Campina investeert 60 miljoen
De Nederlandse zuivelcoöperatie Campina gaat fors investeren in België. Op termijn worden enkele activiteiten geconcentreerd in de vestiging in Aalter. Deze operatie zal echter geen noemenswaardige impact hebben op de tewerkstelling.
De Belgische directie van de Nederlandse zuivelgroep Campina maakte onlangs haar toekomstvisie duidelijk. Volgens haar strategisch plan wil zij, gespreid over vijf jaar, 60 miljoen euro investeren in haar fabriek in Aalter. De Oost-Vlaamse vestiging moet daarmee het knooppunt worden van de zuivelgroep op het vlak van lang houdbare, vloeibare melkproducten. Het Nederlandse moederbedrijf keurde zopas alvast twee projecten goed, een investering van samen 32 miljoen euro.
Aalter, het epicentrum van ‘lang houdbaar’
In de categorie van vloeibare melkproducten zijn er twee grote takken: vers en lang houdbaar. Hoe noordelijker men gaat, hoe groter de vraag naar verse producten. “In Nederland kiezen de consumenten massaal voor verse producten, de Belgische consument gaat eerder voor lang houdbare producten,” zegt divisiedirecteur Erik De Cock. De productie van lang houdbare producten is een stuk moeilijker, omdat die gesteriliseerd moeten worden. Traditioneel gebeurt dit procédé voor petflessen in twee stappen. Maar dankzij de nieuwste technologie zal er binnenkort een stap minder nodig zijn. Het aseptisch vullen van petflessen met zuivelproducten is dan ook een Europese primeur voor de Campina-vestiging in Aalter. De nieuwe productielijn, die 10 miljoen euro kost, zal vanaf deze zomer operationeel zijn.
Tot voor kort waren er binnen de Campina-groep vier vestigingen die zich toelegden op lang houdbare producten: Aalter en Sleidinge in België en Bergeik en Rijkevoort in Nederland. Eind vorig jaar werd de vestiging van Bergeik gesloten. Op termijn streeft de groep ernaar om al die activiteiten te concentreren in één vestiging en dat wordt Aalter. In Sleidinge zijn er geen investeringen meer gepland. Integendeel, een deel van de activiteiten verhuist binnenkort naar Aalter. Met deze verhuizing is een investering van 22 miljoen euro gemoeid. Er komen nieuwe gebouwen, een vijftal nieuwe machines die de flessen blazen en twee nieuwe afvullijnen.
“De gevolgen voor de tewerkstelling zullen minimaal zijn,” haast De Cock zich om te zeggen. “Tegen volgend jaar zullen we netto tachtig mensen minder nodig hebben, maar dat verlies wordt opgevangen door onze buffer van tijdelijke werknemers. De vaste personeelsleden moeten dus geen schrik hebben. Wel is het waarschijnlijk dat zowat vijftig mensen zullen verhuizen van Sleidinge naar Aalter.”
Met deze projecten is de kous nog niet af, want de Belgische directie heeft al weer nieuwe voorstellen klaarliggen die nog op goedkeuring wachten. ” Aldi gaat binnenkort zijn melk verpakken in brikken met een hersluitbare klep, net zoals wij nu al doen,” schetst De Cock het dreigende gevaar. “We streven er echter naar om een duidelijke afstand te houden tussen onze merkproducten en de private label-producten. Daarom willen we binnenkort onze melk gaan verpakken in brikken met een schroefdop. En daarvoor is weer een investering nodig van 3 miljoen euro.” Plannen zijn er ook voor de bouw van een volautomatisch magazijn. Kostprijs: 15 miljoen euro. “We zitten safe voor de komende jaren in Aalter,” stelt De Cock. “Als we de bedrijfsplattegrond een beetje hertekenen, kunnen we hier nog wel links of rechts een productielijn toevoegen. Je mag niet vergeten dat één lijn al vlug een extra capaciteit van 60 miljoen liter genereert, en zo snel groeien we nu ook weer niet.”
Goed geboerd
Campina België haalde vorig jaar een omzet van 353 miljoen euro, dat was 7% meer dan het jaar voordien. Het nettoresultaat verzesvoudigde zelfs tot 5,5 miljoen euro. “Deze goede cijfers overtuigden de Nederlandse aandeelhouders van het moederbedrijf ervan om verder te investeren in België,” legt De Cock uit. “Campina produceert in Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Amerika, Polen en Rusland. Maar het hoogste eenmalige investeringsbudget voor 2002 gaat toch naar België.”
Het Nederlandse moederbedrijf is een coöperatie. De aandelen zitten dus in handen van de veehouders zelf. Een deel van de melkprijs die ze krijgen voor hun productie blijft echter in de coöperatie. “Een veehouder die 500.000 liter melk levert, staat al gauw 5000 euro af,” zegt De Cock. “De financiering van de ambitieuze plannen komt dus werkelijk van binnenuit.”
Dirk van Thuyne [{ssquf}]
“De gevolgen voor de tewerkstelling zullen minimaal zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier