Buizen voor Brazilië
Wie voorbij de clichés – samba, carnaval, voetbal – kijkt, ziet dat in Brazilië ook geld te verdienen valt. Ook voor Vlaamse kmo’s. Fomeco, de producent van uitlaatbuizen voor vrachtwagens uit Zwevegem, heeft er een vestiging geopend.
Iemand moet hier vervoeren. Het spoorvervoer is verwaarloosbaar, binnenvaart onbestaande. Blijft over: vrachtwagens.” Veel woorden heeft Wouter Werbrouck niet nodig om de Braziliaanse transportmarkt te beschrijven. Hij is administratief en commercieel directeur van Fomeco do Brasil in Jundiai, een uur van São Paulo. Fomeco plooit en bewerkt buizen tot uitlaatpijpen voor vrachtwagens en bussen. “Met de verkoop van vrachtwagens kan het hier alleen maar vooruitgaan. Groeit de economie, dan groeit het transport. Maar de Braziliaanse economie moet het tegen wil en dank doen met vrachtwagens. De wegen naar de havens zitten verstopt met duizenden wachtende vrachtwagens.”
Het armtierige wegennet is niet voorzien op de groei. Zelfs São Paulo – de economische hoofdstad met elf miljoen inwoners – heeft geen ringweg. Alle verkeer naar de haven moet door het centrum. Maar zolang niet alle wegen verstopt zitten, kan de economie nog doorgroeien en dus ook Fomeco. De achttien arbeiders en hun machines staan nu nog wat verloren in de grote productiehal, maar niet lang meer. Nieuwe machines komen binnen, wat de productie tegen januari volgend jaar moet verdubbelen.
Fomeco do Brasil ging in maart van start. “Braziliaanse klanten als Volvo en Scania vroegen ons in 2004 om ginder een vestiging te openen. Dat zou de transportkosten drukken”, zegt bedrijfsleider Bea Schurmans, samen met haar man eigenaar van Fomeco. “We bezochten mogelijke lokale partners en zagen middeleeuwse toestanden. Buizen werden geplooid onder persen of in kleine stukjes aan elkaar gelast om er een plooi in te krijgen. Geploeter zonder visie. Van plooimachines hadden ze nog nooit gehoord.” Alpino had wel plooimachines. “Die waren primitief, maar het had verder gekeken dan de eigen neus.” Toch was de gezamenlijke holding pas twee jaar later een feit. Fomeco nam zestig procent, Alpino de rest. Contracten had Fomeco bij aanvang niet. “Wie geen risico wil nemen, moet thuis blijven”, zegt Schurmans, winnares van de Womed Award 2007.
Creatief en flexibel
De klanten kwamen. Geen grote verrassing in een vrachtwagenmarkt die jaarlijks met twintig procent groeit, schat Werbrouck. “Binnenkort leveren we ook aan Ford en Volkswagen.” Niet dat Fomeco’s pad nu met rozen bezaaid ligt. Zo ontsnapt ook Brazilië niet aan de stijging van de grondstoffenprijzen. “De leverancier van de stalen buizen, een lokale producent, heeft dit jaar al vier keer zijn prijs verhoogd, telkens met meer dan tien procent. Krijg dat maar eens doorgerekend aan je klant. Wij werken met leveringscontracten van vijf jaar tegen vaste prijs. Als ik de aankoopdirecteur bel om de prijs van de stalen buizen te heronderhandelen, is die nooit aanwezig, uiteraard.”
Toch denkt Werbrouck dat Fomeco’s eerste boekjaar in Brazilië op winst eindigt en met een omzet van zo’n 2 miljoen euro. “De winstmarge is ongeveer gelijk aan die van de Belgische vestiging. De totale kosten zijn hier wel lager, maar ook ons eindproduct is goedkoper.”
Een Braziliaanse arbeider kost vier keer minder dan een Belgische. “Maar hier heb je veel indirecte kosten. Een werkgever moet in vervoer van en naar het bedrijf voorzien. En ook maaltijden, je moet dus een keuken installeren. Dat tikt aan.” De spirit onder de werknemers maakt veel goed. Brazilianen werken zoals ze voetballen: creatief en flexibel. “Een technisch probleem, een dringende bestelling, onverwachte overuren, ze lossen het altijd snel en efficiënt op. Ze zijn erg zelforganiserend. En ze werken hard, heel hard.” Het cliché van de tropische levensgenieter klopt niet. Toch niet in de deelstaat São Paulo, want in het onmetelijk grote Brazilië verschilt een Paulista evenveel van een Bahiaan (een inwoner van Bahia, meer tegen de evenaar) als een Noor van een Italiaan.
Custo Brasil
Hier tropische cliché klopt wel voor de overheid. Het heeft Fomeco veel moeite en tijd gekost om een Braziliaans handelsregisternummer te krijgen. De statuten werden vertaald in het Portugees door een beëdigde Braziliaanse vertaler, zoals vereist. Maar die vertaler woonde in België. Voor het handelsregister was dat een probleem. Er zat niets anders op dan de vertaling over te doen in Brazilië.
Het is een typisch voorbeeld van de custo Brasil, de Braziliaanse kost. Bedrijven moeten optornen tegen bureaucratie, complexe regelgevingen, een stroeve arbeidswetgeving en een oerwoud aan belastingen. “Een van de vele belastingen is de ICMS, een soort btw. Het exacte tarief verschilt naargelang van de deelstaat. Scania ligt in de deelstaat São Paulo, daar moet ik achttien procent aanrekenen. Volvo zit dan weer in Parana: twaalf procent. Hier moet je steeds de vraag stellen: betaal ik wel al mijn belastingen en zo ja, betaal ik de juiste belastingen?” De milieuregels zijn streng. “Een inbreuk kan de sluiting van je bedrijf betekenen of zelfs een gevangenisstraf. Huur goede adviseurs in: een jurist, een boekhouder, enzovoort, mensen die op de hoogte zijn van wéér een nieuwe wet en wéér een nieuwe belasting. Niet goedkoop, maar de investering betaalt zich meer dan terug.”
Sommige ondernemers proberen de custo Brasil te omzeilen door ambtenaren om te kopen. “Daar begin ik niet aan. Omdat het gewoon niet loont. Brazilië is snel aan het veranderen. Dat zie je bijvoorbeeld bij de fiscus. Die haalt de beste mensen binnen, de professionalisering is daar een feit. Maar waar gaat al dat belastinggeld naartoe? Ik zie het niet. De overheid verbergt zich, maar kan dat niet volhouden. Neem de havens. Die zitten overvol, terwijl de uitvoer enorm groeit. De regering investeert niet in havenuitbreiding. De overheid blokkeert letterlijk de groei.” Ook de kwaliteit van het lager en middelbaar onderwijs is bedenkelijk. En privéonderwijs is duur. “Ik kom zelf uit een Vlaams arbeidersgezin, maar kon studeren aan de universiteit. De kinderen van onze arbeiders zitten nog minstens voor een generatie vast aan handenarbeid.” (T)
Door Jozef Van Gelder
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier