CALLIER. ALLE WEGEN LEIDEN NAAR NAZARETH
Callier uit het Oostvlaamse Nazareth doet het Nederlandstalig onderwijs in Brussel flikkeren.
Vierhonderd verlichte borden voor de Nederlandstalige scholen in Brussel levert de NV Callier voor het einde van 1995. Goed voor 4,5 miljoen frank. Aardig meegenomen voor een bedrijf dat jaarlijks gemiddeld 150 miljoen omzet haalt, gerealizeerd door 40 werknemers. De kwaliteit van het lichtbord, polyester versterkt met glasvezel, gaf de doorslag. De oude borden waren uit plexiglas, materiaal dat al te gemakkelijk werd stukgegooid.
De lichtborden voor het Brussels onderwijs zijn niet het enige opvallende visitekaartje van Callier. Wie op Vlaamse wegen rijdt, komt jaarlijks voorbij duizenden Callier-produkten. De firma is immers een typisch gevolg van het Belgisch nauw vertakte wegennet : ze maakt signalizatie en wegmarkeringen.
Dorpssmid Octaaf Callier merkt in de jaren vijftig in zijn atelier in de Drapstraat hoe er steeds meer verkeer op de baan komt. Hij wisselt het geweer van schouder en start, als eerste in België, een firma in verkeersborden. Octaaf verzorgt het technisch gedeelte, vrouw Olga doet de verkoop. Vandaag heeft de familie het bedrijf nog steeds voor 100 % in handen. Kleinzonen Filip en Mark nemen samen met Jozef De Wolf de dagelijkse leiding van het bedrijf waar.
Drie pijlers zorgen elk voor een derde van de omzet. Naast de lichtborden in polyester zijn er aluminium verkeersborden met reflekterende folie ; een derde aktiviteit vormen de wegmarkeringen. Onderzoek en ontwikkeling zijn een belangrijke poot voor de firma. De lichtborden uit polyester en glasvezel zijn een van de topprodukten, eveneens uniek zijn de hektometerpalen uit gerecycleerd materiaal. “Onze moderne produktielijnen vergen grote investeringen. Dat is een van onze sterkten tegen de konkurrenten. “
Callier werkt bijna uitsluitend voor de overheid. “Een trage, maar een trouwe betaler. Als je 40 jaar met dezelfde klant werkt, is de struktuur van het bedrijf daarop geënt”. Callier is enkel op de Belgische markt aktief en wil dat zo houden. “Elk land heeft eigen verkeerstekens. Als je op de buitenlandse markt wil meedingen, ben je bijna verplicht ter plaatse een filiaal te openen. ” Wat dan omgekeerd weer in het voordeel van Callier speelt : de opening van de Europese binnengrenzen heeft nauwelijks invloed. De orders komen binnen via openbare aanbestedingen, maar de buitenlandse konkurrentie dingt niet mee.
De toekomst ziet De Wolf rooskleurig : het verkeer neemt toe, dus ook de nood aan signalizatie. “Wel krijgen we, in het kader van de verkeersbeheersing, meer en meer elektronische signalizatie met veranderbare teksten. “
JOZEF DE WOLF (CALLIER). De overheid is een trage maar trouwe betaler.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier