Brusselse rol in trans fers blijft beperkt
Een nieuwe studie zorgt voor een nieuwe stem in het debat over de transfers tussen Vlaanderen en Wallonië: de transfers naar Wallonië komen vooral uit de Brusselse rand. Maar de bijdrage van Brussel zelf mag juist niet worden overschat.
Zo’n 55 % van de transfers in de sociale zekerheid komt uit Leuven, Waals-Brabant en de regio Halle-Vilvoorde. Dat blijkt uit een (originele en nuttige) studie van ULB-econoom Henri Capron. De studie toont aan dat de Brusselse rand de achtergestelde Waalse regio’s financiert. De ULB-prof vindt dat echter een brug te ver. Capron beklemtoont dat de welvaart van Vlaams- en Waals-Brabant vooral te danken is aan de economische activiteit in Brussel zelf. “De rijkdom die deze economische pool genereert, zorgt voor twee derde van de transfers. De rijkdom die in Brussel wordt geproduceerd, blijft echter niet in de hoofdstad, maar wordt door pendelaars meegenomen.”
“Indien we de transfers niet langer verrekenen op basis van de woonplaats (waar de inkomens toegekend worden), maar op basis van de werkplaats (waar de rijkdom gecreëerd wordt), zien de cijfers in verband met de transfers er al helemaal anders uit,” aldus Capron. “Dat Wallonië minder goede resultaten haalt in de creatie van welvaart op zijn territorium, wordt voor een deel gecompenseerd door de Walen die in Brussel werken.”
Capron legt er de nadruk op dat ook Vlaanderen, zij het in mindere mate, van de Brusselse arbeidsmarkt geniet. Dagelijks komen immers netto bijna 300.000 pendelaars naar Brussel, onder wie 185.000 Vlamingen. Capron wil dus opmerken dat de situatie totaal anders zou zijn als de inkomsten van de pendelaars worden toegevoegd aan het regionaal inkomen van Brussel. Dan is Brussel dé bron van de transfers.
Is Caprons zienswijze juist? Niet echt. Hij vergeet dat de rijkdom van Brussel een gevolg is van een wisselwerking met de rand. Pendelaars consumeren bijvoorbeeld ook in de hoofdstad. Bovendien stelt het fiscale principe dat men belasting betaalt waar men woont. En er zijn relatief meer pendelaars naar Brussel vanuit Wallonië dan vanuit Vlaanderen. Denkgroep ‘In de Warande’ merkte eerder al op dat een toewijzing van de inkomsten van de pendelaars aan Brussel de cijfers van de Waalse economie drastischer zouden beïnvloeden dan die van Vlaanderen. Zo’n toewijzing zou de transfers vanuit Vlaanderen naar Wallonië procentueel optillen.
De boodschap van Capron (die weldra in een boek van denktank Itinera verschijnt) blijft duidelijk: Wallonië moet beseffen dat het Brussel economisch nodig heeft. Hij is niet de enige die wijst op de economische verbondenheid tussen Brussel en Wallonië. In een andere studie in het Itineraboek komen twee UCL-vorsers, Isabelle Thomas en Jacques Thisse, tot de conclusie dat Brussel een economische realiteit is die tot ver buiten de grenzen van het gewest reikt. Ze pleiten voor een strategie waarbij Wallonië beter aansluit bij Brussel. Hun Vlaamse tegenhangers Stefan Van Parys (UG) en Tom Verbeke (EHSAL) waarschuwen in een derde studie voor die piste: “Als bedrijven zich meer gaan vestigen op de as Brussel- Namen, dan bestaat het risico dat de randgemeenten meer en meer met de rug naar Brussel gaan leven, terwijl ze nu nog gericht zijn op de kernstad.”
A.M.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier