Alain Mouton
Brugpensioen is asociaal
Het brugpensioen duwt ontslagen werknemers definitief in de werkloosheid. De verplichte beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt is een lachertje.
Het brugpensioen duwt ontslagen werknemers definitief in de werkloosheid. De verplichte beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt is een lachertje.
De vakbonden van Ford Genk hebben hun eisen nog voor de sociale onderhandelingen duidelijk gemaakt: ze willen brugpensioen vanaf vijftig jaar voor de ontslagen werknemers.
1800 van hen komen daarvoor in aanmerking. Indien de vakbonden van Ford Genk hun slag thuishalen, kost dit de gemeenschap de komende jaren meer dan 200 miljoen euro aan werkloosheidsuitkeringen. Het brugpensioen, dat nu officieel ‘werkloosheidsuitkering met bedrijfstoeslag’ heet, is inderdaad een vorm van werkloosheid waarbij de voormalige werkgever een extra bedrag boven op de uitkering betaalt. In tegenstelling tot de klassieke werkloosheidsuitkering daalt ze bovendien niet in de tijd.
De vakbonden relativeren de kostprijs, omdat wie nu in het brugpensioenstelsel stapt en minder dan zestig jaar is, beschikbaar moet blijven voor de arbeidsmarkt. De oud-werknemers van Genk worden dus gestimuleerd om actief een job te zoeken, is in vakbondskringen te horen.
Zij vergissen zich. Ondanks de naamsverandering betekent brugpensioen psychologisch het einde van de actieve loopbaan. Deze mensen zijn definitief verloren voor de arbeidsmarkt. In die zin is het stelsel asociaal, want het legt een extra last op dat deel van de bevolking dat wel aan de slag is.
De voorbeelden uit het verleden voorspellen weinig goeds. Toen twee jaar geleden meer dan 900 ontslagen werknemers bij Carrefour met brugpensioen gingen vanaf 52 jaar, werd van hen verwacht dat zij zich beschikbaar zouden stellen voor de arbeidsmarkt. In de praktijk kwam daar weinig van in huis. Ze doorliepen passief een tewerkstellings-cel en dat was het.
Hoe het systeem écht werkt, werd onlangs duidelijk toen Vlaams volksvertegenwoordiger Robrecht Bothuyne (CD&V) cijfers bovenhaalde over de activering van bruggepensioneerden. Volgens Bothuyne moet een nieuwe bruggepensioneerde gemiddeld eenmaal om de vijf jaar verplicht solliciteren. Bovendien worden amper sancties uitgesproken tegen bruggepensioneerden die niet ingaan op een oproep van de VDAB om te solliciteren. In 2011 gebeurde dat slechts één keer. Tussen 2010 en 2011 is slechts 4 procent van de beschikbare bruggepensioneerden opnieuw aan de slag gegaan. Brugpensioen blijft een comfortzone.
De beste oplossing is het brugpensioen af te schaffen en 50-plussers zeer intensief te activeren. VDAB en RVA hebben trouwens al stappen in die richting gedaan. Sinds dit jaar activeert de VDAB werkzoekenden tot hun 58ste. Ook de RVA voert de controle en de bestraffing op: vanaf 55 jaar in januari, terwijl het tot nu de facto 50 jaar was.
Zo’n aanpak heeft al zijn deugdelijkheid bewezen voor lagere leeftijdscategorieën. Van de langdurig werklozen tussen 40 en 49 jaar vinden nu dubbel zoveel een job als tien jaar geleden. Dat de 50-plussers jarenlang niet werden aangespoord om nieuw werk te vinden, heeft daarentegen hun kansen gefnuikt om uit de werkloosheid te geraken. Dat moet nu veranderen, maar via het brugpensioen is dat uitgesloten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier