BIO-INGENIEUR KU-LEUVEN. Zonder tropenhelm

Vooral jongeren uit gegoede families kiezen voor tropische landbouw, als een vorm van tijdelijk anders gaan leven.

Wie vroeger als jongere de monotonie van het burgerlijk bestaan wilde doorbreken, trok naar Kongo en bouwde daar een koloniale carrière uit. “De belangstelling voor de ontwikkelingslanden is er bij de jongeren van vandaag zeker niet op achteruitgegaan, ” zegt professor Eric Tollens die het vak landbouwekonomie in de ontwikkelingslanden doceert in het zgn. minor-programma Landbouwkunde van de tropische en subtropische streken voor bio-ingenieurs, een specializatie aan de Fakulteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen van de KU-Leuven. Elk jaar maken 30 tot 40 van zijn studenten hun eindwerk in een ontwikkelingsland, in Thailand, Sri Lanka, Vietnam, Tanzania, Nigeria, Ivoorkust, Oeganda of Colombia. Dat gebeurt in door België of de EU gefinancierde projekten van lokale universiteiten, onderzoeksinstellingen of niet-goevernementele organizaties (NGO’s). De helft komt ontgoocheld en gedesillusioneerd terug, de andere helft gaat enkele jaren terug. “Een levenslange loopbaan is er niet meer bij. Het is een tussenperiode in de carrière. Echter wel een belangrijk scharniermoment, ” meent Tollens. “Iemand met vier of vijf jaar ervaring in een ontwikkelingsland heeft in het bedrijfsleven duidelijk een beentje voor. Men ontwikkelt er een bredere (interkulturele) kijk en een dynamische persoonlijkheid, waardoor men op de meest uiteenlopende plaatsen terechtkomt. Niet noodzakelijk in de landbouw, maar in de industrie of de dienstensektor, in studiebureaus, bij computerfirma’s, banken, verzekeringen, zelfs expeditiebedrijven. ” Opvallend veel jongeren uit meer gegoede families kiezen voor een specializatie in de tropen.

INDIVIDUEN.

De kennis van de tropische landbouw is in dit land dezelfde weg opgegaan als de Afrika-kennis van België in andere specifieke domeinen, waarin wij toonaangevend waren. Zoals de Belgische afrikanistiek in het algemeen geleidelijk wegkwijnde en versnipperde, zo is het ook de tropische landbouw vergaan. In enkele specifieke domeinen staan we nog sterk en dat ligt dan hoofdzakelijk aan de inzet en de kwaliteit van enkele individuele onderzoekers. In het Waalse Gembloers blinkt de afdeling Tropische Landbouw uit door het onderzoek van professor Boudouin naar veredeling van tropische bonen ; in Louvain-la-Neuve onderscheidt professor Maraite zich in tropische plantenziekten ; Bruno Godeus geniet met professor Geerts in Antwerpen faam in tropische dierenziekten. Aan de Landbouwfakulteit van Leuven is Ronny Swennen een autoriteit in het vlak van bananenveredeling.

De meeste vijftigers hebben Centraal Afrika nog als werkterrein gehad en hebben jaren Zaïre achter de rug. De jongere onderzoekers en tropen-specialisten zijn niet meer als dusdanig verbonden met instellingen in België, maar werken in opdracht van internationale onderzoeksinstellingen. Die internationale samenwerking is zeker in domeinen van tropisch landbouwonderzoek opvallend en wordt internationaal gekoördineerd door het CGIAR (Consulting Group for International Agricultural Research), waarvan 28 landen ook België lid zijn en die gezamenlijk 18 gespecializeerde onderzoekscentra financieren.

E.B.

ERIC TOLLENS (KU-LEUVEN) In enkele specifieke domeinen staan we nog zeer sterk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content