Blauwdruk of belgenmop?

Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

De voorbije week schoven de grote kanonnen aan in de parlementaire dioxinecommissie. Achtereenvolgens Karel Pinxten (CVP), Marcel Colla (SP) en Jean-Luc Dehaene (CVP) wasten hun handen in onschuld. De ex-premier vond dat zijn ontslagen ministers geen fouten hadden gemaakt, en wees met de vinger naar de pers. “De mediahype nekte Pinxten en Colla,” verklaarde Dehaene op vrijdag 28 januari in de dioxinecommissie.

Fred Chaffart, ex-topman van de Generale Bank en de crisismanager die in juli vorig jaar een rapport opstelde over de kostprijs van de dioxinecrisis, kan die uitlating niet onderschrijven. “De media zijn inderdaad te ver gegaan. Maar dat is niet de kern van het probleem. Door een gebrekkige samenwerking hebben ministeriële kabinetten niet tijdig ingespeeld op een besmetting in de voedselketen. Een beetje performant bedrijf in de privé-sector kan niet zo ongecoördineerd te werk gaan. Het zou al lang niet meer bestaan, tenzij op een monopoliemarkt.”

Trends. Ondanks de zure oprispingen in de dioxinecommissie, lijkt de crisis volledig voorbij. Want volgens de Belgische conjunctuurindicatoren staan zowel het producenten- als het consumentenvertrouwen op hun hoogste punt.

Fred Chaffart. De crisis is nog lang niet voorbij. Er moet nog steeds gewerkt worden aan een ernstige kwaliteitscontrole, vanaf het begin van de voedselketen. Men moet ervoor zorgen dat er geen schadelijke stoffen in het circuit komen. Indien dat toch gebeurt, moet men het probleem meteen kunnen opsporen. Alleen voor kalfsvlees bestaat vandaag zo’n systeem, ontwikkeld door het Antwerpse controleorgaan SGS. Voor varkensvlees staat men pas aan het begin van een gelijkaardig controlesysteem.

Maar de Belgische producenten kunnen toch weer volop exporteren? De gekkekoeienziekte sleepte jarenlang aan in Groot-Brittannië, maar de dioxinecrisis lijkt na zes maanden voorbij?

Oké, maar het probleem is totaal verschillend. De gekkekoeienziekte is een genetisch probleem. Het duurt vele jaren voor je de zieke koeien uit het systeem haalt.

Door dat Britse probleem heeft de Europese Commissie overigens overgereageerd ten aanzien van de dioxinecrisis. De crisis kwam op een slecht moment, net vóór de aanstelling van een nieuwe Commissie. Geen enkele commissaris wou zijn nek uitsteken voor België, uit vrees niet te worden herbenoemd. Uit controles bleek dat de Belgische producten vaak minder besmet waren dan de Europese. Toch werden ze geweigerd voor de uitvoer. Daarom is er ook absoluut noodzaak aan een uniforme Europese regelgeving. Maar het Europese Agentschap voor de Voedselveiligheid is nog altijd niet rond. Dat ligt immers moeilijk, want het druist in tegen de nationale instincten.

Dat blijft in België een moeilijk punt.

Belgen hebben een gebrek aan nationale trots. Voeg daarbij de aanwezigheid van de hele wereldpers in Brussel voor de instellingen van de Europese Unie. Wat maakt dat de dioxinecrisis breed werd uitgesmeerd in de internationale media. Dat heeft ons imago geen goed gedaan. België is een erg diffuus land, we hebben al een gebrek aan imago. Bij een Zweed, een Fransman, een Schot vorm je je meteen een beeld. Maar een Belg? Die heeft hooguit een negatief imago. Ik werd in 1954, als student in de Verenigde Staten, voor de eerste keer geconfronteerd met de belgian joke: Belgen worden afgeschilderd als domme, provinciale mensen. Slechts op weinig vlakken scoren we goed, zoals de voeding. En net daar kregen we met de dioxinecrisis een schop. Als voorzitter van Toerisme Vlaanderen doet dat pijn.

Het ontbreekt nochtans niet aan goede voornemens. Koning Albert II doet een oproep voor een positiever imago in het buitenland. De paars-groene regering belooft binnen vier jaar beterschap.

Ik wacht nog altijd op de resultaten van paars-groen. De eerste signalen voorspellen alleszins niet veel goeds. Maar er zijn toch al lessen getrokken uit de dioxinecrisis: de ministeries van Landbouw en Volksgezondheid werken intensiever samen. Toen ik bij Europees commissaris voor Landbouw Franz Fischler ging, maakte die meteen zijn beklag over het ongecoördineerde optreden van de Belgen. Hij moest steeds weer andere instanties en drukkingsgroepen ontvangen. Het is spijtig dat men in België alleen leert met vallen en opstaan. Die toestand kan in één legislatuur worden rechtgetrokken, maar de regering- Verhofstadt zal dan wel serieus moeten werken. Ik hoop dat er binnen een jaar toch minstens een blauwdruk is voor de hervorming van de controle van onze voedselketen. De Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) is voor die controle van de voeding een schitterend voorbeeld. De FDA werkt met duidelijke normen, en controleert veel effectiever.

Blijkbaar met resultaat, want de Amerikaanse markt ging nooit dicht voor Belgische producten.

De Belgische producenten moeten zich geen illusies maken. Die buitenlandse markten zal men op korte termijn niet heroveren. Bovendien zijn extra inspanningen nodig om de prijzen, die vorige zomer met de helft werden verlaagd, weer op niveau te brengen. Vooral in Azië werd heel bruusk gereageerd, met een blokkering van impressionante hoeveelheden varkensvlees. Was dat puur protectionisme of oprechte zorg voor de voedselveiligheid? Die vraag blijft voor mij nog steeds open.

wolfgang riepl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content