BUITENLANDSE INVESTERINGEN. BETERSCHAP ?
Premier Jean-Luc Dehaene maakte vorige week in de VS bekend dat hij binnen het ministerie van Financiën een aparte cel wil oprichten om Amerikaanse bedrijven voor te lichten over investeren in België. “Daar zitten we niet op te wachten, ” zegt Paul D. Sher, Amerikaans advokaat in Brussel en voorzitter van het investeringskomitee van de Amerikaanse Kamer van Koophandel in België. “Weer een voorlichtingsinstelling erbij ! Het probleem voor potentiële investeerders in België is de verwarring die ontstaat door het teveel aan dergelijke instellingen. “
The Wall Street Journal schreef vorige week dat de investeringen van Amerikaanse ondernemingen in België 11 miljard dollar (340 miljard frank) belopen, dat hun filialen 145.000 Belgen werk verschaffen en bijna een kwart van de Belgische export voor hun rekening nemen. De Amerikaanse investeringen zouden echter teruglopen. Twee jaar geleden was de investeringsreputatie van België in de VS zo slecht dat Juan Cassiers, de Belgische ambassadeur in Washington, in een rapport de alarmklok luidde en dat Jim Prouty, de voorzitter van de Amerikaanse Kamer van Koophandel in ons land, onze politici verweet geen beleid te hebben met betrekking tot buitenlandse investeringen. De Amerikaanse Kamer heeft inmiddels een nieuw rapport klaar dat volgende maand verschijnt. Paul D. Sher is één van de hoofdauteurs.
– TRENDS. Is het Belgisch investeringsbeleid nog steeds zo’n ramp ?
– PAUL D. SHER. Neen. Het rapport van Cassiers en de interviews van Prouty hebben de Belgische beleidsmensen blijkbaar wakker geschud. Er was vorig jaar een opmerkelijke verbetering van de situatie merkbaar. Heel wat ergerlijke problemen waarop wij eerder wezen, zijn weggewerkt. De herstrukturering van Belgacom heeft ertoe geleid dat het telekommunikatiewezen in België thans “normaal” genoemd kan worden. Vroeger werden investeerders afgeschrikt door het feit dat men soms maandenlang op een telefoonaansluiting moest wachten. Dat is niet meer het geval. De frustrerende toestanden waarbij echtgenoten van buitenlandse managers elke maand op het gemeentehuis moesten aanschuiven voor een verlenging van hun verblijfsvergunning, zijn eveneens voorbij. Die verlenging verloopt nu automatisch. Maar vooral de regeringsbeloften betreffende koördinatie- en distributiecentra stemmen ons hoopvol.
– De wetgeving op koördinatiecentra werd om de haverklap veranderd, zo kloeg uw Kamer twee jaar geleden.
– België heeft met de koördinatiecentra een echt wapen om investeerders aan te trekken. Koördinatiecentra kunnen er buitenlandse investeerders toe overhalen om hun hoofdkwartieren in België te vestigen. Helaas veranderde de Belgische wetgeving konstant door fiskale ingrepen. We hebben er in onze kontakten met de autoriteiten voortdurend op gewezen dat deze onzekerheid nefast is. Investeerders verlangen twee dingen : stabiliteit en transparantie. Minister van Financiën Philippe Maystadt heeft ons thans de formele verzekering gegeven dat er geen nieuwe wijzigingen meer op til zijn in de wetgeving op de koördinatiecentra.
– U hebt goede kontakten met het ministerie ?
– We hebben ons hard ingezet voor de koördinatiecentra. Een andere zaak waar we hard voor gewerkt hebben, is de ministeriële omzendbrief van 30 november 1994 inzake distributiecentra. Vele Amerikaanse bedrijven zoeken een vestigingsplaats van waaruit zij goederen die thuis worden geproduceerd, in Europa kunnen verdelen. Distributie bestaat niet enkel uit vervoer en opslag maar er komt een hele administratie bij die vele banen oplevert. De Nederlanders hebben dit zeer goed begrepen. Zij hebben een aantrekkelijke wetgeving op de distributiecentra en trekken daarmee zo’n 70 % van alle distributiecentra in Europa naar zich toe. De omzendbrief van Maystadt voorziet in een nieuw fiskaal regime voor distributiecentra en is een eerste en belangrijke aanzet om ook België op dit vlak te profileren.
– U hebt nog andere voorstellen ?
– Bijvoorbeeld call centers. Men telefoneert naar een bepaalde dienst en de oproepen worden ergens gecentralizeerd. Dat kan gelijk waar zijn. Het enige wat men nodig heeft, zijn telefoonlijnen. Een call center lijkt op een distributiecentrum, maar in plaats van goederen te distribueren, distribueer je diensten. In Amerika heeft men call centers in uithoeken van het land die daar enorme werkgelegenheid scheppen. Sommige landen, zoals Ierland en Nederland, hebben het belang van call centers reeds ingezien. Indien een onderneming echter een call center wil vestigen in België, dan moet het daartoe individueel een regeling zien te treffen met Belgacom. Een wettelijke omkadering voor call centra zou een prachtige aanvulling zijn op een wetgeving op distributiecentra.
– Blijven de hoge arbeidskosten de grootste handicap voor investeren in België ?
– Ja, en de Nederlanders spelen dat tegen België uit. In Europa, heeft alleen Duitsland hogere loonkosten dan België. Nederland staat heel wat plaatsen lager. In cijfers uitgedrukt zijn de verschillen misschien niet zo heel groot, maar in Duitsland en Nederland gaat het een betere richting uit, terwijl we vermoeden dat het in België nog erger wordt. Ook de plannen voor werktijdverkorting zijn een slechte zaak.
Omwille van zijn loonkosten verliest België de kompetitieve voordelen die het voor investeerders heeft. Vooral Groot-Brittannië is een konkurrent. De kosten van arbeid liggen er stukken lager en het is het enige land in Europa waar de arbeidsduur niet vermindert.
– U bent skeptisch over het plan van Dehaene om een cel op te richten bij het ministerie van Financiën om investeerders in te lichten.
– Naast stabiliteit wil een investeerder transparantie en duidelijkheid. In België werven zowel de federale autoriteiten als die van de gewesten investeerders. Voor een buitenlander is dat verwarrend. Hij weet op de duur niet meer tot wie zich te richten. Bovendien zie ik het nut niet in van de nieuwe cel. De meeste geïnteresseerde Amerikaanse investeerders nemen kontakt op met de investeringsdienst van de Amerikaanse Kamer van Koophandel in Brussel. Zowel wij als de diverse diensten van de Belgische gewesten kunnen investeerders inlichten over de fiskale situatie in België. Daar is geen nieuwe cel voor nodig.
België beheerst één zaak niet die Nederlanders wél beheersen : de kunst van het verkopen. Daarvoor is het nodig dat men met één, duidelijke stem spreekt. In Nederland zijn regels vaak weinig flexibel, maar duidelijk. In België zijn ze soepel maar onduidelijk. Het is die onduidelijkheid die de investeerder afschrikt.
PAUL BELIEN
PAUL D. SHER (AMERICAN CHAMBER OF COMMERCE) “De Belgische onduidelijkheid schrikt investeerders af. “
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier