Blok aan het been van Bertelsmann
Bij het internetmagazine eCompany Now houden ze wel van een grapje. In het oktobernummer zat, levensgroot, een Halloween-masker van Shawn Fanning, de medestichter van Napster.
Is een prille twintiger met een grote mond en een baseballpet iemand om bang voor te zijn? Voor de grote platenmaatschappijen in elk geval wel. Napster ontwikkelde software om muziek op het internet te lokaliseren. Dat de software van een ongeletterde Robin Hood de vetpotten van hun cd-verkoop droog zette, vonden de platenbonzen niet leuk. Dus daagde de Recording Industry Association of America ( RIAA) Napster in juli 2000, amper een jaar na de publieke lancering, voor de rechter.
Vorige week werd Fanning veroordeeld. Napster mag nog altijd zijn software ter beschikking stellen, maar moet zijn ‘klanten’ beletten om auteursrechtelijk beschermde muziek in MP3-formaat uit te wisselen.
De held van een generatie is een martelaar geworden. Miljoenen jongeren juichten de anarchist in Fanning toe, de revolutionair die opbokst tegen het kapitalisme en zich laat leiden door zijn gemeenschapszin. Fanning is een broekventje zonder diploma – hij verliet Boston Northeastern University nog tijdens zijn eerste jaar computerwetenschappen -, een middelmatige gitarist bovendien, maar wel een whizzkid achter de computer. Zelfs als scholier verhuurde hij geregeld zijn diensten aan softwarebedrijfjes in de buurt van Boston. Hij schreef ook wel eens een internetspelletje voor het bedrijfje van zijn oom John, inmiddels de financiële man van Napster. En nog voor Shawn Fanning negentien werd, had hij al zijn eerste bedrijf, een internetbeveiliger, opgericht en failliet zien gaan.
In 1998 veranderde een partijtje basketbal zijn leven. Kamergenoot Sean Parker vloekte op de erbarmelijke kwaliteit van de MP3-zoekmachines en daar wilde Fanning wel iets aan doen. Hij kocht gewoon een handboek programmeren in Windows en perste in het omgebouwde restaurant van zijn oom een programma uit de computer dat de bestaande technieken combineerde en optimaliseerde. Begin 1999 mochten zijn vrienden het testen en in de zomer lanceerde Fanning en Parker de technologie vanuit een Californisch kantoortje bij het grote publiek. Vooral jongeren reageerden massaal – universiteiten moesten Napster zelfs verbieden omdat hun servers overbelast werden. Binnen het jaar telde Napster 50 miljoen geregistreerde gebruikers, gaf het een hele generatie gratis muziek en de gulzige platenbonzen een ferme schop tegen de schenen.
De muziekindustrie schreeuwde Fanning toe dat hij een fraudeur was, dat hij broodroof pleegde en piraterij in de hand werkte. “Maar Napster is net een promotie-instrument,” spartelde hij tegen. “Gebruikers testen het materiaal en kopen dan de cd. Er komen meer klanten in de platenwinkel en daar worden zowel de industrie als de artiesten beter van.” Om het te bewijzen, riep Fanning vorige week op tot een buy-cott: “Napster-gebruikers moeten in de winkel een cd kopen en duidelijk vermelden dat ze dat doen omdat ze een nummer via Napster hebben leren kennen.”
Het gebaar maakt Fanning tot een onverwachte bondgenoot van de platenlabels. Een tweede kaakslag voor de fans van het rebellerende Napster. Vorig jaar werd hun Robin Hood immers van de ene op de andere dag een geldwolf. De Duitse mediagroep Bertelsmann – waarvan Albert Frère sinds vorige week 25% in handen heeft – pompte in november 50 miljoen dollar in Napster. De Duitsers wilden op die manier niet alleen een concurrent uitschakelen, maar zich ook verzekeren van de zeggenschap over een van de populairste distributiekanalen in de business. Enkele maanden eerder had Hummer Winblad, een Amerikaans durfkapitaalfonds, al evenveel poen in het concept gestoken.
“Toch ben ik maar een simpele, verlegen jongen,” zegt Shawn Fanning, wiens bijnaam in de chat rooms plots een wereldmerk werd. “Het grote geld interesseert me niet, en ik heb geen greintje commercieel talent. Wat mij drijft, is de liefde voor muziek, het internet en de Napster-gemeenschap. Het geld dat ik kan puren uit de commercialisering van Napster, is van ondergeschikt belang.”
Fanning laat dan wel uitschijnen dat zijn persoonlijk financieel belang in Napster beperkt is tot aandelenopties, hij is er in elk geval een rijke tiener mee geworden. Fanning ligt er naar eigen zeggen niet wakker van. “Ik heb me het voorbije jaar niet meer geamuseerd,” zucht hij. En zelfs zijn eigen idolen, de hardrockers van Metallica, hebben Napster inmiddels voor de rechter gedaagd. Fanning pinkt een traan weg: “Dat is het allerlaatste wat ik wilde zien gebeuren.”
Is er na het vonnis nog een toekomst voor Napster? Niet in zijn huidige vorm. MP3-files verspreiden zonder rekening te houden met de auteursrechten kan niet langer. Om te overleven, zal Fanning samenwerkingsverbanden moeten afsluiten met de platenbazen die zijn bedrijf voor de rechter daagden. Napster kan alleen nog groeien als distributiekanaal voor de platenbazen die het bestreed.
Met zijn vijand als bondgenoot, dus. In elk geval is een generatie zijn held kwijt. Of vice versa. Was Fanning zo populair wegens zijn visie of omdat hij zijn publiek gratis bediende? De snelheid waarmee Napster-fans afhaakten na de deal met Bertelsmann doet het laatste vermoeden. En in dat geval ligt de weg open voor Gnutella, een netwerk van muziekliefhebbers, en alle anderen die Fanning zijn gevolgd in zijn kruistocht tegen de grote platenfirma’s. De grote verliezer in het verhaal is Bertelsmann: de Duitsers hebben Napster veel te duur betaald en dreigen nu 50 miljoen potentiële klanten in een handomdraai weer te verliezen. Heeft Fanning dan toch één platenbaas voor schut gezet?
Frank Demets An Goovaerts
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier