Bijna gratis erven

Sinds de forse verlaging van de schenkingsrechten kiezen steeds meer Vlamingen voor de officiële schenking als vorm van successieplanning. Toch schuilt er een aantal addertjes onder het gras.

Dit is het verhaal van Fernand. Fernand is ongeveer tachtig jaar oud en was een flink deel van zijn leven een succesvolle handelaar. Toen hij vijftien jaar geleden met pensioen ging, had hij een aardig kapitaal bijeengespaard. Dat geld liet hij echter niet rusten. Belangrijke sommen werden belegd in aandelen en obligaties. Dankzij de opbrengst van die beleggingen kon hij nog eens een extra appeltje voor de dorst opzijzetten. Of samen met zijn echtgenote Maria op reis gaan naar Zuid-Europa. Tot Maria vijf jaar geleden overleed. Sindsdien komt er van reizen niets meer in huis. Fernand verkeert echter nog in goede gezondheid en is ondanks zijn kranige leeftijd nog altijd actief in de beleggersclub.

Toch beseft hij dat hij geen jaren meer te leven heeft. Hij vraagt zich geregeld af wat hij met zijn vermogen zal doen. Aan zijn kinderen kan hij het geld niet doorgeven, want die heeft hij nooit gehad. En afgezien van een paar achterneven heeft Fernand geen familie.

Fernand denkt er dan ook aan om een groot deel van zijn vermogen weg te schenken. Aan een paar van zijn beste vrienden – allemaal een stuk jonger dan hijzelf – wil hij een bedrag via een schenking doorgeven. Die vrienden zou hij sowieso in zijn testament hebben opgenomen, maar zo redeneert Fernand: “Ze kunnen het geld beter nu gebruiken.” Daarom is Fernand naar een notaris gestapt met de vraag of die een notariële akte kan opstellen waaruit blijkt dat hij een groot deel van zijn vermogen aan een aantal van zijn vrienden schenkt.

Fernand speelde al langer met die idee maar besloot pas recent om die schenking te doen. De reden is eenvoudig: de schenkingsrechten in het Vlaams Gewest zijn sinds 1 januari van dit jaar aanzienlijk verlaagd.

Terwijl de tarieven vroeger konden oplopen tot 30 % voor schenkingen in rechte lijn en tot zelfs 80 % voor schenkingen aan niet-familieleden, zijn ze nu teruggebracht tot 3 % à 7 %. In de praktijk bedragen de schenkingsrechten op roerende goederen voor schenkingen aan kinderen, kleinkinderen, de echtgenoot of de samenwonende partner 3 %. Voor schenkingen aan andere begiftigden is dat 7 %. Dat scheelt dus een hele slok op de borrel.

Notarissen beschouwen de verlaging van die schenkingsrechten als een “revolutie”. Gebruikmaken van een schenking is veel interessanter geworden en tal van vermogenbeheerders zetten hun klanten er dan ook toe aan om voor deze formule te kiezen.

Vooral populair in indirecte lijn

Revolutionair is ook het woord dat notaris Karel Tobback in de mond neemt: “Het nieuwe systeem is ideaal om de successieplanning te verbeteren en komt op het juiste ogenblik. Door de toenemende vergrijzing bevindt een steeds groter deel van het kapitaal zich bij de ouderen. Die willen vaak nog een deel van hun vermogen vóór het overlijden aan hun kinderen schenken, omdat die jongeren het geld dan het best kunnen gebruiken. De hoge schenkingsrechten vormden echter een hinderpaal. Die vallen nu weg.”

Tobback heeft nog geen cijfers van het aantal aanvragen dat bij notarissen wordt ingediend voor een schenking, maar hun aantal gaat alvast crescendo. Ook Didier Van Laere van het advocatenkantoor De Broeck Van Laere Van Camp merkt dat er meer en meer advies wordt gevraagd in verband met de voordelen die een schenking biedt. “Je hebt natuurlijk veel mensen die een schenking willen doen in rechte lijn,” zegt hij. “Daarmee bedoel ik ouders die een bepaald bedrag aan hun kinderen willen geven. Maar ik merk vooral een stijging in de vraag naar schenkingen in indirecte lijn. Ik heb het dan over ooms en tantes die aan hun neven een schenking willen doen.”

Volgens Van Laere is die sterke stijging vooral te danken aan de grote verschillen die er bestaan tussen de nieuwe schenkingsrechten en de nog altijd zeer hoge successierechten. Van Laere: “Een suikertante die een schenking wil doen, betaalt daarop 7 % schenkingsrechten terwijl de successierechten bij haar overlijden op zijn minst 45 % bedragen. En dat bedrag kan zelfs oplopen tot 65 %.”

Van Laere bevestigt ook dat hij de voorbije maanden veel meer vragen krijgt over successieplanning dan over fiscale amnestie. Ook tijdens de roadshows die de banken en vermogenbeheerders over fiscale amnestie organiseerden, werden daarover vragen gesteld. “Mensen die stilaan een dagje ouder worden en over een niet onaardige som op buitenlandse rekeningen beschikken, stellen hierover veel vragen,” zegt Olivier Van Belleghem, hoofd vermogensplanning bij Bank Degroof. “Zij denken er stilaan aan om dat geld te repatriëren. Normaal gezien moet dat lukken met een tarief van 12 %. Ze kiezen voor de eenmalige bevrijdende aangifte met een fiscale boete van 9 % en betalen 3 % schenkingsrechten.”

Tot voor kort was de schenking in ons land een allesbehalve populaire formule. “De voorbije dertig jaar ontvingen notarissen amper schenkingsrechten op roerende goederen,” benadrukt Tobback. “Wel op onroerende goederen, omdat er daarvoor uiteraard geen alternatief bestaat.”

Dat er in het verleden in België zo weinig gebruikgemaakt werd van een schenking had te maken met het feit dat het alternatief van de handgift zeer populair was (voor een definitie, zie kader: Schenkingen en handgiften: een technische maar noodzakelijke uitleg). Iemand die geld, schilderijen, juwelen of effecten aan toonder wou doorgeven zonder daarop torenhoge belastingen te moeten betalen, kan dat doen via een gewone handgift. In dat geval worden de roerende goederen van hand tot hand doorgegeven en moet men er geen schenkingsrechten op betalen. Daartegenover staat dat er bij een handgift geen bewijs van schenking is, wat voor onduidelijkheid zorgt. Tobback: “Het kan voor problemen zorgen in sommige families: de enen beweren dan dat een bepaald goed is geschonken terwijl ze er geen bewijs van kunnen voorleggen. Het nieuwe systeem is open en transparant en ik zie ook een afname van de handgift ten voordele van de schenking, al zijn er nog geen concrete cijfers die deze tendens kunnen bewijzen.”

Bijkomend nadeel van een handgift is dat je er geen voorwaarden aan kunt verbinden, zoals het betalen van een bepaalde rente aan de schenker. Bij een handgift geldt het principe ‘gegeven is gegeven’. Eigenlijk kozen de Belgen pas voor een schenking in plaats van een handgift bij grotere bedragen (boven 10.000 euro) of als men er voorwaarden aan verbond.

Het einde van de handgift?

Behalve de verlaging van de schenkingsrechten is er nog een ander aspect aan de nieuwe regeling die we op zijn minst revolutionair kunnen noemen. Tot voor 1 januari 2004 moest een schenker de schenking ten minste drie jaar overleven. Zoniet werd het bedrag toch nog bij de erfenis gerekend. En dat betekende dat er nog successierechten op moesten worden betaald, zij het wel na aftrek van bepaalde schenkingsrechten. Dat die termijn werd afgeschaft, had als uiteindelijke bedoeling om het aantal schenkingen te stimuleren.

En dat heeft inderdaad zijn effect niet gemist. Tobback: “Dat het een katalysatoreffect heeft gehad, is overdreven. Maar het zorgt wel voor een toename. En voor een aantal uitwassen. Ik heb weet van mensen die al op hun sterfbed lagen en die bijna werden gedwongen om een schenking te doen. Vandaar dat ik pleit voor een termijn van zes maanden of één jaar vooraleer een schenking niet langer bij een erfenis kan worden geteld. De huidige manier van werken is niet menselijk meer.”

De afschaffing van die termijn zou normaal gezien het doodvonnis betekenen van de handgift. Bij een handgift moet een schenker immers nog gedurende minstens drie jaar in leven blijven. Zoniet moeten de begunstigden er toch nog successierechten op betalen. De geschonken goederen worden immers aangegeven in de nalatenschap van de schenker. Om die successierechten te vermijden, worden notarissen nu meer en meer geconfronteerd met het regulariseren van al bestaande documenten betreffende handgiften of bankgiften, die men nu nog wil laten registreren tegen een flat tarief van 3 of 7 %.

Hier en daar rijst zelfs de vraag of notarissen nu niet met de vraag worden geconfronteerd om deze handgiften nog ná het overlijden van de schenker te laten registreren tegen het voormeld tarief? “Het regulariseren van vroegere handgiften komt amper voor. Men laat het verleden rusten,” zegt Tobback.

De Vlaamse uitzondering

De nieuwe regeling moet er ook voor zorgen dat de schenkers die schenkingen zoveel mogelijk in ons land registeren. Vaak laten schenkers immers hun gift registeren door een buitenlandse notaris (over het algemeen in Nederland, Zwitserland of Italië). Wanneer die schenking niet ter registratie in ons land wordt aangeboden, zijn daarop geen schenkingsrechten verschuldigd. Door het verlaagde tarief zullen Vlamingen echter minder geneigd zijn om de zaak bijvoorbeeld via een Nederlandse notaris te regelen.

Experts leggen momenteel echter minder de nadruk op de verschillen tussen België en andere landen. Vooral over de grote verschillen in schenkingsrechten tussen de verschillende gewesten krijgen notarissen en vermogensbeheerders veel vragen. De regeling is immers alleen van toepassing in het Vlaams Gewest. Er bestaat op het gebied van schenkingsrechten bijgevolg een grote kloof met het Waalse en Brusselse Gewest.

In Wallonië kunnen die schenkingsrechten bijvoorbeeld oplopen tot maar liefst 90 %. Een gigantisch verschil met Vlaanderen, dat normaliter fiscale verhuizingen op gang zou moeten brengen. In de praktijk zal het echter zo’n vaart niet lopen. Immers, wanneer een schenker tijdens de laatste vijf jaar vóór een schenking in verschillende gewesten heeft gewoond, geldt het tarief van het gewest waar hij of zij het langst heeft gewoond. Van die verhuizingen omwille van lagere schenkingsrechten zal dus niet zo snel sprake zijn.

Zegt Van Belleghem: “Het zorgt natuurlijk voor een vorm van discriminatie als u een schenking wilt doen aan uw twee kinderen die elk in een ander gewest wonen. Al zijn er nu wel signalen vanuit de federale regering om die regionale verschillen wat af te vlakken. Vooral in Brussel zou men tamelijk snel stappen in die richting kunnen zetten.”

Alain Mouton – Jos Ruysseveldt

De schenkingsrechten in het Vlaams Gewest zijn sinds 1 januari van dit jaar aanzienlijk verlaagd.

Terwijl de tarieven vroeger konden oplopen tot 30 % voor schenkingen in rechte lijn en tot zelfs 80 % voor schenkingen aan niet-familieleden, zijn ze nu teruggebracht tot 3 % à 7 %.

Notarissen beschouwen de verlaging van die schenkingsrechten als een ware ‘revolutie’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content