BTW. OP AFSTAND VERKOPEN. Zeer complexe regeling
Men hoort wel eens zeggen dat de BTW vroeger een vrij gemakkelijke belasting was. Gemakkelijk, omdat de principes ervan vrij eenvoudig te begrijpen waren. De praktische uitvoering van deze belasting zorgde dan ook niet voor veel problemen.
Sedert begin 1993 is de BTW een moeilijke belasting geworden. Vooral bij transakties die de landsgrenzen overschrijden. Dat komt omdat er op BTW-gebied binnen het hele gebied van de Europese Unie eigenlijk geen grenzen meer zijn, zodat er binnen de Unie ook geen sprake meer is van in- en uitvoer. Als ik goederen verkoop aan een Fransman en die goederen ook werkelijk vanuit België in Frankrijk lever, dan vond er voorheen een uitvoer van goederen plaats uit België, met daaropvolgend een invoer van die goederen in Frankrijk.
Van invoer is sedert 1993 alleen nog sprake als goederen ingevoerd worden van landen buiten de Europese Unie. En omgekeerd is er sedert dezelfde datum ook nog slechts van uitvoer sprake als goederen vanuit een land in de Unie worden uitgevoerd naar landen buiten de Unie.
De logische konsekwentie van het afschaffen (voor de BTW) van de onderlinge binnengrenzen van de Lidstaten, was geweest dat alle leveringen van goederen met BTW belast zouden worden in de Lidstaat van oorsprong. Daar waar de leverancier ze ter beschikking stelt van zijn klant, of daar waar het vervoer van de goederen met het oog op hun levering aanvangt.
Maar iedereen weet dat het altruïsme van souvereine staten is als het op belastingen aan komt niet groot is. De bereidheid om de binnengrenzen op te geven, ging niet zover dat zij ook bereid waren om de invoer-BTW te derven.
GEMENGD.
Vandaar dat een zeer ingewikkeld systeem is uitgedokterd waarbij het principe van de BTW-heffing in het land van oorsprong in een groot aantal gevallen werd vervangen door het principe van de BTW-heffing in het land van bestemming. Het gevolg is dat we op dit ogenblik te maken hebben met een gemengd stelsel dat door zijn ingewikkeldheid meer het uitzicht heeft van een monster met verschillende koppen dan van een gestroomlijnd, elegant belastingsysteem. Het is immers niet zo dat er een nette scheidingslijn bestaat tussen de groep van de leveringen die het principe van het land van oorsprong volgen, en de andere groep die aan het principe van het land van bestemming onderworpen zijn. Tussen de twee groepen bestaat er nogal wat overloop. Omdat er nogal wat uitzonderingen en biezondere gevallen zijn.
De basisregel is heel eenvoudig : voor leveringen aan partikulieren geldt het principe van het land van oorsprong, terwijl voor leveringen aan afnemers die zelf de hoedanigheid van BTW-plichtige hebben, het principe geldt van het land van bestemming. Maar daar houdt de eenvoud dan ook mee op.
Het inzicht in de materie wordt zeker ook niet in de hand gewerkt door de manier waarop de administratie het belastingplichtig publiek van informatie voorziet. Zo heeft het bijna twee en een half jaar geduurd vooraleer de administratie haar kommentaar kenbaar heeft gemaakt ten aanzien van de nieuwe BTW-regeling voor de intracommunautaire verkoop aan partikulieren, de zogenoemde verkopen op afstand. Dat kommentaar is uiteindelijk een lijvig werkstuk geworden, dat slechts de bevestiging inhoudt van wat hoger al werd gezegd ; namelijk dat heel deze regeling een uitermate complexe aangelegenheid is.
KASTEN EN WAGENS.
Verkopen aan partikulieren volgen in de regel het principe van het land van oorsprong. Wat wil zeggen dat de BTW in beginsel geheven wordt in het land waar de goederen ter beschikking worden gesteld van de koper, of waar het vervoer naar de koper aanvangt. Als ik als Belgische partikulier een kast koop in Italië, dan is daarop in beginsel Italiaanse BTW verschuldigd. Koop ik een das in Parijs, dan betaal ik Franse BTW.
Maar wat als ik een nieuwe wagen aankoop in Duitsland ? Dan geldt dat principe plots niet meer. Het is dan ineens de Lidstaat van bestemming, in casu België, die gerechtigd is de BTW te heffen. Ook als de koper een partikulier is. In het vakjargon zegt men dat de aankoop van een nieuw vervoermiddel in een andere Lidstaat (dan België) steeds het voorwerp moet uitmaken van een intracommunautaire verwerving, althans als het nieuwe vervoermiddel in het kader van die aankoop ook van de ene naar de andere Lidstaat (met name België) wordt overgebracht. Anders gezegd, de BTW-heffing wordt dan niet meer vastgeknoopt aan de intracommunautaire levering van het goed, maar wel aan de intracommunautaire verwerving ervan ; en die vindt plaats waar het vervoer van het aangekochte goed eindigt. Als ik als partikulier een nieuwe wagen aankoop in Duitsland, en die wagen wordt in het kader daarvan overgebracht naar België, dan moet ik die wagen bijgevolg intracommunautair verwerven met Belgische BTW. De plaats van aankomst van het vervoer of de verzending van de wagen is in het voorbeeld immers België.
Een tweede uitzondering op de regel dat bij verkoop aan partikulieren in principe BTW geheven wordt in het land van oorsprong, betreft de al vermelde verkopen op afstand.
Bij het ontwerpen van het nieuwe intracommunautaire BTW-stelsel bestond de vrees dat bijvoorbeeld nogal wat postorderbedrijven zich stelselmatig zouden vestigen in Lidstaten met de laagste BTW-tarieven. Al de goederen die zij vervolgens aan partikulieren waar die ook in de Unie gevestigd zijn verkopen, zouden dan onder toepassing vallen van dat lage BTW-tarief. Ten aanzien van partikulieren geldt immers in de regel de BTW-heffing in het land van oorsprong. Vandaar dat men een zeer ingenieuze uitzonderingsregeling heeft uitgedacht.
REKENING.
Bij verkopen aan partikulieren blijft in principe de regel gelden van het land van oorsprong. Maar zodra het goederen betreft die door of voor rekening van de leverancier worden vervoerd of verzonden naar een andere Lidstaat ruimt het principe van het land van oorsprong in een aantal gevallen plaats voor het principe van het land van bestemming. Niet door deze aankopen ook onder het stelsel te brengen van de zogenoemde intracommunautaire verwervingen (zie hoger) ; wel door te doen alsof de verkoper op afstand (door wie, of voor wiens rekening de goederen vervoerd of verzonden zijn) de goederen niet in het land van oorsprong geleverd heeft, maar wel in het land van bestemming. Bij een verkoop op afstand aan een Belgische partikulier (met verzending van de goederen door of voor rekening van de leverancier naar België) wordt de buitenlandse leverancier bijgevolg geacht deze levering in België te doen ; net alsof hij een binnenlandse leverancier zou zijn. Het gaat bijgevolg niet meer om een intracommunautaire levering. Wel om een louter interne levering in België, door een Belgische leverancier aan een Belgische partikulier. De buitenlandse leverancier (uit een andere Lidstaat) zal zich dan ook met het oog op dergelijke verkopen op afstand in België als BTW-plichtige moeten laten registreren. Het spreekt voor zich dat op deze zuiver intern Belgische levering niets anders dan Belgische BTW verschuldigd kan zijn.
WIJN.
Op welke leveringen is deze regeling inzake de verkopen op afstand van toepassing ? Ten eerste op alle leveringen van aksijnsprodukten. Als ik als partikulier een kistje wijn in Frankrijk aankoop, en ik zelf insta voor het vervoer van dat kistje naar België, dan betaal ik in principe Franse BTW (BTW van het land van oorsprong). Wordt dat kistje evenwel door of voor rekening van de Franse leverancier naar België vervoerd of verzonden, dan treedt automatisch het mechanisme van de verkopen op afstand in werking : de Franse leverancier wordt dan geacht dat kistje wijn niet in Frankrijk, maar wel in België te leveren, alsof hij een Belgische wijnhandelaar zou zijn. Hij moet zich bijgevolg in België laten registreren, en de interne Belgische verkoop van die wijn onderwerpen aan Belgische BTW.
Bij de verkoop aan partikulieren van andere goederen dan aksijnsprodukten, met vervoer of verzending door of voor rekening van de leverancier, treedt het mechanisme van de verkopen op afstand niet automatisch in werking. Dat gebeurt slechts zodra de leverancier een bepaalde verkoopdrempel overschrijdt. Voor België is die vastgesteld op 1.500.000 frank.
Stel dat ik als partikulier een slaapkamer koop in Duitsland en dat deze meubelen door of voor rekening van de Duitse leverancier naar België worden vervoerd. In principe is op die levering dan Duitse BTW verschuldigd (land van oorsprong) ; tenzij de Duitse leverancier dat jaar (of het jaar voordien) al voor meer dan 1.500.000 F goederen vervoerd of verzonden heeft naar Belgische partikulieren (of daarmee gelijkgestelden). Hij wordt dan geacht die slaapkamer in België te leveren, met toepassing bijgevolg van de Belgische BTW. Hetzelfde geldt trouwens ook als de buitenlandse leverancier ervoor zou opteren om de verkoopdrempel van 1.500.000 frank niet toe te passen, en al zijn leveringen aan Belgische partikulieren (en gelijkgestelden) onder toepassing te brengen van de Belgische BTW.
Of hoe deze regeling inzake de verkopen op afstand op een perfekte wijze illustreert dat het niet loont “het gemakkelijk te maken, als het ook moeilijk kan”.
JAN VAN DYCK
Jan Van Dyck is fiskalist.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier