Borgsom moet lozen op zee voorkomen
Vanaf 1 april moeten zeeschepen die in een Vlaamse haven aanmeren een borgsom betalen voor hun afvalolie. Als ze hun smurrie verantwoord laten verwerken, krijgen ze hun geld terug. Goed nieuws voor het Antwerpse milieubedrijf Marpobel.
“Sinds onze oprichting in 2000 lijden we een gecumuleerd nettoverlies van 8 miljoen euro,” zucht Alberic Van Overstraeten, algemeen directeur van afvalverwerker Marpobel. “Tot nu toe laten de kapiteins hun afvalolie gratis achter in nabijgelegen havens, zoals Hamburg en Bremen, of ze lozen de rotzooi in zee. Hierdoor blijven onze volumes fel onder de verwachtingen.” Een toestel van de Beheerseenheid Mathematisch Model Noordzee ( BMM) vliegt elk jaar zo’n 165 uur boven de Belgische kust op zoek naar olievervuilers. Gemiddeld stellen de opsporingsdiensten 50 overtredingen vast. “Maar het werkelijke aantal ligt veel hoger,” beseft Ronny Schalier van BMM. “Onze middelen zijn beperkt. Bovendien lozen vele schepen hun afval ‘s nachts, zodat we geen sluitende bewijzen kunnen verzamelen.”
Na de recente olierampen met de schepen Prestige, Tricolor en Vicky schiet de overheid eindelijk wakker. Samen met de havendiensten dokterde Vlaams minister van Leefmilieu Vera Dua ( Agalev) een systeem uit om de lozingen op zee in te dijken. Voortaan moeten schepen op voorhand aangeven hoeveel afvalstoffen ze aan boord hebben. Vanaf 1 april 2003 moeten ze een borg van 500 tot 3000 euro per ton betalen. Het bedrag krijgen ze pas terug als bewezen is dat hun afval in een speciale installatie, zoals bij Marpobel, is verwerkt. Van Overstraeten: “Ook de rederijen trokken mee aan de kar, want zij ondervinden veel last van ongereglementeerde concurrentie uit Panama of Liberia. Bovendien heeft de Europese Commissie begin deze maand het voorstel ingediend om kapiteins bij opzettelijke olielozing sancties – tot een gevangenisstraf toe – op te leggen. Voorlopig is dat nog niet mogelijk.”
Wie betaalt de extra investeringen?
Op de voormalige Beliard-site recycleren een dertigtal medewerkers van Marpobel sinds 1 juli 2000 scheepsolie tot secundaire grondstoffen. De lichters van dochter Belgian Oil Services ( BOS) zorgen voor de aanlevering van het afval. Daarnaast reinigt het bedrijf wagens en containers van alle weg- en spoorvervoer. Van Overstraeten: “Als reactie op het uitblijven van de grote hoeveelheden scheepsafval is Marpobel begonnen met het verwerken van landstromen, inclusief slib.”
In plaats van de geraamde hoeveelheden kreeg Marpobel – een joint venture tussen de Nederlandse afvalverwerker van Gansewinkel en de Limburgse milieugroep Machiels – vorig jaar slechts 20.000 ton scheepsafval toegeleverd. Van Overstraeten: “Dankzij alle overheidsmaatregelen hopen we dit volume snel te kunnen verdubbelen, zodat we ons verlies van 2,3 miljoen euro op een omzet van 4,9 miljoen euro eindelijk kunnen rechttrekken. Ook de stijging van de containertrafiek in Antwerpen stemt ons hoopvol.”
Maar het regeringsinitiatief heeft een keerzijde. Ruud Sondag, gedelegeerd bestuurder van de van Gansewinkel Groep: “Nu zullen we onze capaciteit moeten verdubbelen, wat opnieuw een bijkomende inspanning van 2 à 3 miljoen euro vraagt. Na een initiële injectie van 17,5 miljoen euro, zijn we nu wat minder happig op bijkomende investeringen. Vergeet niet dat de buurlanden een vrijwel gratis dienstverlening voor de schepen uitbouwden. Zo kocht Rotterdam de verlieslatende installatie van Sita afgelopen zomer voor 6,5 miljoen euro. Het is hoog tijd dat ook de Vlaamse overheid over de brug komt met de financiering van de noodzakelijke uitbreiding.”
Eric Pompen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier