BIL volgt Belgische klanten naar België
De Banque Internationale à Luxembourg (BIL), die tot vorig jaar deel uitmaakte van de Dexia-groep, heeft pas een kantoor geopend in Brussel. De oudste private bank van Luxemburg wil zo snel mogelijk een miljard euro aan activa beheren in ons land.
Een oud herenhuis op de Tervurenlaan, dicht bij de kantoren van Bank Delen. Daar huist sinds een paar maanden de oudste private bank van Luxemburg: de Banque Internationale à Luxembourg (BIL). De nieuwkomer op de Belgische markt mikt in eerste instantie op vermogende Belgische klanten die hun geld vanuit het Groothertogdom naar België willen repatriëren, geeft Bernard Mommens, algemeen directeur van BIL België en een oudgediende van Paribas, Artesia en Dexia, toe. Maar de bank is ervan overtuigd dat ze ook nieuwe klanten zal aantrekken.
De BIL heeft een lange en roemruchte geschiedenis. De instelling was de eerste naamloze bankvennootschap in Luxemburg. Ze werd in 1856 opgericht om de ontwikkeling van de spoorwegen en de staalindustrie in het Groothertogdom te financieren. Datzelfde jaar gaf de BIL de eerste Luxemburgse bankbiljetten uit. Dat exclusieve recht behield ze tot de invoering van de euro. De BIL stond ook aan de wieg van Cedel, dat uitgroeide tot Clearstream, de clearing- en settlementdivisie van Deutsche Börse.
De recentere geschiedenis van de BIL oogt minder fraai. In 1991 nam het Gemeentekrediet een meerderheidsbelang in de Luxemburgse bank. Na de fusie van het Gemeentekrediet met het Franse Crédit Local de France kwam de bankgroep Dexia tot stand, die de volledige controle over de BIL verwierf. Na de ontmanteling van Dexia kwam de BIL in 2012 in handen van Precision Capital (90 %), een in Luxemburg gevestigde bankholding die de privébelangen van sjeik Hamad bin-Jassim bin Jaber Al-Thani, de voormalige premier van Qatar, vertegenwoordigt. Precision Capital legde eerder ook de hand op KBL European Private Bankers. De Luxemburgse staat verzekerde de lokale verankering van de BIL door een deelneming van 10 procent in de bank te nemen.
“Natuurlijk was de teloorgang van Dexia ook voor ons een zeer pijnlijke zaak”, vertelt de Leuvenaar Bernard Mommens. “Maar zelfs in die moeilijke periode is de BIL een zeer gezonde en solide bank gebleven. De BIL heeft in niets bijgedragen tot de problemen van Dexia, maar als deel van de groep liepen we wel collateral damage op. We hebben er ons doorgeworsteld door heel dicht bij de klanten te staan. De overname door Precision Capital was een verademing. We kregen als het ware onze onafhankelijkheid terug.”
Boetiek
De voornaamste doelstelling van de nieuwe hoofdaandeelhouder is de vroegere BIL in ere te herstellen, zegt Mommens: “Wij willen een private bank oude stijl zijn, waarbij de klant kan rekenen op een persoonlijke aanpak en geïndividualiseerde oplossingen. In België profileren we ons als een boetiek voor private banking en vermogensbeheer. We willen niet vervallen in een gestandaardiseerde aanpak met uniforme producten. De klant moet weten dat hij bij ons oplossingen op maat krijgt aangereikt, ook al gaat dat ten koste van onze marge.”
De eerste strategische beslissing na de overname door Precision Capital was een kantoor te openen in Brussel. “Dat was een ambitie die we al lang koesterden”, zegt Mommens. “De banden met België zijn altijd heel belangrijk geweest. Ruim een vijfde van de 2150 medewerkers van de BIL is Belg. En het vermogen van Belgische klanten bij de BIL in Luxemburg vertegenwoordigt zo’n 4 miljard euro op een totaal van 29 miljard euro activa onder beheer.”
