Burger, doe ik het goed?
Momenteel beleven we de hoogdagen van de jaarverslagen. Na de zoveelste revisie van tekst en illustraties wordt het rapport afgeleverd. Als de resultaten niet beter uitvallen dan het jaar voordien, volgt een uitvoerige verklaring voor de dip in de prestaties. Verrassingen zijn er zelden, omdat kwartaalcijfers, aangevuld met de opinies van financiële analisten, de geïnteresseerde aandeelhouder een duidelijk beeld hebben gegeven van wat er hem te wachten stond. Het is met jaarverslagen niet anders dan met schoolrapporten. Het uiteindelijke resultaat kan men vrij goed vooraf inschatten, maar de uitleg die men eraan geeft is altijd interessant.
Goed gedrag. Een financieel jaarverslag is voor een bedrijf dat zich respecteert, evenwel al lang niet meer voldoende. De lokroep van de beurs en de grote meerwaarden hebben de belangstelling voor die cijfers weliswaar doen toenemen, maar de burger zoekt nu ook eerbaarheid in de onderneming waarin hij zijn centen belegt. Het gaat uiteindelijk wel om dividenden, P/E-ratio’s en cashflow, maar dan toch liefst in een bedrijf dat het ook goed meent met de samenleving. Het resultaat telt, maar de manier waarop het gehaald wordt, is op zijn minst even belangrijk.
Er bestaat zelfs een interessant verband: ondernemingen die goed scoren met ethische en duurzaamheidsindexen, staan ook op de beurs beter aangeschreven en houden de winsten op een goed peil. Net als op school (althans op de scholen die er nog aandacht voor koesteren), moet je een bewijs van goed gedrag verdienen. En dat wordt alsmaar moeilijker, want steeds weer verschijnen er bijkomende toetsen. Bovendien neemt het aantal juryleden sterk toe.
Aanvankelijk werd in de ethische beoordeling van internationale ondernemingen vooral aandacht besteed aan kinderarbeid. De reuzen uit de textiel- en schoenensector werden met argusogen gevolgd, omdat hun producten vaak in ontwikkelingslanden worden gemaakt, waar een aantal leveranciers het niet onbetamelijk vindt om kinderen in te zetten. Het gebruik van sweatshops voor de aanmaak van dure merkkledij werd door pers een belangengroepen breed belicht. Niet zelden waren Nike en Levi’s het doelwit van zware aantijgingen. Het mag dan ook niet verbazen dat zij al jaren actief zijn met het uitwerken en toepassen van gedragscodes die het bewijs kunnen leveren van hun welgemeende burgerzin.
Inmiddels prijkt burgerzin (spreek uit: Corporate Social Responsability) bovenaan de agenda van vele mondiale bedrijven. Kinderarbeid is al lang niet meer het enige aspect waaraan aandacht wordt besteed. Goede arbeidsvoorwaarden, het vrijwaren van het recht tot vereniging en het aansluiten bij een vakbond zijn een noodzaak om op dit punt een voldoende te halen. Het is best mogelijk dat de Europese Commissie deze punten opneemt in haar witboek over burgerzin, dat ze eind juni publiceert. Daarin verwachten we ook bepalingen over het recht op informatie en consultatie, opleiding, training en antidiscriminatie.
Verantwoordelijk ondernemen.
Een goede onderneming heeft echter niet alleen oog voor het sociaal welzijn van haar werknemers, steeds meer wordt ook verwacht dat ze het bewijs levert begaan te zijn met het milieu. Na de verklaring van de Amerikaanse president Bush over het Kyoto-akkoord en de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen polsen milieu-organisaties mondiale bedrijven over hun standpunt ter zake en over specifieke maatregelen die zij zullen nemen om de Kyoto-normen te halen.
Het toezicht op het goed gedrag van ondernemingen is niet langer passief. De drukkingsgroepen wachten niet geduldig op het jaarrapport dat een bedrijf daarover publiceert om al dan niet in actie te treden. Elk feit of incident waar ook ter wereld, dat niet passend wordt geacht voor een bedrijf dat zich beroept op goed gedrag, kan de aanleiding vormen voor een doelgerichte actie, die de reputatie schade kan toebrengen. Het internet speelt hierbij een uitermate belangrijke rol, niet alleen in het verzamelen van de gegevens, maar ook in het opzetten van acties en het plaatsen van name and shame-berichten op de websites. In de Verenigde Staten zijn ook een aantal hate-sites tegen bepaalde bedrijven opgezet, die burgers ertoe aanzetten de producten te boycotten. Ongetwijfeld waait die praktijk snel over naar Europa.
Je hebt er dus alle belang bij om je als een verantwoordelijk ondernemer te gedragen én om daarvan uitvoerig verslag uit te brengen. Je hoeft niet alleen uit te leggen hoe goed je het wel doet. Bij de beoordeling van het gedrag zullen de juryleden van de overheden en de drukkingsgroepen zelfs sympathie tonen voor de tekortkomingen, áls je ze maar toegeeft en er liefst een plan bijvoegt hoe je je gedrag op korte termijn zal verbeteren.
Wie mondiaal actief wil zijn, moet ook bewust een aantal waarden uitdragen en verdedigen. Het feit dat in sommige landen andere regels gelden of dat men niet verantwoordelijk gesteld kan worden voor de daden van alle leveranciers en tussenpersonen, is geen voldoende verontschuldiging en leidt automatisch tot een onvoldoende voor goed gedrag en zeden.
De auteur is sinds 1990 European Affairs Officer bij Ford Motor Company en was voordien actief in de pers en de financiële wereld.
Huib Crauwels
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier