Buitenlandse levensverzekering ontspringt niet langer de dans

Levensverzekeringen die in Luxemburg of Zwitserland afgesloten werden, moeten voortaan aangegeven worden. Een kleine en ietwat verborgen maatregel naar aanleiding van de begrotingsopmaak dreigt duizenden Belgen geld te kosten.

Een Zwitserse privébankier stuurde vorige week een mail naar zijn Belgische klanten. Hij had op de website van ons Franstalige zusterblad Tendances gelezen dat buitenlandse levensverzekeringspolissen voortaan gemeld moeten worden op de belastingaangifte. In België werd tot nu weinig aandacht besteed aan die nieuwe regel, maar hij is blijkbaar wel van aard om een Zwitserse bankier te alarmeren. Terecht, want voor veel Belgen heeft dit grote financiële gevolgen.

Ontzien in 2011

Om te begrijpen waarover het gaat, is een korte flashback nodig. Tot nu toe was de zogenoemde vermogensverzekering uit de grijpgrage handen van de Belgische staat gebleven. Dat is een instrument voor successieplanning dat de Belgen al vele jaren op prijs stellen. Het werd niet geraakt door de maatregelen in de roerende fiscaliteit die in de herfst van 2011 opgenomen werden in het regeerakkoord.

Herinner u dat onze ministeriële eminenties toentertijd nochtans heel wat verbeelding aan de dag legden om in een crisisperiode een begrotingsevenwicht te vinden. Het arsenaal van maatregelen die ook de spaarders en hun roerend patrimonium raakten, omvatte een verhoging van de voorheffing, een verhoging van de taks op beursoperaties en het idee van een ‘rijkentaks’ van 4 procent. Er was echter niets bij dat de Belgische of buitenlandse verzekeringsproducten rechtstreeks raakte.

De troeven van de Luxemburgse tak21 (met vast rendement) en tak23 (gekoppeld aan beleggingsfondsen) blijven ten opzichte van wat een klassieke Belgische verzekeringsmaatschappij kan aanbieden dus overeind. Het gaat dan om de gunstige fiscale behandeling en de anonimiteit voor de Belgische fiscus. Zulke beleggingen ontsnappen immers aan de Europese spaarrichtlijn en zijn niet onderworpen aan de Europese voorheffing van 35 procent. Er wordt ook geen informatie over uitgewisseld. Tot slot bieden ze ook stevige voordelen voor de samenstelling van het vermogen. Er worden bijvoorbeeld successierechten vermeden tussen twee verzekeringsnemers die gehuwd zijn onder het stelsel van de scheiding van goederen.

Zoals voor de bankrekeningen

Maar een jaar later is de wind gekeerd. In de eerste plaats wat de tarifering betreft. In 2013 wordt de taks op de levensverzekeringspremies opgetrokken van 1,1 tot 2 procent, zowel voor Belgische als buitenlandse contracten. Die 1,1 procent werd in 2006 ingevoerd en had een serieuze impact op de populariteit van dat soort verzekeringen. De premie-incasso’s gingen met verschillende miljarden naar beneden. “Het was geen eenvoudige turbulentie, maar een echte luchtzak”, benadrukt Wauthier Robyns, de woordvoerder van Assuralia, de beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen. “Een kwart van de omzet verdween.”

De toekomst moet uitwijzen of de bijna- verdubbeling van de taks dezelfde gevolgen heeft. De regering rechtvaardigt de ingreep met het argument dat het om een compensatie gaat voor het ontbreken van roerende voorheffing op die producten.

Maar zelfs dat is het probleem niet. “Zelfs met een verhoogde belasting blijft de vermogensverzekering interessant, vergeleken met de bankproducten die onderworpen zijn aan de fors opgetrokken roerende voorheffing”, verduidelijkt een financieel adviseur gespecialiseerd in verzekeringsproducten.

Maar de levensverzekeringen worden een tweede keer getroffen. Binnenkort moeten Belgen ook hun levensverzekeringscontracten aangeven die ze in het buitenland hebben afgesloten. Het gaat om de polissen die bank(-verzekeraars) in Luxemburg en Zwitserland aangeraden hebben om de Europese roerende voorheffing te vermijden en uit het zicht van de fiscus te blijven. Vanaf 2013 moeten deze contracten in de belastingaangifte vermeld worden, net zoals dat al het geval is voor de bankrekeningen die buiten onze grenzen aangehouden worden. Van die bankrekeningen moeten overigens niet alleen het bezit maar ook de inkomsten aangegeven worden.

Kiezen

Het lijdt geen twijfel dat vele belastingbetalers zich in de haren krabben door deze nieuwe verplichting. “Het psychologische effect mag niet onderschat worden”, zegt een Belgische privébankier. Vooral spaarders die volledig ‘wit’ geïnvesteerd hebben in zulke producten, zitten met vragen. Denk bijvoorbeeld aan de mensen die een groepsverzekering uitbetaald hebben gekregen of hun huis verkocht hebben, om de opbrengt vervolgens te investeren in een levensverzekering in het buitenland. Voor die mensen geldt echter dat “aan de aangifte die ze vanaf volgend jaar moeten doen niets verandert”, zegt onze eerste gesprekspartner. “Integendeel, het zal hen geruststellen dat ze op die wijze in orde zijn ten opzichte van de Belgische fiscus.”

Maar wat met de andere belastingplichtigen? Namelijk diegenen naar wie Karel Anthonissen, directeur bij de BBI, onlangs verwees. Hij vermoedt dat er op grote schaal gefraudeerd wordt met levensverzekeringen. Zijn betoog kwam erop neer dat heel wat beleggers hun geld verschuilen achter eenvoudige verzekeringspolissen die ze in het buitenland onderschrijven, in afwachting dat de fiscale verjaring van zeven jaar afloopt. Voor zulke spaarders, die de kaart van de buitenlandse levensverzekering uitspeelden om zwart geld mettertijd wit te wassen, heeft het uur van de waarheid geslagen.

Binnenkort moet een keuze gemaakt worden, want de nieuwe fiscale amnestie staat voor de deur. Wie het spel niet eerlijk speelt, kan er nog altijd voor kiezen niks aan te geven. “Maar dan schuiven ze het probleem alleen maar voor zich uit”, waarschuwt een andere ingewijde van de Luxemburgse levensverzekeringssector. Ze blijven immers het risico lopen dat ze ooit verklikt worden door hun buitenlandse bank(-verzekeraar). Want volgens de nieuwe Europese richtlijn kan het zijn dat vanaf 2017 buitenlandse verzekeraars verplicht worden bepaalde informatie door te geven aan de belastingadministratie, en dus ook gegevens over levensverzekeringen.

Maar zover zijn we nog niet. Vooral omdat het mogelijk is om gebruik te maken van de fiscale amnestie om het vermogen te regulariseren, met of zonder repatriëring. Rest de vraag wat vanaf 2013 aangegeven moet worden. Voor wie in tak23 zit, die vrijgesteld is van roerende voorheffing, moet enkel het bestaan van het contract aangegeven worden. Voor wie een spaarverzekering in tak21 afgesloten heeft, hangt alles ervan af of er in het bewuste belastingjaar een afkoop gebeurd is. De inkomsten blijven vrijgesteld van roerende voorheffing op voorwaarde dat de looptijd minstens acht jaar of de overlijdensdekking 130 procent van de aanvankelijke investering bedraagt. In dat geval moet enkel het bestaan van het contract vermeld worden in de aangifte. Als niet aan die voorwaarden voldaan is, moeten ook de ontvangen inkomsten vermeld worden en dat tegen een fictieve interest van 4,75 procent.

SÉBASTIEN BURON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content