder op vooruit.
De BelMid-index van de Brusselse beurs telt 33 aandelen. Twee jaarverslagen zijn nog niet gepubliceerd. In de 31 andere werd van 20 CEO’s het loon vermeld. Een heel wat magerder balans dan in de Bel20, waar 17 van de 19 het loon van de topman publiceerden. Maar niet alleen in dat opzicht verschillen Bel20 en BelMid grondig. Het loonverval is zonder meer spectaculair (zie tabel 1). Bij de Bel20 is Albert Frère de topverdiener met een loon van 5,5 miljoen euro. Bij de BelMid is dat Luc Ber-trand van Ackermans & van Haaren die het met 1,6 miljoen euro moest stellen (zie tabel 2). In 2006 was Ackermans & van Haaren een lid van de BelMid, inmiddels is het bedrijf opgeschoven naar de Bel20.
Vier CEO’s verdienden in 2006 in de BelMid een loon dat boven het miljoen euro uitschoot: naast Luc Bertrand ook Jean-Pierre Bizet (D’Ieteren), Marc Saverys (CMB) en Richard Goblet d’Alviella (Sofina). Mogelijk kan Nicolas Saverys (Exmar) zich daarbij voegen: in 2005 zat hij dicht tegen het miljoen euro aan, maar het jaarverslag van 2006 was nog niet beschikbaar op het moment dat dit artikel werd geschreven.
Brede kloof
Het toploon uit de BelMid haalt niet eens het gemiddelde van het CEO-loon in de Bel20. De CEO in de Bel20 verdient gemiddeld 2,15 miljoen euro, in de BelMid is dat nog slechts 756.000 euro. En dan hebben we nog een drietal lage lonen van atypische CEO’s (omdat ze ook grootaandeelhouder zijn) niet meegerekend (zie voetnoot 6 in de tabel). De verhouding tussen Bel20 en BelMid is één op drie. Daar zijn ook logische verklaringen voor: de Bel20-bedrijven zijn een pak groter. En grootte blijft een belangrijke factor voor de hoogte van het loon.
Ook in het directiecomité zet dat verschil zich verder: een gemiddeld directie-lid van de BelMid verdient 326.000 euro, wat ongeveer een derde is van een directielid in de Bel20. Slechts vier CEO’s in de BelMid verdienen meer dan een gemiddeld gewoon directielid in de Bel20. Je bent dus beter een subtopper in de champagneliga dan een topper in de schuimwijnliga.
Ook minder opties
Opvallend is ook dat de manier van verlonen verschilt. Het verlenen van aandelenopties is veel omvangrijker in de Bel20 dan in de BelMid. In de Bel20 gaven 12 van de 19 bedrijven opties. In de BelMid slechts zeven van de 31. Het kunnen er wel wat meer zijn, want de informatie is kariger in de jaarverslagen van de BelMid. Tien bedrijven hebben expliciet gezegd dat ze geen opties geven. Bovendien zijn de gegeven opties minder waard. In de Bel20 zien de CEO’s die opties hebben gekregen hun loon stijgen met 43 % dankzij die opties. In de BelMid zijn die opties slechts goed voor een stijging met net geen 20 %.
Is er voor het loonverschil een logische uitleg, dan is die er veel minder voor de loonstijging in 2006 ten opzichte van het jaar voordien. De CEO van een Bel20-bedrijf zag in 2006 zijn loon gemiddeld met 30,78 % stijgen. In de BelMid is dat slechts 10,62 %. Als we in de Bel20 abstractie maken van de uitzonderlijke premie van 3 miljoen euro die Albert Frère in 2006 kreeg, dan is de gemiddelde stijging nog steeds 17,3 % of bijna het dubbele van de BelMid. Zodat de afstand tussen de champagneliga en de schuimwijnliga nog groter wordt.
WWW.TRENDS.BE
Artikels over aandelenopties en evolutie van het vast loon in Bel20.
Guido Muelenaer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier