BRUSSEL OOIT BIJ VLAANDEREN ?
ZELFBEDROG.
Het miserabelste gebrek van de Vlamingen is hun onbeperkte kapaciteit tot zelfbedrog. Bijvoorbeeld : vele flaminganten maken zich graag wijs dat de vijand de vijand niet is, Vlamingen en Franstaligen eigenlijk vrienden zijn die slechts door een derde macht tegen elkaar opgezet worden. Vandaar destijds die zelfklever met een Manneken Pis die zowel de Haan als de Leeuw op de kop zit, en de bijbehorende wensdromen over een bondgenootschap tussen de Waalse en de Vlaamse Beweging voor eenzelfde doel, nl. het federalisme. Natuurlijk zijn de niet-Vlaamse landgenoten gewoon medemensen, die wij geen kwaad toewensen ; maar alleen dorpers die de wereld niet kennen, kunnen onwetend zijn van de haat die de meeste Belgische Franstaligen (uit verdrongen schuldbesef ?) de Vlamingen toedragen.
Wie een Belgische boedelscheiding nastreeft, moet weten welke krachten hij oproept. De PS heeft een traditie van (beperkt doch politiek zeer effektief) straatgeweld, en José Happart zegt onomwonden dat als hij zijn zin niet krijgt, “ce sera la guerre comme en Bosnie” (Le Soir Illustré, 18 januari 1995). Daar moet je het niet noodzakelijk voor laten, maar het is wel ontoelaatbaar om minder dan volkomen realistisch te zijn. Ook zonder de gewelddadige optie kunnen de Franstaligen ervoor zorgen dat de Vlaamse onafhankelijkheid, net als het federalisme, een heel wat magerder beestje wordt dan de Vlaamse Beweging zich voorstelt. Met name de wederaanhechting van Brussel bij een onafhankelijk Vlaanderen behoort, vrees ik, tot die euforische wensdromen van simpele flaminganten die nooit een volwassen machtsstrijd bedreven, laat staan gewonnen, hebben.
De Sint-Michielspartijen hebben Vlaanderen een lelijke pad in de korf gezet door Brussel tot derde gewest te maken. Brussel terugwinnen is daardoor zeer moeilijk geworden, en realisten leggen er zich, met Aloïs Gerlo, bij neer dat Brussel als hoofdstad van Vlaanderen grote onzin is, en dat we als Vlamingen moeten opteren voor een soort Europees statuut, wat niet wil zeggen dat we Brussel onder supranationaal gezag moeten plaatsen. Een viertalig regime (Nederlands, Frans, Engels, Duits) kan ons de nodige bescherming bieden. Flaminganten blijven echter in het wonder geloven, en verzekeren ons dat Brussel voor Vlaanderen niet verloren is, dat het bij het uiteenvallen van België zelfs vrijwillig voor zijn portemonnee, dus voor Vlaanderen zal kiezen. Alsof men zich in dergelijke revolutionaire situatie door zulke kruideniersoverwegingen laat leiden. Het zal eerder zijn : “Brüssel Vlaams, ça jamais ! “, en nu Brussel eigen geweststrukturen heeft, kan het zijn wil om niet tot Vlaanderen te behoren, ook op demokratische en internationaal geldige wijze uiting geven.
Welk contingency plan heeft de Vlaamse voorhoede voor dat geval bedacht ? Of welke sluitende strategie om zulke ontwikkelingen te voorkomen ? Lionel Vandenberghe had destijds degelijke redenen voor zijn oproep : “Waalse vrienden, laten we scheiden. ” Het projekt van Vlaamse onafhankelijkheid is een eerbaar projekt, dat evenwel aanzienlijke risico’s inhoudt. Het is hoog tijd dat de Vlaamse Beweging daarvan een nuchtere strategische analyse maakt. Konfrontatie met de realiteit zal wel het beste geneesmiddel zijn om de Vlaamse Beweging uit haar complexen, haar inkompetentie en haar zelfvergetelheid te halen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier