Cédric Dumont

De jonge Brusselaar Cédric Dumont combineert twee beroepen: beursorganisator en sky surfer. “Een extreme sport? Vier kinderen opvoeden, vind ik extreem.”

België herbergt slechts een paar sky surfers, fanatiekelingen die in het buitenland de erkenning oogsten die ze in eigen land niet of nauwelijks vinden. Eén onder hen pakt het professioneel aan en behoort tot de absolute wereldtop. Op de prestigieuze SSI Pro Tour, vergelijkbaar met het ATP-klassement voor tennissers of de UCI-ranglijst voor wielrenners, prijkt hij op de tiende plaats. Voor hem staan vooral Amerikanen en Zwitsers.

Cédric Dumont, het perfect tweetalige Brusselse ketje dat wereldwijd furore maakt als luchtacrobaat, stopt me een faxbericht met de jongste Pro Tour-stand toe als we ons in een helikopter wurmen. Prompt stipt hij aan dat de ranglijst bestaat uit duo’s. De punten worden immers gebaseerd op de videofilm die de cameraman aan de jury overhandigt. Deze tweede man moet niet alleen meespringen, hij moet ook de (zware) training volgen. “Anders geraken we niet op elkaar ingespeeld. Ik ben erg blij dat de Belgische pionier Patrick Poelemans me in beeld brengt.”

Op 4000 meter hoogte

springt een sky surfer uit het vliegtuig. In vrije val suist hij met een snelheid van 250 kilometer per uur naar beneden, 60 seconden lang. Veel langer verdraagt een mens niet. Door de drukverschillen puilen de oogbollen uit, stroomt er akelig veel bloed in de zwellende armen en riskant weinig naar de hersenen. “Dat is ons grootste risico: een black out.”

Tijdens de duizelingwekkende val van 50 meter per seconde zoekt de luchtsurfer het evenwicht op een lichte plank. “Alleen al het stabiliseren, vergt ontzettend veel fysieke kracht. Je moet volledig fit zijn. Krachttraining, touwspringen, lopen en boksen zijn geen overbodige luxe. Ik eet ook evenwichtig, al ben ik geendieetfreak. Een glas wijn durf ik alleen proeven als ik enkele dagen niet spring.”

Al gaat het om een sport die vooral geassocieerd wordt met gevaar, snelheid en lef, op de eerste plaats zijn een Spartaanse discipline, serene maturiteit en rigoureuze concentratie vereist. “Vanaf mijn negende speel ik al golf. Waarschijnlijk heb ik daar de nodige discipline geleerd om de sky surfing aan te kunnen.” Vier jaar lang maakte hij deel uit van de nationale golfploeg. Hij haalde handicap 1. Toen zijn nieuwe passie hem opeiste, stapte hij uit de golfcompetitie. “Maar ik sla nog wel eens een balletje.”

In de sky surfing zorgen geen holes, maar pirouettes en salto’s voor de punten. Vooral de helikopterschroef (pirouette met het hoofd naar beneden) doet jury’s smelten. “Wel 150 sprongen had ik nodig om die figuur fatsoenlijk uit te voeren. Patrick sprong altijd mee. Steeds weer beoordeelden we de beelden en hij sprak me moed in om verder te gaan. Ook vanuit technisch én psychologisch perspectief is de cameraman van groot belang.”

In 1991 maakte Dumont zijn debuut als valschermspringer. “Pas drie jaar geleden sprong ik de eerste keer met een plank. Eerst moet je de vrije val door en door beheersen. Gewoon parachutespringen en sky surfing kan je niet vergelijken.”

De helikopter

laat de haven van Gent onder zich wegglijden en zet koers naar het strand van Knokke. Cédric trekt aan zijn poloshirt, de naam van de Amerikaanse ontwerper Ralph Lauren op de borst. “We onderhandelen nog over sponsoring.” Vandaag is hij alvast gevraagd om de lancering van Laurens mannenparfum Extreme op te luisteren. Boven het strand wil hij capriolen maken. Maar de helikopter klimt niet verder. De bewolking maakt een sprong onmogelijk. “We openen de parachute weliswaar slechts op 1100 meter, maar de zichtbaarheid moet groter zijn.” Hoe hij weet wanneer hij nog 1100 meter van de grond verwijderd is? “De hoogtemeter geeft een hoorbaar signaal. Hij biept op 1400 meter en telt af. Lager kan ook, maar dan heb je minder kans om eventueel de reserveparachute te openen.”

Om het grillige Belgische weer te ontvluchten, verblijft hij bijna de helft van het jaar in Californië en Florida. “Hier spring ik tijdens de weekends boven Temploux bij Namen. We maken zowat tien sprongen per dag. Op training in de VS springen we 60 keer per week.” Ondanks de enorme tijdsinvestering in zijn passie, heeft hij nog een ander opvallend beroep. Als 20-jarige organiseerde hij voor het eerst Cocoon, inmiddels een gekende jaarlijkse beurs voor binnenhuisarchitectuur, meubelen en design. Afspraak in de Heizelpaleizen eind november.

Ook zakelijk schuwt hij het risco niet. “Als ik iets doe, ga ik à fond. Ik kan niet stilzitten. Neen, het is geen nervositeit, maar positieve stress.” Laat een stilte vallen, tuurt naar het vlakke polderlandschap onder ons. “Vorig jaar heb ik met mijn ex-vriendin een week vakantie genomen op Ibiza. Strand en uitgaan. Ik werd er zowat gek van.”

Toen werd de barst in zijn relatie zichtbaar. De naam van zijn ex-vriendin valt nog enkele keren. Hij koos voor sky surfing, niet voor haar. “Begrijp me niet verkeerd, ik vind vriendschap zeer belangrijk. Maar het is moeilijk te verzoenen met mijn sport.” Voegt er later aan toe, met een verlegen glimlach: “En met mijn karakter. Een gewoon sociaal leven interesseert me niet. Ik huiver van een nine-to-five-job. Al die mensen die de illusie koesteren dat ze zeker spelen…”

Gelukkig voor de 28-jarige vrijgezel worden sky surfers omstuwd door groupies en ander vrouwelijk schoon, opper ik. Kijkt me verbouwereerd aan: “Misschien profiteer ik daar te weinig van. Ik zie het allemaal niet. Ach, vrouwen verlangen het onmogelijke. Je moet je sport goed doen én een normaal sociaal leven hebben. Een onmogelijke combinatie.”

Dankzij Cocoon

kreeg Cédric voldoende financiële ademruimte om jaarlijks een miljoen te besteden aan zijn sport. “Sponsors zijn zeer welkom, maar ik ga niet op bedelronde. Mijn onafhankelijkheid verpats ik niet.”

Sponsors kicken op het extreme, maar schrikken tegelijkertijd terug voor het gevaar. Eind april verongelukte een Franse pionier. Ook een cameraman kwam onlangs om. “Maar ik heb meer schrik op de autoweg.” Met zijn ouders, immobiliënmakelaars die van Brussel naar Knokke trokken, spreekt hij niet over zijn sport. “Waarom, vraagt iedereen. Maar wie deze vraag stelt, begrijpt het niet. Het is niet om te bluffen, niet om bekend te worden, ik ben er gewoon verslingerd op. Al van bij de eerste sprong was ik verslaafd.”

“Extreem? Vier kinderen opvoeden, beschouw ik als een extreme opdracht. Financieel gewin? Ik stop er nog altijd veel geld in. Voor de erkenning zou het alvast veel baten. Geld verdienen, is immers een referentie. Dan wordt het plots begrijpelijk voor de buitenwereld.” Over zijn andere passie, base jump of het springen van rotsen, torens of hoge gebouwen, praat hij opvallend weinig. “Toegegeven, base jump bezorgt wel een extreme kick. Daarvoor heb ik nog angst, al is het ook daar zaak om steeds je techniek te verbeteren. Maar dat is puur privé. Ik doe het met enkele zeer ervaren vrienden, zonder camera, zonder publiek.” In België is het verboden. “In Brussel betrap ik me erop dat ik steeds weer op zoek ben naar geschikte locaties voor een base jump.”

LUC DE DECKER, PATRICK POELEMANS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content