Onder de vleugels van Dexia was de opening van een kantoor in België geen optie. Maar nu Dexia uit beeld is verdwenen, het bankgeheim in Luxemburg is gesneuveld en de fiscale amnestie in België op haar einde loopt, is een Belgisch kantoor voor de BIL bijna een conditio sine qua non. “Ik zal er geen doekjes om winden”, zegt Mommens. “We willen onze klanten volgen, ook de Belgische die beslist hebben hun geld te repatriëren. Het zou absurd zijn dat we deze clientèle aan de concurrentie laten gewoon omdat we hier geen vestiging hebben.”
Volgens Mommens gaat het om een minderheid: “De meeste Belgische klanten van de BIL in Luxemburg zijn fiscaal in orde en kunnen perfect hun geld in Luxemburg behouden. Op die manier kiezen ze ervoor hun vermogen geografisch te spreiden. Maar er is ook een groep die het geld terug naar België wil brengen. Die willen wij dezelfde service en kwaliteit bieden die ze in Luxemburg gewoon was.”
All-in
In Luxemburg heeft de BIL naast de private bank ook een retailbank met een netwerk van 40 agentschappen. Maar buiten de thuismarkt is de instelling uitsluitend actief in het beheren van vermogens voor bemiddelde klanten. Behalve in Luxemburg en Brussel beschikt ze ook over vestigingen in Zwitserland, Denemarken en Singapore. In het Midden-Oosten zal de BIL haar strategische expansie voortzetten met de opening van een eerste filiaal in Dubai. Dat moet de nieuwe activiteitenhub van de bank in de snel ontwikkelende Golfregio worden. “Dat internationale karakter onderscheidt ons van vele andere private bankers”, vindt Mommens. “Wij kunnen oplossingen en diensten in verschillende regio’s bieden. Zo hebben onze klanten in veertien landen de mogelijkheid een onroerend goed te kopen.”
De BIL wil zich in België ook onderscheiden door zijn “eenvoudige en transparante tarificatie”, dixit Mommens. Daarmee doelt hij op het all-inforfait dat de BIL wil invoeren: “De klant zal niet voor onaangename verrassingen komen te staan. Beheers- en bewaarkosten, commissies, retrocessies, alles is inbegrepen in de prijs.” Voor een portefeuille van een miljoen euro die discretionair beheerd wordt, zou de totale kostprijs uitkomen op 1,5 procent. “We zijn zo’n 15 tot 20 procent goedkoper dan de huidige marktprijs”, rekent Mommens uit.
De bank kan dat onder meer waarmaken doordat ze als een bijkantoor van de Luxemburgse moederbank fungeert. “Alle ondersteunende diensten worden door Luxemburg geleverd”, vertelt Mommens. “We hoeven zelf geen zware investeringen te doen, of kapitaal te reserveren om de eigen balans te schragen.” De BIL België telt tien medewerkers, onder wie vijf senior private bankers.
De instapdrempels liggen op 1 miljoen euro voor discretionair beheer en 500.000 euro voor adviesbeheer. Wie genoegen neemt met een gestandaardiseerd aanbod, kan al vanaf 125.000 euro een beroep doen op de BIL.
In volumetermen mikt de bank op 500 miljoen euro activa onder beheer tegen eind dit jaar, om daarna binnen de kortste keren door de grens van het miljard te breken. Is dat realistisch als je weet dat de Belgische markt voor vermogensbeheer gesatureerd is? Er zijn een heleboel binnen- en buitenlandse private-bankingspelers in België actief (zie kader), en ook de grootbanken mikken op de vermogende klanten. Bovendien vissen de financial planners in dezelfde vijver.
“De Belgische markt is inderdaad verzadigd”, antwoordt Bernard Mommens. “Maar ze is niet oververzadigd. Wij denken dat er plaats is voor een challenger als de BIL. Het moment om op de markt te komen is goed. Er staat een pak geld op de spaarboekjes. Dat kan op een betere manier geïnvesteerd worden. Wij zien mogelijkheden om organisch te groeien in België. Daarom zullen we de komende jaren vooral investeren in een betere visibiliteit op bepaalde plaatsen en bij bepaalde doelgroepen. De bedoeling is in drie tot vijf jaar top of mind te zijn als mensen denken aan een private bank of vermogensbeheerder.”
PATRICK CLAERHOUT
“Wij willen een private bank oude stijl zijn”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier