Break is een vies woord
In het M2-segment, dat van de grotere middenklasser, zijn vrijetijdsauto’s goed voor een marktaandeel van 30 procent. Een stuk van de taart dat niet alleen door monovolumes en terreinwagens, maar ook door breaks bij elkaar wordt gereden. Door breaks? Zijn dat geen bestelwagens?
In het autolandschap laten niet alle tendensen zich op dezelfde manier verwekken. De GTi, in de jaren zeventig bedacht door Volkswagen, groeide snel uit tot een heus fenomeen. Later kwam de monovolume, in het leven geroepen door Renault, dat de Espace concipieerde. Er zijn zo nóg voorbeelden. Ook de break is een tendens, maar dan wel van de andere soort. De gemene deler van fenomenen als GTi of eenvolumer is dat ze zich telkens konden ontvouwen omdat ze als nieuw product op de markt werden aangeboden, en daar ook snel een gretig publiek vonden.
Maar de hedendaagse break is de vrucht van een heel andere ontwikkeling. Hij kwam er niet omdat de een of andere constructeur op het idee kwam een nieuw product te introduceren, wel omdat de vraag van het publiek zélf een nieuwe voedingsbodem bood voor een al bestaand concept. De consument liet inderdaad spontaan z’n oog vallen op een gevestigde waarde, maar besliste wel die helemaal anders te gaan gebruiken: als een ruimer alternatief voor de berline.
Van vuilnisbelt op vier wielen…
Vandaag kijken we helemaal anders aan tegen breaks dan pakweg twintig jaar geleden. Lange tijd werd de station wagon beschouwd als een bedrijfswagen, zowel door constructeurs als consument: de snoet van een berline waar dan maar een laadruimte aan werd gekleefd. Meer vaak dan zelden ook een ware vuilnisbelt die traag en bij de grond hangend kwam voorbijgereden. Omdat de eigenaar, meestal een handelaar, de laadruimte volstouwde met kratten en andere rommel. De keuze qua afwerking of motoren was beperkt, want niet meteen cruciaal voor de (toen nog) typische breakrijder.
Die tijd is dus definitief voorbij, want zo’n vijftien jaar geleden liet ook de jonge mens z’n oog op de break vallen. Omwille van onze grotere mobiliteit, gekoppeld aan vrijetijdsbeleving met het hele gezin of vrienden, die smeekten om meer laadruimte. De constructeurs schoten snel wakker: van kleine vrachtwagen evolueerde de station wagon naar volwaardige auto met een rijgedrag dat in sommige gevallen zelfs door de sportievere bestuurder nauwelijks te onderscheiden valt van de berline waarvan het model is afgeleid.
Schoolvoorbeeld daarvan is de nieuwe Peugeot 407 SW, die in september op de markt komt. “Ik vraag je maar één ding,” zei de pr-verantwoordelijke van het merk vooraleer we aan onze test begonnen: “Rij met de auto alsof je in een gewone berline zit.” Het lukte, want het chassis van de 407 SW neemt dezelfde (uitstekende) rijkwaliteiten van de berlineversie zo goed als helemaal over.
Maar er schuilt natuurlijk meer achter de smeekbede van de man. De tijd dat een break als auto met laadruimte wordt aangeprezen, is voorbij. Want als we tien jaar in de tijd terugblikken en nog een ander fenomeen in autoland moeten aanwijzen, dan valt ons oog ongetwijfeld op de indrukwekkende doorbraak van de vrije-tijdsauto. De terreinwagens, de monovolumes en dies meer. Allemaal tuigen die se-rieus aan het marktaandeel van de klassieke berline zijn komen knibbelen. De break heeft het kamp van die nieuwe vrijetijdsauto’s gekozen, en moet ook met dat imago aan de man worden gebracht. Als een auto waarin het aangenaam toeven is, die zich ook nog eens even dynamisch gedraagt als een berline en op de koop toe een streling voor het oog wil zijn.
De metamorfose is in het geval van Peugeot geslaagd: de Belgische importeur van Peugeot voorspelt dat één op twee exemplaren van de 407 een SW zal zijn. In Nederland zal de SW-versie zelfs 55 procent van de 407-verkoop halen, zo luidt de verwachting.
… tot streling voor het oog
U zult het ondertussen al wel gemerkt hebben. Neen, Peugeot heeft het niet over de 407 break, maar over de 407 SW. Zoals BMW zijn breaks Touring noemt en Ford het al lang over zijn Clipper heeft.
Break is een vies woord geworden. Omdat de nieuwe benamingen het nieuwe imago schragen: laadruimte is niet langer de prioriteit, wél uitstraling, sportiviteit en esthetiek. De Peugeot 407 SW heeft nogal wat trekjes die dat perfect illustreren, zoals een panoramisch glazen dak en een handige achterklep die in twee delen open kan. Maar ook en vooral zijn vloeiende lijn. Als ooit een model heeft bewezen dat breaks mooi horen te zijn en dat ook kunnen zijn, dan is het inderdaad wel deze 407 SW.
Jo Bossuyt
Van kleine vrachtwagen evolueerde de ‘station wagon’ naar een volwaardige auto met een rijgedrag dat vaak nauwelijks te onderscheiden valt van de berline.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier