Bijverdienen kan weer onbeperkt
Er komt een versoepeling voor gepensioneerde leerkrachten die hun oude school willen depanneren om het hoofd te bieden aan het lerarentekort en de afwezigheden door corona. Tot nu werd een bovengrens gehanteerd voor het bedrag dat ze mochten verdienen boven op hun pensioen, maar die limiet wordt tijdelijk geschrapt.
Om het tekort aan leraars terug te dringen kijken scholen en directies onder meer naar gepensioneerde leerkrachten, vooral als ze het beroepsleven nog niet lang achter zich hebben gelaten. Zij zijn nog gewoon aan het ritme, zijn op de hoogte van de recentste leerplannen en hebben nog voeling met wat leeft binnen de schoolmuren.
Hoewel de inzet van gepensioneerden geen structurele oplossing mag heten, is het wel een efficiënte noodmaatregel. Toch waagden veel gepensioneerde leerkrachten zich liever niet aan een tijdelijke comeback. Niet iedere gepensioneerde mag onbeperkt bijverdienen boven op zijn of haar pensioen. Voor mensen ouder dan 65 jaar geldt geen maximumbedrag. Hetzelfde gaat op voor mensen die bij de aanvang van hun pensioen konden terugblikken op een loopbaan van 45 jaar. Voor gepensioneerden die niet aan die voorwaarden voldoen, werden wel bovengrenzen gehanteerd.
Voor leerkrachten die al een pensioen ontvangen, maar jonger zijn dan 65 jaar, of die bij hun pensionering minder dan 45 jaar hebben gewerkt, gold in 2022 in principe een brutojaargrensbedrag van 8.634 euro. Wie dat bedrag overschreed, moest een deel van zijn pensioen inleveren. Maar er zit een addertje onder het gras: het pensioen wordt niet verminderd met het absolute bedrag waarmee de grens is overschreden, maar met het percentage dat de gepensioneerde te veel heeft verdiend. Navraag naar de redenering achter die regel bij de Federale Pensioendienst en het kabinet van minister van Pensioenen Karin Lalieux (PS) levert geen duidelijk antwoord op.
In sommige gevallen leidde dat mechanisme tot absurde situaties. Stel dat een gepensioneerde voor wie de limiet van 8.634 euro van toepassing was, door het jaar 12.951 euro bijverdiende. Het maximum toegelaten bedrag was dan met 50 procent overschreden. Als die persoon een pensioen van 2.300 euro per maand heeft – of 27.600 euro per jaar – dan vorderde de pensioendienst 13.800 terug, of 849 euro meer dan het verdiende bedrag. Dit vereenvoudigde voorbeeld is fictief en louter ter illustratie, maar het kwam wel degelijk voor dat gepensioneerde leerkrachten uiteindelijk moesten betalen voor het werk dat ze hadden geleverd.
Bron van verwarring
Cijfers over het aantal gepensioneerden dat een interim weigerde vanwege een mogelijke vermindering of schorsing van hun pensioen, zijn niet beschikbaar. Katholiek Onderwijs Vlaanderen noteerde wel een sterk stijgend aantal vragen van leerkrachten en schooldirecties over de mismatch tussen de pensioenregels en het lerarentekort. “Wanneer een leerkracht jonger dan 65 jaar terugkeert uit zijn pensioen voor een tijdelijke opdracht, gebeurt dat tegen dezelfde loonvoorwaarden als aan het einde van de loopbaan”, klinkt het bij de onderwijskoepel. “Door de geldelijke anciënniteit zijn die doorgaans gunstig. Wanneer het bovendien om een langdurige en voltijdse opdracht gaat, zit men relatief snel aan het grensbedrag.”
Ook de berekeningswijze van het bedrag dat mocht worden bijverdiend, was vaak een bron van verwarring. “Men kijkt tijdens berekeningen vooraf dikwijls enkel naar het loon dat tijdens de tewerkstellingsperiode wordt verdiend. Maar boven op die bezoldiging komt in veel gevallen nog een eindejaarspremie of vakantiegeld”, waarschuwt Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
Naast de leerkrachten die hun school niet wilden depanneren vanwege de financiële gevolgen, waren er leerkrachten die het werk hervatten, maar onvoldoende op de hoogte waren van de regels. Een aantal onder hen stelde pas achteraf vast dat ze meer moesten terugbetalen dan ze hadden bijverdiend. In sommige gevallen ging het om duizenden euro’s.
Tijdelijke uitzondering
De onderwijskoepels drongen aan op een oplossing en vroegen voor jong gepensioneerde leerkrachten een tijdelijke uitzondering, waardoor zij hun pensioen en hun bijverdiensten onbeperkt konden cumuleren. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) keek naar federaal minister Lalieux voor een versoepeling van de regels. Tot vorige zomer gold al zo’n versoepeling, maar die werd aan het begin van dit schooljaar ingetrokken.
Hoewel het kabinet van minister Lalieux benadrukt dat een versoepeling van de pensioenregels geen structurele oplossing is voor het lerarentekort, werd afgelopen vrijdag op de federale ministerraad beslist dat gepensioneerde leerkrachten tot en met 30 juni kunnen inspringen in de strijd tegen corona zonder aan pensioen in te boeten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier