Café Camille

Van trendy brasserie tot vaste waarde.

Er is geen commerciële sector die zoveel aandacht van de media krijgt als de horeca. Gaat er ergens een nieuw restaurant open, dan brengen allerhande dag- en weekbladen het heuglijke nieuws. Uit eten gaan is voor een brede groep Belgen een nieuwe vorm van sociale vrijetijdsbesteding.

In Brussel is de concurrentie in de horeca het hevigst. Om daar op te vallen, moet je al met iets bijzonders uitpakken. Je kan, als nieuwbakken restaurateur, ook een van de vele public-relationsbureaus inschakelen om de pers op te trommelen. We gaan dus dezelfde richting uit als in grootsteden zoals Londen of New York: wie daar een restaurant opent, neemt eerst een architect onder de arm, vervolgens een pr-officer en ten slotte een chef-kok.

De uitgebreide persaandacht die nieuwe eethuizen krijgen, zorgt ook voor de ene hype na de andere. Een nieuw restaurant krijgt media-aandacht, waarna het hip hoppende publiek massaal verschijnt maar ook weer even snel verdwijnt als er op een andere plaats een nieuw etablissement de deuren opent.

Gisteren schoof iedereen die erbij wilde horen aan bij Rosa (Waterloolaan 36-37, 1000 Brussel, 02-502 22 53), vandaag vecht men om een tafel bij Belga Queen (Wolvengracht 32, 1000 Brussel, 02-217 21 87) of bij National (Modenatie, Nationalestraat 32, 2000 Antwerpen, 03-227 56 56).

Gelukkig zijn er ook nog een paar ‘blijvers’ in de gastronomiewereld. Café Camille opende tien jaar geleden als trendy restaurant en wist zich te handhaven. De brasserie is inmiddels in kalm water beland en kreeg een passende decoratie in rustgevende tinten (bruin, grijs en wit). De spijskaart is gevarieerd: er zijn klassieke gerechten, zoals rundtartaar, gebraden hammetje, lamsragout of kalfsblanquette; avontuurlijke bereidingen, zoals zeebrasem met gewokte groenten en parfum van tamarinde, ravioli met kwartelei en kip in zoetzure saus; en mediterraan geïnspireerde gerechten, zoals gebakken tonijn met ratatouille.

Wij kwamen op een doordeweekse avond en werden bediend door een vermoeid ogend meisje met blote navel en afgesleten jeans, waarvan de bovenste knoop openstond. Voorgerechten waren: krokante deegschelp met koude groenten en miniscampi (7,90 euro) en gebakken ganzenlever – die als vloeibare blubber uiteenviel – met gekarameliseerde appel (14,90 euro). Hoofdgerechten waren: kabeljauw met mousseline met overheersende limoen en aardappelpuree (16,50 euro), en gebakken tonijn met zwarte peper, groene-kruidensaus, spaghetti van courgette, tomaat met feta en scheuten (15,90 euro).

Van de wijnkaart, met een ruime keuze vriendelijk geprijsde flesjes, kozen wij een Tarrango van The Brown Brothers, een fris geschonken allemansvriend uit Australië, die voor 21,07 euro van onder de kurk kwam.

Pieter van Doveren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content