Brengt de markt ongeluk?
Vol jaloezie en afgunst verwijzen naar Californië en zijn Silicon Valley als de bakermat van de nieuwe beschaving en het voorland van de moderne economie is verleden tijd. In Los Angeles, de stad der engelen, is het licht uitgegaan. Californië is niet beter dan een arm ontwikkelingsland. De privatisering van de elektriciteitssector is er domweg mislukt.
Er zijn, net als bij een half glas bier, twee manieren om tegen deze mislukking aan te kijken. De tegenstanders van de privatisering zien ze als koren op hun molen, het zoveelste voorbeeld van het doldrieste waanbeeld van economen dat marktwerking geluk en zaligheid brengt, terwijl eerder het tegenovergestelde het geval is.
De voorstanders van marktwerking betogen daarentegen dat de ellende wordt veroorzaakt omdat de privatisering in Californië niet ver genoeg ging. De elektriciteitsmarkt kon er niet behoorlijk werken omdat de nu bijna failliete distributiebedrijven de prijsstijging niet mochten doorberekenen aan de consumenten en omdat de productiebedrijven door strenge milieumaatregelen verhinderd werden hun capaciteit uit te breiden.
Ideale marktwerking bestaat niet. De waarheid zal wel ergens in het midden liggen. Het mislukken van de privatisering in Californië heeft echter een invloed op de rest van de wereld. Veel landen in Europa zijn bezig met de introductie van marktwerking in hun elektriciteits- en gassector, bij het openbaar vervoer en de telecommunicatiesector.
Een rampzalige mislukking zoals in Californië maakt overheden op weg naar de markt kopschuw. Voor je het weet, knijpen ze hun privatiseringsplannen af. Terwijl privatisering en introductie van marktwerking in sectoren die voorheen in overheidshanden waren, als het goed wordt geregeld, voordelen heeft voor ons allen als consument. Kijk naar het succes van de privatisering van de vaste en mobiele telefoonmarkt met lagere gespreksprijzen, meer keuze, betere service en snellere technologische vernieuwingen.
Het introduceren van marktwerking heeft echter ook iets van koorddansen. Het is een evenwichtskunst. Het probleem ontstaat omdat de ideale marktwerking niet bestaat. In de economische tekstboeken wordt het ideaalbeeld geschilderd van een vrije markt waarin veel concurrenten met elkaar wedijveren voor de gunsten van koning klant en zodoende tot lage prijzen en hoge kwaliteit worden gedwongen.
In de praktijk wordt dat ideaal hooguit onvolmaakt benaderd en nooit in perfectie gerealiseerd. Markten kunnen in veel dimensies falen. De overheid zal altijd toezicht moeten houden en erover waken dat de markt in het voordeel van de consument werkt en blijft werken.
In sommige krantenberichten over Californië wordt gesteld dat de producenten van elektriciteit over te veel monopoliemacht beschikten, waardoor ze te weinig in productiecapaciteit hebben geïnvesteerd en het aanbod van elektriciteit kunstmatig hebben beperkt en zodoende de prijs de hoogte hebben ingejaagd. Dat had voorkomen moeten worden.
Maar het toezicht van de overheid moet ook weer niet zo zijn dat marktwerking in de kiem wordt gesmoord. In het Californische voorbeeld was het verbod aan de distributiebedrijven om de hogere elektriciteitsprijzen door te berekenen aan de consument een onterechte belemmering. De verhouding tussen marktwerking en overheidstoezicht moet in balans zijn, anders zakt de privatisering als een soufflé in elkaar. Californië is in elk geval het voorbeeld van hoe het niet moet.
Er zijn twee vormen van toezicht op marktwerking. Er is de zwaardere vorm van sectorspecifiek toezicht vooraf en de lichtere vorm van algemeen toezicht achteraf. Voor sectoren die worden geprivatiseerd en waarbij marktwerking wordt geïntroduceerd is sectorspecifiek toezicht noodzakelijk. Sectorspecifiek toezicht is gespecialiseerd toezicht, gericht op één sector (bijvoorbeeld de elektriciteitssector of de telecommunicatiesector). De toezichthouder is dan een soort marktmeester die ervoor zorgt dat eerlijke concurrentie totstandkomt, dat nieuwkomers een kans krijgen, dat de prijzen in de hand worden gehouden en dat de transitie goed verloopt.
Voor de meeste markten die al jarenlang goed werken, is de lichtere vorm van toezicht achteraf voldoende. Toezicht achteraf gebeurt door een mededingingsautoriteit die voor de hele economie verantwoordelijk is en die alleen ingrijpt als er iets fout dreigt te gaan. Bijvoorbeeld als in een bepaalde markt bedrijven gaan fuseren en daardoor te veel marktmacht krijgen. De mededingingsautoriteit kan dan die fusie verbieden of eisen stellen waardoor de marktmacht wordt afgezwakt. Denk aan de recente fusie tussen AOL en Warner Turner.
Fouten vermijden. Het zou bijzonder jammer zijn als de crisis in Californië zou leiden tot het dichtgooien van de deur voor privatisering en marktwerking. We hebben genoeg instrumenten in huis om de fouten die in Californië werden gemaakt, te vermijden. Zolang een sector niet op eigen benen kan staan, wordt hij gereguleerd en in de gaten gehouden door een toezichthouder, speciaal ingericht voor die sector. Zodra je zeker bent dat de markt redelijk werkt, treedt de sectorspecifieke regulator terug en valt de sector onder de algemene toezichthouder.
Het is net als een kind dat leert fietsen. Zolang het zijn evenwicht niet kan vinden, loopt vader mee. Tot de dag dat het blij uitroept: laat me nu maar gaan, pappa! En hard van hem wegfietst.
De auteur is SEO van de Universiteit van Amsterdam.
Jules Theeuwes
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier