Buigen of Barsten
Diverse sectoren wrijven op vraag van Trends over hun glazen bol. Ze proberen in te schatten hoe ze de volgende moeilijke kwartalen doorkomen. Er is sprake van toenemende ongerustheid, maar niet van een algemene moedeloosheid. Of nog niet.
Hoop doet niet alleen leven, hoop doet ook de economie draaien. Zonder hoop en zonder vertrouwen zijn er geen investeringen, geen aanwervingen, geen gezinsbestedingen. Hoop is daarom zelfvervullend, op voorwaarde dat de hoop lang genoeg kan standhouden. Maar dat wordt een lastige opdracht.
Dat blijkt ook uit de reacties die Trends sprokkelde in de diverse sectoren. De distributeurs en voedingsbedrijven hopen niet te lang gekneld te zitten tussen de hoge aankoopkosten en de klanten van wie de koopkracht aangetast is. De bankiers hopen dat de kredietcrisis eindelijk uitgeraasd raakt en knijpen intussen de billen dicht. De transporteurs hopen dat de brandstofkosten hen de das niet omdoen en laten hun ongenoegen steeds luider klinken. Ook de chemiesector schommelt tussen hoop en vrees, dat wil zeggen tussen nog goede exportvooruitzichten enerzijds en hoge loon- en energiekosten anderzijds. De textielsector is er het ergst aan toe, met een krimp van 8 % in het eerste kwartaal van 2008. De bouw blijft het opvallend goed doen en heeft voorlopig geen boodschap aan de kredietcrisis en het koopkrachtverlies. De groei vertraagt misschien, maar van een recessie is geen sprake.
De Belgische economie is in het zog van de internationale conjunctuur in een ‘stagflatie-light’ terechtgekomen. De inflatie kruipt omhoog, in mei bedroeg de Belgische inflatie 5,2 %, terwijl de economische activiteit achteruitboert. De Nationale Bank stelde haar groeiprognoses twee weken geleden nog neerwaarts bij en houdt het bij een economische groei van 1,6 % in 2008 en 1,5 % in 2009. Twee relatief magere jaren dus. Al hoeven de ondernemers dus ook geen heuse recessie te vrezen. Toch kan de aanhoudende stroom slecht nieuws over de oplopende prijzen voor olie en voeding, over de tanende koopkracht, over de strengere kredietvoorwaarden en over de oplopende begrotingstekorten zich in de hoofden van de consumenten en de producenten nestelen. En nog meer roet in het eten gooien. Sneuvelen de hoop en het vertrouwen, dan moeten de prognoses weer herzien worden – naar beneden welteverstaan.
De jongste conjunctuurrondvraag van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) leert dat bijna de helft van de sectoren pessimistisch is over de tweede helft van het jaar. 72 % van de sectoren ziet in die periode zijn rendabiliteit erop achteruitgaan. De ondernemers citeren de sterke euro en de dreigende loonprijsspiraal als de voornaamste schuldigen. Logisch gevolg is dat de bedrijfsinvesteringen, heel dynamisch tot 2007, op een lager pitje worden gezet. De moeilijke financieringsvoorwaarden als gevolg van de kredietcrisis dreigen het vuur nog meer uit te blazen.
De ondernemers hebben nog altijd meer dan een strohalm om zich aan vast te klampen. Een echte uitbraak van stagflatie moet uitblijven. Tenzij de olieprijzen blijven doorstijgen, en de kaap van 200 dollar (of meer) ronden, moet de inflatie in de tweede jaarhelft afkoelen. Dan kan ook de koopkrachtpsychose bedaren en kan de oplopende loonkostenhandicap – het verlies dreigt op te lopen tot 3 % voor de periode 2007-2008 – tot staan worden gebracht. Voor alle duidelijkheid: tot nu is de koopkracht niet gedaald, al is het kantje boord.
De koopkracht houdt stand dankzij de stijgende werkgelegenheid, wat nog een cadeautje is van de goede conjunctuur van de voorbije jaren. Bovendien aarzelen bedrijven nu om het mes te zetten in hun personeelsbestand. Ze doen dat in de wetenschap dat bij een economische heropleving een dure oorlog om steeds schaarser wordend talent dreigt te escaleren. Zolang de arbeidsmarkt het niet begeeft, zullen de gezinnen het geld laten rollen, desnoods, zo denkt de Nationale Bank, door wat minder te sparen om de stijgende kosten te financieren.
Dat de Belgische en de Europese economie door de huidige cocktail slecht nieuws (kredietcrisis, olieschok, dure euro en zwakke Amerikaanse groei) nog niet stomdronken in een recessie is terechtgekomen, mag op het conto van de export naar de groeilanden geschreven worden. De gaspedaal van die groeimotor kunnen we echter niet indrukken. En het blijft bang afwachten hoe de groeilanden voorts reageren op de zwakte van de Amerikaanse economie, die nog kwartalen kan aanslepen. Maar hoop doet leven.
Illustratie Inge Bogaerts
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier