Bourgogne in Limburg

In 1990 wou een Nederlandse manager anders gaan leven en kocht hij het kasteel van Genoelselderen. Niemand, ook hij zelf niet, had toen kunnen vermoeden dat geen tien jaar later op deze plek een heerlijke Belgische wijn zou worden geproduceerd die zich met de grote bourgognes kan meten. “In 2010 is dit wijndomein wereldberoemd”, voorspelt ex-zakenman en wijnboer Jaap van Rennes.

Raymond van het Groenewoud heeft het dorp met die naam in één van zijn liederen bezongen. Genoelselderen is vandaag de dag ook bekend voor zijn wijn. In deze uithoek van Limburg, halfweg tussen Tongeren en Maastricht, heeft Jaap van Rennes een vijftien hectaren groot wijnhuis gecreëerd dat menig oenoloog heeft weten te verbazen. Na de prestigieuze wijnkeuringen op de Mondial du Vin en de Chardonnay du Monde, waar kasteel Genoels-Elderen (ooit eigendom van Godenoel van Elderen die zijn naam aan het dorp schonk) respectievelijk goud en brons wegkaapte met zijn paradepaardje Chardonnay Goud, wordt er met Belgische wijn niet meer gespot. “Toen we dit kasteel kochten, dacht geen haar op mijn hoofd aan wijnbouw”, zegt de 65-jarige kasteelheer. “Het was mijn zoon, die een groot wijnliefhebber is, die ons ertoe heeft aangespoord en in ’91 hebben we de eerste wijnstokken aangeplant.” Die zoon, Geurt van Rennes, is voor enkele maanden ook in het nieuws gekomen toen hij bij de beklimming van de Aconcagua een val van duizend meter overleefde.

De eerste wijnstokken

werden in 1991 aangeplant. Een jaar later werden specialisten uit Frankrijk naar het kasteel geroepen om de bodem te analyseren, de jonge plantjes te beoordelen en het sap te proeven. “Die eerste resultaten waren verbluffend”, zegt Van Rennes enthousiast. “Het sap had zoveel smaak en karakter dat toen al duidelijk werd dat hier een grote wijn in de maak was. De oenologen verzekerden ons dat we op een goudmijn zaten.” De Nederlander – hij noemt zichzelf liever Limburger – trok naar Beaune om er met oenoloog Kyriakos te praten. Deze vond het idee om een Belgische kwaliteitswijn te maken zo interessant dat hij besloot zelf het project te begeleiden. Bij plantenkweker Guillaume werd advies ingewonnen over de wijnstokken die het meest geschikt zouden zijn voor de Haspengouwse bodem en het Belgisch klimaat. Dochter Joyce werd naar de Université du Vin in Suze-la-Rousse gestuurd om er wijnkunde te studeren. Zij heeft de leiding over de kelder.

Het prachtig gerestaureerde kasteel – de fundamenten dateren uit de 12de eeuw; de huidige bouw is een fraai voorbeeld van 18de-eeuws neoclassicisme – is uitgerust met de modernste wijntechnologie. Jaarlijks worden circa 70.000 flessen gebotteld. De wijn wordt uitsluitend op het kasteel verkocht, met een maximum van drie flessen per persoon. Kostprijs per fles: 995 frank. Het domein telt 15 hectaren wijngaarden, het merendeel chardonnay. De beste wijnen, die circa 20 maanden op jonge Franse eiken vaten hebben gelegen, worden gebruikt voor de Chardonnay Goud; de jongere wijnen zijn bestemd voor de Chardonnay Jonge Wijngaard. De gouden chardonnay heeft een zeer mooie fluwelen afdronk die lang in de mond blijft. In de Jonge Wijngaard overheerst de sprankelende frisheid van het fruit. Het grote respect voor de druif, het benadrukken van de specifieke smaak van de soort, komt ook duidelijk tot uiting in de Pinot Noir.

“Dat we vandaag al zo ver staan is een gevolg van het feit dat we van in het begin de juiste keuze van wijnstokken hebben gemaakt”, zegt keldermeesteres Joyce. “Dit gebied is uiterst geschikt voor chardonnay en pinot noir.” De gematigde temperatuur is eerder een voordeel voor de chardonnay, en de combinatie van leem en mergelsteen met fossiele restanten van octopus vormt een ideale bodemgesteldheid. Jaap van Rennes gaat nog een stapje verder. “Dat kleine gebied in de Bourgogne, tussen Dijon en Chalon-sur Saône, is het mooiste plekje van de wereld. De kwaliteit van de wijnen die ze daar maken, zullen we nooit evenaren. Maar we zullen wel dicht in de buurt komen.” En Joyce weer: “Bij de wereldtop geraken is beslist niet onmogelijk. Het moeilijkste is echter elk jaar bij de top te behoren.”

De Romeinen

hebben de wijnbouw in onze contreien ingevoerd rond het jaar 200 na Christus. Tot Napoleon de wijnboeren het leven zuur maakte uit protectionistische overwegingen. Vanaf 1812 is de wijnbouw in ons land grotendeels herleid tot een amateuristische bezigheid. Het is pas de laatste jaren dat de Belgische wijn weer in de lift zit. Het Hageland werd twee jaar geleden erkend als appellation d’origine contrôlée. “Onze aanvraag wordt al twee jaar in beraad gehouden”, zegt Van Rennes, die zich over afzienbare tijd ook zal mogen verheugen op koninklijk bezoek. Koning Albert, notoir wijnkenner, heeft de wijnen van het Limburgse kasteel al geproefd. In Genoelselderen is men zeer benieuwd naar zijn bevindingen.

“Weet je, de Belgen zijn veel te braaf”, mijmert Jaap van Rennes. “Wij (sic) hebben het beste fruit, de beste kazen, de beste bieren, ja de beste keuken van de hele wereld, beter zelfs dan de Franse. Er is zoveel kwaliteit aanwezig in dit land, maar we laten ons de nek omwringen.” Het streven naar kwaliteit is ook het devies van het wijnkasteel. “Er is één ding dat ik van je verlang, heb ik mijn dochter gezegd. Dat je elke dag voor de spiegel gaat staan en zegt: ‘Ik maak de beste wijn van heel het land’. Dat is de enige manier om te slagen.”

“Tot 1990 hebben wij een zeer druk leven gekend: bedrijven kopen, runnen en verkopen. ‘s Avonds was er geen tijd meer om te koken en gingen we op restaurant. Zo heeft mijn dochter vanaf 5 jaar wijn leren drinken. Kleine hoeveelheden weliswaar. Op die manier heeft ze haar reukorgaan geweldig kunnen ontwikkelen. Weet je overigens dat vrouwen veel beter kunnen ruiken en proeven dan mannen? Daarom verkiezen ze ook witte bourgogne-wijn, met zijn subtiele componenten, boven een zware rode wijn.”

“De mensen begrepen ons niet toen we het kasteel kochten. Je hebt zo’n mooie bungalow met mooie plantjes en een tennisveld, zegden ze. We woonden in Lanaken tussen andere ‘fiscale vluchtelingen’. Wat moet je toch met die ouwe troep, riep men. En als je toch zo rijk bent, waarom ga je dan nog werken? Als een boer nog wel. Het antwoord op deze vragen zit in deze fles waar we samen van genieten. Daarom.”

TEKST: HENK VAN NIEUWENHOVE / FOTO’S: ERIK TANGHE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content