Business School voor bestuurders
Het Instituut voor Bestuurders komt knap op zijn tijd. Christophe Desimpel voelt aan den lijve, niet uit de boeken, de Angelsaksische bestuurskultuur. Goede “corporate governance” is evangelie voor Hanson. De Amerikaanse beleggers duwen Lernout & Hauspie naar de komplete verengelsing.
Het Britse concern Hanson aanvaardt de Cadbury Rules, de regels voor een goed samenspel tussen aandeelhouders, bestuurders en management. Gisteren waren de Cadbury Rules in Kortemark van geen tel. Vandaag bepalen ze mee de toekomst van de 800 kaderleden, bedienden en arbeiders van Desimpel Kortemark Company en de jonge PDG, Christophe Desimpel, de opvolger van Aimé Desimpel (zie ook blz. 22). Enkele dagen voor de spectaculaire verkoop van Desimpel Kortemark Company aan Hanson speelden de Kredietbank, de Bank van Roeselare en Brinvest hun spannende stuk. Ook de vriendelijke raid van de Bank van Hier op de regionale bank van het westen zal opduiken in de eerste Belgische handboeken over corporate governance. Het was een evenwichtsoefening tussen de rechten van de aandeelhouders en de noodzakelijke stabiliteit van de Belgische banksektor. Een fraaie vertaling van corporate governance ontbreekt, gouvernement d’entreprise zeggen de Fransen, ondernemingsregeerkunde is té plakkerig.
De Uco-toren blijft een traktatie van de Gentse skyline. Intiem hangen de naamplaat en de postbus van het Instituut voor Bestuurders naast de symbolen van de Vlerick School voor Management, het outplacementbedrijf Claessens en het Landbouwkrediet. Er is nood aan een professioneler type van bestuurder in België, zeggen de stichters van het Instituut voor Bestuurders. Overnames al of niet vijandig, Europese corporate regelgeving, beschermingskonstrukties, de reparatiewet voor de vennootschappen, de internationalizering van de schaalvergroting vereisen betere ambassadeurs van de aandeelhouders in de raden van bestuur. “Het nieuwe Instituut voor Bestuurders past in een internationale trend. Het wil zich spiegelen aan het Nederlandse Instituut voor Commissarissen en het Engelse Institute of Directors,” zegt stichtend beheerder Louis Verbeke van het instituut (en naamgevend partner van het grote Brussels-Amsterdamse advokatenkantoor Loeff, Claeys, Verbeke). Het Instituut voor Bestuurders wordt een belangwekkende adressenbron (of een konkurrent) voor executive searchers. Lijsten van kwalitatieve kandidaat-bestuurders kosten goud. Bestuurders zijn steeds meer toerekenbaar, zegt de wet, het amateurisme verdwijnt.
Beslissingsprocessen zijn kulturele processen. De kulturele processen bepalen de manier om met ondernemingen om te gaan, zo luidt de persoonlijke en professionele filozofie van Louis Verbeke : “Men ziet ten onrechte de juridische omkadering van ondernemingen en bestuursvormen als totaal onafhankelijk van het kulturele patroon, deze Cartesiaanse benadering is onvolkomen.” In België schuiven de vennootschapswetgeving en de bestuurskunde meer op naar de normen van Noord-Europa. Het noorden staat voor openheid, doorzichtigheid als je dat vergelijkt met de Latijnse traditie en meer voluntarisme dan het Angelsaksische systeem, aldus Louis Verbeke : “Ik pleit voor een niet-gesanctioneerde gedragskode voor bestuurders. Als je te nadrukkelijk boetes of gevangenisstraffen oplegt, ontstaat een Wet vanGresham-effekt, slechte bestuurders drijven de goede bestuurders uit.”
“In Vlaanderen groeit de belangstelling voor aandeelhoudersstrategieën. In Wallonië lijken dat vandaag luxeproblemen,” vult professor Lutgart Van den Berghe, co-stichter, aan. Het Instituut voor Bestuurders is een smeltkroes. Niet alleen corporate governance draagt de belangstelling weg, ook de verankering, het typisch Belgische gebrek aan risicokapitaal en de beurs. Dat alles in een internationaal raam.
