BMW R1200ST en R1200RT
De R1200ST en de R1200RT zijn de nieuwste modellen op basis van de aloude boxertwin.
BMW is zowat synoniem met boxermotoren. De boxertwin heeft twee liggende, tegenover elkaar gezette cilinders. De krukas draait in het midden tussen de twee cilinders. Het voordeel ervan is een laag zwaartepunt, wat de wegligging ten goede komt.
De R-modellen zijn nu de populairste BMW-motoren, en met de RT (de toermotor) heeft BMW zelfs al enkele jaren een van de meest verkochte machines in België. Voor het modeljaar 2005 kwam de ST erbij, een sportieve toermotor, en kreeg de RT een facelift. De cilinderinhoud van de twee modellen is 1200 cc, 50 cc meer dan de boxermotoren van vorig jaar.
De ST heeft een sportieve zit, een voor BMW rudimentair dashboard, handvatverwarming, ABS en aanhechtingspunten voor zijkoffers. De motor is dankzij het lage zwaartepunt makkelijk in de bochten te leggen. De voorvering is op Vlaamse betonwegen echter onaangenaam hard. De twin produceert ook veel trillingen die in het stuur voelbaar blijven. De stuurhelften zijn sportief laag, maar bij lage snelheden levert dat pijnlijke polsen en handen op. De vormgeving is op zijn minst gezegd speciaal. De hoekige kuip met twee boven elkaar geplaatste koplampen vinden we uitgesproken lelijk, maar smaken verschillen.
Van de toerversie kan je hetzelfde zeggen. De een zal die mooi vinden, de ander lelijk. De kuip is groter dan zijn voorganger, de R1150RT. De RT is in vergelijking met de ST veel luxueuzer uitgevoerd: er is een radio aan boord, het dashboard lijkt wel op dat van een auto, er is naast handvatverwarming ook zadelverwarming (daar zijn overigens klachten over: te heet in tweede stand) en de ruit is elektronisch verstelbaar (manueel bij de ST). De RT is dan ook veel zwaarder dan de ST. Bovendien zit het gewicht wat hoger door de groter uitgevoerde kuip. Daarom heeft de RT de neiging wat te waggelen. Op de RT is een hoog stuur gemonteerd, waardoor je rechtop zit en geen druk op de polsen voelt. Opvallend is dat trillingen bij de RT minder voelbaar zijn.
De RT is ook uitgerust met zijkoffers. Leuk voor een vakantietrip, maar onpraktisch in het dagelijks verkeer: het maakt de motor breed. Daarenboven knal je bij het afstappen vaak met de hak van je laars tegen die koffer. Voor beide modellen geldt dat er meer dan genoeg vermogen aanwezig is, zodat je vanuit een lage versnelling al kunt doortrekken. Maar bij de RT mis je toch de lichtvoetigheid van de ST.
Het basismodel van de RT kost 16.150 euro, dat van de ST 13.250. Daarmee liggen de BMW’s goed in de markt. De concurrentie voor de RT moet vooral gezocht worden bij Honda met de ST1300 Pan-European (17.200 euro). De ST moet zich eerder meten met de Ducati ST4 900 (13.399 euro) en vooral met de Yamaha FJR1300 (14.800 euro). Ad van Poppel
Ad van Poppel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier