CEBIT. De nieuwe oogst

Kleiner, sneller, lichter. De pc-bouwers hebben de solden achter de rug en komen met nieuwe modellen.

Hannover was de voorbije weken voor computerlui weer “the place to be”. De CeBit-beurs besloeg dit jaar meer dan 20 paleizen en zoals verwacht kozen heel wat computerkonstrukteurs dit topevenement om hun nieuwe produkten of produktinnovaties aan het grote publiek voor te stellen : van draadloze verbindingen tussen een Ethernet- en een ATM-netwerk (leverancier : 3COM) tot low-cost produkten voor video-conferencing (Creative Labs). Opvallend waren ook een paar fikse ruzies tussen onder meer Vobis en Microsoft of Compaq en Intel.

100 MHZ PENTIUM PORTABLE.

Alle aankondigingen of nieuwigheden hier de revue laten passeren is onbegonnen werk ; we beperken ons tot een aantal pc’s en draagbare computers. De race om de “beste” draagbare computer te hebben gaat stug door. Tadpole Technology kondigde op CeBIT de snelste portable ter wereld aan. De P1000 is een notebook uitgerust met een Intel P54C, een Pentium processor op 100Mhz (3,3V). Later dit jaar zal deze P1000 kunnen opgevoerd worden naar 120Mhz.

Is het zo verwonderlijk dat Tadpole Technology, een kleine Britse konstrukteur, zo’n primeur kan uitbrengen ? Niet echt, het geheim zit hem in specializatie : Tadpole Technology is immers ook de leverancier van de SPARCbooks, de draagbare computers uitgerust met de SPARC-chip van SUN. De draagbare versie van IBM’s RS/6000 werkstation, gebaseerd op de PowerPC chip, is eveneens van TadPole Technology.

ICL IS TERUG.

Opvallend was ook de terugkeer van ICL in de pc-markt. Na een aantal jaren van zware herstruktureringen lijkt het nu, naar eigen zeggen, klaar om één en ander weer recht te zetten.

Naast een “aktualizering” van de huidige pc’s pakte ICL ook uit met een pc voor thuisgebruik, die onder de naam Indiana de wereld werd ingestuurd. Zwart van kleur, een instapmodel dat net geen 40.000 frank kost en de naam “Indiana” draagt : dat moeten, volgens ICL, troeven zijn om thuisgebruikers te lokken. Gemakkelijk zal de firma het niet krijgen. ICL heeft op dit ogenblik een marktaandeel van zowat 2 % in de Benelux en moet opboksen tegen jongens als Compaq of IBM die hun produktgamma zowat elke 3 maanden door elkaar halen, kontinu marketing-akties voeren én volledig uitgebouwde distributiekanalen hebben.

COMPAQ.

Compaq kondigde op CeBIT het nieuwe ProLinea- en DeskPro-gamma aan. Uiterlijk verschillen deze pc’s niet meer van elkaar. Alle verschil zit intern. De ProLinea’s zijn pc’s zonder veel meer (al bedoelen we dat niet pejoratief). Het instapmodel wordt een pc met een DX/2 50Mhz processor, nog steeds maar 4MB RAM en een schijf van 270MB. De top van het gamma wordt : Pentium processor, 16MB RAM en een schijf van 720MB.

De Compaq DeskPro-reeks bezit nagenoeg dezelfde technische kenmerken, maar wordt daarenboven uitgerust met een reeks programma’s die het beheer van de pc en het funktioneren ervan binnen een netwerkomgeving een stuk eenvoudiger moeten maken. Zo is er de software AssetControl die er moet voor zorgen dat alle info van een lokale pc doorgegeven wordt aan een server (uitgerust met Insight Manager software om netwerken optimaal te beheren), die dan op zijn beurt het hele netwerk in de gaten moet houden. Een ander voorbeeld van toegevoegde software is IntelliSafe. Deze software moet ervoor zorgen dat een disk-crash op voorhand kan voorspeld en dus vermeden worden (o.a. door een automatische back-up te laten uitvoeren). Samen met elke Compaq-liefhebber hopen we maar dat deze machines snel leverbaar worden. Op dat vlak heeft Compaq zich de laatste tijd een slechte reputatie verworven. Een ander punt van kritiek maar dat geldt niet alleen voor Compaq is dat er te veel verschillende pc’s worden aangeboden. Behalve het verschil in processor, schijfkapaciteit en grafische mogelijkheden wordt heel het gamma ook nog eens aangeboden in slimline (met 3 uitbreidingsgleuven, wat de pc-kast dun maakt), desktop (met 4 uitbreidingsgleuven) en minitower (met 5 uitbreidingsgleuven). Niemand raakt daar nog wijs uit. Overigens : wanneer we de verkoopcijfers bekijken, merken we steevast dat een beperkt aantal specifieke modellen het gros van de verkoop uitmaakt.

PRIJSLEIDER.

Hewlett-Packard heeft ook nieuwe pc’s de markt ingestuurd. Het low-end gamma van Hewlett-Packard bestaat bijna uitsluitend uit Pentium-modellen. Geen 60 of 66Mhz, pc’s meer, maar onmiddellijk 75, 90 en 100Mhz. Qua prijs kunnen deze machines zonder problemen konkurreren met de nummer 1, Compaq. Hewlett-Packard maakt er trouwens geen geheim van dat het prijsleider wil gaan spelen. Voeg daar de uitstekende support-diensten van Hewlett-Packard aan toe (o.a. 3 jaar garantie, waarbij tijdens het eerste jaar herstellingen bij u ter plaatse door HP-technici worden uitgevoerd) en u kan er van op aan dat Hewlett-Packard een te duchten konkurrent wordt voor elke pc-fabrikant.

TOETSENBORD.

IBM pakte op CeBIT uit met een technologische primeur : een uitvouwbaar toetsenbord, de TrackWrite (vul aan : trackball, TrackPoint, TrackWrite…). Het wordt nu gebruikt in de nieuwe ThinkPad 701C. Bij deze notebook, die beduidend kleiner is dan het A4-formaat, ontvouwt het toetsenbord zich bijna helemaal (kwasi tot normale grootte) wanneer de ThinkPad wordt geopend. Op het toetsenbord vinden we alle funktietoetsen en uiteraard de IBM-eigen TrackPoint III (het muisknuppeltje). Andere voorzieningen zijn o.a. infrarood konnektiviteit, een schijfkapaciteit gaande tot 720MB en 16-bit geluidskwaliteit. De machine weegt amper 2 kg. Wie ook maar even vreesde dat het tempo van de technologische innovaties terugloopt, is na CeBIT weer eens gerustgesteld. We ain’t seen nothing yet.

J.P.