Louis Verbeke : “De Vlamingen en de Belgen hebben een vermijdingsreaktie, de Nederlanders een veranderingsreaktie. De Belg denkt in personen, voor de raad van bestuur kiest hij vrienden, een Nederlander denkt in strukturen. Hij bestudeert de rotatie van de bestuurders, welk type van mensen met welke bekwaamheid en met welke timing dienen te zetelen in de raad. Onze personalistische aanpak vertaalt zich in de beste en de slechtste praktijken. In België is er geen slechtere etiek dan in Nederland.”
Het Instituut voor Bestuurders zal onder meer vormingspakketten en handleidingen ontwikkelen voor bestuurders. Wat is de kunst van het kommuniceren in een raad van bestuur ? Hoe praat het management met de raad ? Louis Verbeke : “Niets is gevaarlijker dan een overdosis aan dokumenten en wispelturigheid. Je moet niet de samenstelling van je raad van bestuur wijzigen als de formule van je suksesvolle joghurt verandert. Alle goede zaken zijn tegelijk eenvoudig en ingewikkeld. Bij de aankoop van een staalfabriek kan de raad van bestuur niet in detail kontroleren of het een prima koop is of een miskoop. De raad moet toetsen of de metodiek van het besluitvormingsproces goed is en of het in de strategie van de onderneming past.”
Organizatie.
Wie financiert het instituut ? En hoeft een nieuwe organizatie voor ondernemers wel ? Louis Verbeke : “Ik ben een geboren optimist, maar mijn optimisme neemt me niet op sleeptouw als ik vaststel dat er fikse steun leeft in Vlaanderen voor ons initiatief. Le Soir schreef al terecht dat het instituut een typisch Vlaamse cocktail wordt van academici, zakenmensen, consultants en politici. Het Instituut staat tegen de achtergrond van Vlaamse ondernemingen die samenklitten om grotere dingen te doen en een Vlaamse regering die het nut erkent van professionelere bestuurders voor het bedrijfsleven.”
Jo Libeer, gedelegeerd beheerder van de Kortrijkse Kamer van Koophandel, wordt vanaf 1 maart sekretaris-generaal van het Instituut voor Bestuurders (zie Trends, 1 februari ’96). Hij leidt het nieuwe facilitaire bedrijf, zoals Louis Verbeke en Lutgart Van den Berghe het eensgezind noemen. Tussen medio januari en medio februari wordt de raad van bestuur uitgebreid met ondernemers die zich qua geld en tijd willen inzetten. Onder meer Louis Verbeke, Lutgart Van den Berghe, Roel Nieuwdorp van De Bandt, Van Hecke, professor Wymeersch (Gent, Namen), een McKinsey-man en een vertegenwoordiger van het VEV zetelen in die raad van bestuur. “Wij zijn met sympatie door het VEV bejegend, wat niet evident is als nieuwe speler in het patronale veld,” aldus Louis Verbeke.
De jaarbegroting van het instituut bedraagt 30 miljoen frank. De Vlaamse regering stort gedurende 3 jaar 6 miljoen frank. “De start gebeurt dus vrij probleemloos, maar we willen sponsoringkontrakten met 20 à 30 bedrijven,” meldt Lutgart Van den Berghe. Namen ? Generale Maatschappij, L&H, Gimv, ABB, Ackermans & van Haaren, van Gansewinkel, Terca, Spector zegden al toe, een mix dus van een klassieker, een halve staatsonderneming en nieuwelingen. Na 3 jaar moet het Instituut grotendeels zelfbedruipend zijn door het kursusgeld en de ledenbijdragen.
Louis Verbeke : “We betrekken in de eerste plaats bestaande initiatieven en strukturen bij het Instituut. Het Instituut voor Bestuurders is geen exclusief verbond met de Vlerick School voor Management. Vlerick is bekend om zijn strategieën op basis van netwerking. We leggen lijnen naar de Vlaamse Management Associatie, de Vlerick Alumni, de KU-Leuven en universiteiten over de taalgrens.” “Wat het eigenlijke werk betreft, beginnen we met het in kaart brengen van de situatie in België,” aldus Lutgart Van den Berghe. Volgen ooit op de Cadbury Rules de Vlerick Regels ? Louis Verbeke : “Regels veranderen effektief het gedrag, kijk maar naar het boeiende effekt van de vingerwijzingen van de Cadbury Commission in Engeland.”
FRANS CROLS
LOUIS VERBEKE (LOEFF, CLAEYS, VERBEKE) EN LUTGART VAN DEN BERGHE (RIJSEL, VLERICK SCHOOL VOOR MANAGEMENT) In Vlaanderen groeit de belangstelling voor aandeelhoudersstrategieën.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier