BROEIKASMANIE
GEEN AFDOENDE BEWIJZEN.
Net als Jack Barret gelooft professor C.J.F. Böttcher (Leiden) evenmin dat de temperatuur op aarde de komende decennia zal stijgen als gevolg van hogere CO2-koncentraties in de lucht. Volgens de fysico-chemicus tevens lid van de raad van toezicht van onder andere Hoogovens, Brown Boveri Nederland, Volker Stevin en Gist-Brocades leidt een toename van de broeikasgassen eerder tot atmosferische storingen en extreme weersituaties, in plaats van tot een drastische stijging van het zeeniveau.
Tevens wijst Böttcher op de verkoelende effekten van de menselijke aktiviteiten, zoals de zwaveluitstoot door verbranding van fossiele brandstoffen, wat de vorming van aërosoldeeltjes in de bovenste lagen van de atmosfeer bevordert en een sterkere weerkaatsing van de zonnestraling plus meer wolkvorming tot gevolg heeft : “De verbranding van biomassa heeft een gelijkaardig effekt. Klimatologen verwaarlozen deze elementen, omdat ze zo moeilijk in computermodellen passen. Tenslotte spelen ook natuurrampen en -fenomenen een belangrijke rol. Zo braakt de slapende Etna-vulkaan in Italië elk jaar evenveel CO2 uit als alle Nederlandse elektriciteitscentrales samen. “
Naast eenvoudige verklaringen zoals een goede apocalyps gaat er altijd wel in aan het eind van een millennium of wetenschapslui slaan snel de alarmklok om financiële steun te krijgen voor hun onderzoeken wijt Böttcher deze broeikasmanie of -hysterie vooral aan de grote verwarring die rond deze complexe materie heerst. Wel erkent hij dat het CO2-gehalte en andere broeikasgassen in de atmosfeer langzaam toenemen, zodat meer infraroodstraling geabsorbeerd wordt. Wat de gevolgen van deze fenomenen op de waterkringloop, de luchtcirculatie en de warmte-overdracht in de atmosfeer juist zullen zijn, daar durft hij geen oordeel over te vellen : “De meeste klimatologen zijn van oordeel dat een verhoogde infraroodabsorptie moet leiden tot een stijging van de gemiddelde temperatuur. Deze ogenschijnlijke logika wijst evenwel op een schromelijke onderschatting van de zelfregulerende mekanismen van de aarde, die zich over een periode van 4 miljard jaar ontwikkeld hebben. Er bestaat immers een intense wisselwerking tussen atmosfeer, oceanen en biosfeer, die reageert op verstorende elementen. “
Tenslotte relativeert Böttcher de IPCC-vaststellingen : “De afgelopen eeuw vond de temperatuurstijging van 0,3 à 0,6C vooral plaats tussen 1880 en 1910, een periode waarin de uitstoot van CO2 door de mens klein was in vergelijking met de laatste 50 jaren. Tevens bleef ook de toename van de CO2-koncentraties in de atmosfeer beperkt, namelijk van 0,027 in 1890 over 0,031 in ’55 tot 0,035 vandaag. “
C.J.F. BÖTTCHER Toename van de broeikasgassen leidt alleen tot extreme weersituaties, maar niet tot temperatuurverhogingen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier