Boem patat
“Tegen 2005 blijven er over de hele wereld nog maar vijf grote aardappelverwerkende bedrijven over,” menen ze bij het Nederlandse Farm Frites. Welke plaats blijft er in die constellatie over voor het Vlaamse Van den Broeke-Lutosa, dat zopas zijn eerste verkoopkantoor opende in het Braziliaanse Rio de Janeiro?
Het waterzuiveringsstation reinigt 250 kubieke meter per uur. Dat komt neer op een kwart miljoen inwonersequivalenten – de capaciteit dus van een stad als Gent. Maar in de productieruimte van de aardappelverwerker NV Van den Broeke-Lutosa wordt de zin van de kwart miljard frank zware investering al snel duidelijk. Water is een van de belangrijkste elementen in het automatische productieproces bij Van den Broeke-Lutosa, onmisbaar voor het wassen, schillen, snijden en koken van de aardappalen.
Automatisering en schaalvergroting zijn levensnoodzakelijk geworden voor wie als aardappelverwerker met internationale ambities overeind wil blijven. Het familiale Van den Broeke investeerde de voorbije vijf jaar 2,8 miljard frank in drie vestigingen. In het belangrijkste filiaal, Vanden Broeke-Lutosa in het Henegouwse Leuze, werd 1,8 miljard gepompt. De twee vestigingen in Sint-Eloois-Vijve bij Waregem, kregen 1 miljard frank: de NV Primeur zag 449 miljoen, de NV Vanelo 563 miljoen.
“Van een overname van het familiale Van den Broeke is nog geen sprake,” beklemtoont gedelegeerd bestuurder Guy Van den Broeke. De telg van de derde generatie leidt en bezit samen zijn broer Luc sinds eind jaren zeventig het bedrijf. “We kennen een sterke interne groei van jaarlijks 10% en meer. Een middelgroot bedrijf heeft niet alleen nadelen. We zijn sterk in innovatie en snelle beslissingen. Want er zijn andere zaken dan de kracht van het geld. Met de nodige creativiteit bieden we weerstand aan de pletwalsen.”
Met die pletwalsen duidt de gedelegeerd bestuurder vooral op Aviko, Farm Frites, Lamb Weston en McCain (zie kader: Wereldspelers). Het Canadese McCain Foods Ltd. vestigde zich al in 1986 in België, met de overname van Frima Viking in het centrum van Grobbendonk. Het Amerikaanse Lamb Weston zoekt nu ook een uitvalsbasis op het Oude Continent, met de recente acquisitie van de helft van de aandelen van de Nederlandse frietfabriek Mijer. En het Nederlandse Farm Frites, dat sinds 1983 een productievestiging heeft in Lommel, zoekt het nu ook hogerop. Het bedrijf onderstreept zijn blijvend familiaal karakter – met de inmiddels 67-jarige Gerrit de Bruijne aan het roer. Maar via het wereldwijde samenwerkingsakkoord met het Amerikaanse J.R. Simplot Company breidt het bedrijf uit Oudenhoorn bij Rotterdam gevoelig de actieradius uit. Ten slotte is er de Nederlandse coöperatie Aviko, die met eigen middelen in het offensief gaat. Het bedrijf bewerkt, met een gloednieuw filiaal in Jamestown (Noord-Dakota), voortaan ook de Amerikaanse markt.
“Rond 2005 is het wereldwijde landschap van de aardappelverwerkers herschikt,” evalueert Albert Van der Vlies, verkoopdirecteur van Farm Frites, de recente bewegingen. “Er zal plaats zijn voor vijf bedrijven: Aviko, Farm Frites, McCain, Lamb Weston en Simplot. Maar in Europa zal Van den Broeke zeker zijn plaats hebben. Daar heeft het bedrijf alvast voldoende grootschaligheid.”
“Je moet inderdaad
een bepaalde schaalgrootte hebben,” bevestigt Kurt De Lange, sales & marketing directeur van Van den Broeke-Lutosa. “Met onze omvang van tien jaar geleden waren we vandaag out. Een kritische schaalgrootte van 200.000 ton is een vereiste.” Dat niveau haalt de familiale speler in aardappelproducten maar net, met in 1999 welgeteld 202.295 ton. Het belangrijkste productiecentrum is de vestiging in Leuze, waar twee lijnen per uur 22 ton diepgevroren frieten produceren. De NV Primeur in Waregem werd in 1989 operationeel en is goed voor nog eens negen ton per uur; en de NV Vanelo, een in 1998 opgericht bedrijf, heeft een capaciteit van jaarlijks 45.000 ton voorgebakken verse frieten. In het eerste boekjaar, 1999, werd 13.000 ton geproduceerd. Maar daarnaast maakt Van den Broeke nog aardappelvlokken, en diverse specialiteiten: nootjes, kroketten, puree, letters en wafels.
Van die duizenden ton aardappelproducten verdwijnt 85% naar het buitenland. Het afzetgebied omvat 45 vreemde landen, met vooraan Frankrijk, Groot-Brittannië en Spanje. Meer nog: Van den Broeke-Lutosa profileert zich pas sinds twee jaar nadrukkelijk bij de Belgische consument.
In 1977 kochten Guy en Luc in Leuze de twee jaar eerder failliet gegane producent van aardappelvlokken, de coöperatie Jacson Frigo. Al snel werd omgeschakeld naar diepgevroren frieten, de eerste markt wordt Ierland. “Daar zijn we nog steeds de marktleider,” weet Guy Van den Broeke. “Maar in Zuid-Europa is Van den Broeke een veel te moeilijke naam. Daarom kozen we begin jaren tachtig voor de merknaam Lutosa, de Latijnse naam voor Leuze.”
De retail zorgt voor een derde van de geconsolideerde omzet van de Groep Van den Broeke-Lutosa. In eigen land levert het bedrijf aan alle belangrijke grootgrutters. Het tweede marktsegment is de voedingsindustrie, die 15% van de omzet levert. Maar vooral in de catering en de horeca, goed voor de helft van de omzet, staat de frietenbakker uit Henegouwen sterk. Het twee jaar jonge Vanelo levert zijn verse voorgebakken frieten uitsluitend aan grootverbruikers: frituren, pretparken, restaurants. Het voedsel heeft een bewaartijd van 21 dagen – in tegenstelling tot de twee jaar houdbaarheid van de diepvrieswaren.
Bij dit segment horen ook gespecialiseerde niches, zoals de luchtvaartcatering: de passagiers van Singapore Airlines of Thai Airways verorberen tijdens de vlucht naar het Verre Oosten aardappelspecialiteiten uit Henegouwen.
Die niche van de ‘tophoreca’ willen de broers Van den Broeke ook wel uitproberen in de Verenigde Staten. Maar voorts is de markt van Uncle Sam weinig belangrijk. “De markt van de fastfoodfriet van McDonald’s en Kentucky Fried Chicken is voor ons onbelangrijk,” vindt Kurt De Lange. “Bij die zeer lange en knapperige producten is de smaak van ondergeschikt belang.”
Het bedrijf weert de “massificatie” en mikt liever op de diverse verschillen op de Europese markt. Engelse, Franse, Ierse frieten zijn anders: Europa telt tachtig varianten op het vlak van kleur, smaak, lengte, snijmaat, hardheid. Ook in Zuid-Amerika weet men die variaties te smaken. Daarom opende Van den Broeke-Lutosa half mei een verkoopkantoor in het Braziliaanse Rio de Janeiro. “Het consumptiepatroon is meer Europees,” ondervindt Guy Van den Broeke. “De distributiesector is er bovendien voor een groot deel in handen van Europese grootgrutters.” Want het is in de eerste plaats de markt van de retail die de entrepreneurs willen bewerken. “De koopkracht van de Braziliaan is ruim voldoende. Bovendien zijn aardappelen laaggeprijsde producten. Maar eigenlijk hadden we net zo goed naar Azië kunnen gaan,” besluit Guy Van den Broeke met een kwinkslag. In China werden het voorbije jaar immers een half miljoen ton diepvriesaardappelen verkocht.
wolfgang riepl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier