Bloeden of bloeien?
Voor de meeste Russen wordt 2001 weer een belabberd jaar, waarin ze min of meer even arm, ongezond en slecht behuisd zullen blijven als in 2000.
Een glimpje goed nieuws in 2001 zal zijn dat Rusland wellicht stabiel genoeg is geworden om het kapitalisme van de grond te laten komen, althans in kleine delen van de economie. Een handjevol Russische bedrijven zal misschien proberen zijn aandelen in New York te verkopen.
De gedachte dat het verschil tussen goed en slecht management ettelijke miljoenen kan schelen in de zakken van zij die de verantwoordelijkheid dragen, is in Rusland nog nieuw, maar mist haar uitwerking niet als zij eenmaal goed post vat – en tot dusver hebben managers zich vooral het hoofd gebroken over de vraag hoeveel zij in eigen zak kunnen laten verdwijnen, en hoe snel. Bovendien loopt een werkelijk slecht geleid bedrijf nu meer kans om door een concurrent te worden overgenomen.
Dit besef zal slechts langzaamaan groeien, maar het voorbeeld van slechts enkele grote bedrijven die het goed doen omdat zij beter gerund worden, doet al krachtige signalen uitgaan naar de concurrenten. Sommige kleinere bedrijven zullen demonstreren dat het loont om managers te laten concurreren op prijs, kwaliteit en efficiëntie in plaats van op hun vermogen om de juiste bureaucraat om te kopen. De afgelopen zomer ingevoerde belastinghervormingen zullen, hoewel verre van volledig, ambitieuze managers in staat stellen van 2001 het jaar te maken waarin zij zich volledig op het opbouwen van hun bedrijf kunnen richten in plaats van op het ontduiken van belastingen. De buitenlandse investeerders beginnen weer terug te komen. De meeste produceren voor de binnenlandse markt, maar andere zullen ook weer overwegen textiel en andere arbeidsintensieve goederen voor de export te maken. Als dit gebeurt, zal dat een flinke stap vooruit zijn: het goed geschoolde en goedkope arbeidsleger van Rusland is door de monumentale kosten en problemen die het land de meeste bedrijven oplegt goeddeels van de wereldeconomie afgesloten geweest.
Maar er is nog een enorm lange weg te gaan. Zonder een drastische hervorming van het bankroete, slecht gerunde bankstelsel zullen nooit alle cilinders van de Russische economische motor ontstoken worden. Hoewel de nieuwe ondernemers van Rusland een enorme energie, fantasie en flexibiliteit bezitten, ontbreekt het ze vaak nog aan belangrijke vaardigheden zoals het op de juiste manier beheren van geld, tijd, producten en mensen. En ook al beginnen de Russische wetten wat verstandiger te worden, de Russische bureaucraten zijn dat bepaald nog niet: slecht opgeleid, onderbetaald en ongecontroleerd als zij zijn, blijven ze een van de grootste bedreigingen voor de toekomst van hun land.
De Russische bedrijven, zowel de goede als de slechte, worden door nog twee andere gevaren bedreigd. Het ene is dat het land gewoon aan alle kanten uit elkaar valt. Het verval van de Russische pijpleidingen, elektriciteitskabels, wegen, bruggen, spoorwegen en ziekenhuizen neemt hand over hand toe. De infrastructuur, in de Sovjet-tijd vaak al niet te best aangelegd en sindsdien amper onderhouden, is het aan het begeven. De enige zekere voorspelling voor 2001 is dat lekkende pijpleidingen, branden, overstromingen, stroomstoringen, instortende gebouwen, bedrijfsongevallen en catastrofaal haperende openbare voorzieningen met deprimerende regelmaat zullen blijven terugkeren. Eigenlijk houdt de Russische economie een race met de tijd.
Als die stukjes industrie die internationaal kunnen concurreren maar snel genoeg kunnen groeien, is er nog een kansje dat er genoeg geld zal binnenkomen en er net genoeg spirit zal zijn om Rusland als geavanceerde industriële samenleving overeind te houden. Zo niet, dan zal het grimmige, primitieve, wodkadoordrenkte leven dat nu reeds grote delen van het platteland beheerst gaandeweg geen uitzondering meer zijn, maar de norm worden.
Het andere grote gevaar wordt gevormd door de politici van Rusland. Het land wordt al sinds jaar en dag vervloekt door ongeduldige heersers die snelle resultaten willen zien. Het beste wat president Vladimir Poetin voor zijn land kan doen, is radicaal een einde maken aan alles wat het land zwak houdt: het zwakke rechtsstelsel, de slechte bureaucraten, corruptie en georganiseerde misdaad. Maar misschien heeft hij andere plannen, of wordt hij gedwongen naar snelle remedies te zoeken. De bescheiden hervormingen van 2000 vonden plaats onder de best mogelijke financiële weersomstandigheden, met een hoge olieprijs en goedkope valuta. Het komende jaar zijn de omstandigheden waarschijnlijk minder vriendelijk. De goede delen van de economie zijn nog altijd te klein en te zwak om de rest te kunnen dragen. Als de volgende inzinking komt, zal Poetin wellicht in de verleiding komen het bedrijfsleven zijn wil op te leggen en de geldpersen harder te laten draaien, met rampzalige gevolgen.
Vladimir Poetin heeft ook minder prettige, onbetrouwbare kanten waarmee hij de buren van Rusland in 2001 de schrik op het lijf kan jagen. De dronkemansjovialiteit van het Jeltsin-tijdperk heeft plaatsgemaakt voor een kille afweging van de Russische nationale belangen. Rusland lijkt althans voorlopig te hebben geaccepteerd dat het weinig kans heeft de Baltische staten ervan te weerhouden de kant van Europa te kiezen. Des te meer zal het Kremlin echter zijn zinnen zetten op het behoud van de restanten van het vroegere imperium: Centraal-Azië, de Kaukasus, en de westelijke staten Oekraïne, Wit-Rusland en Moldavië. In deze drie staten mogen we nog heel wat ellende en machtsvertoon verwachten als Rusland zijn vroegere vazallen eraan herinnert wie hier de baas is. Ruslands drie dikste stokken achter de deur zijn veiligheid, energie en visa. Deze Centraal-Aziatische landen maken zich zorgen over islamitisch terrorisme. Zelfs als dit door Rusland wordt aangewakkerd, zoals sommigen vermoeden, is het alleen het Kremlin, en niet de Verenigde Staten, die de militaire macht kan leveren om autocratische regimes in staten als Oezbekistan te beschermen. Het wapen van de energie is dodelijk tegen landen die zelf geen olie en gas bezitten. Als Oekraïne en Moldavië deze winter en de volgende zitten te rillen van de kou, zal Rusland steeds steviger onderhandelen. Het Kremlin wil het Russische staatsburgerschap zo aantrekkelijk mogelijk maken voor mensen in staten als Georgië en Azerbeidzjan – de enige twee voormalige Sovjet-republieken die nog stevige banden met het Westen onderhouden. Met zijn relatieve welvaart oefent Rusland grote aantrekkingskracht uit op mensen uit het vroegere imperium. Door streng te zijn met visa en royaal met paspoorten, zal Rusland de nationale identiteit van zijn buren ondermijnen en ze steeds steviger aan Moskou binden.
Edward Lucas is correspondent van The Economist in Rusland.
edward lucas
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier