Big data: de grote sprong voorwaarts in de gezondheidszorg
Advertorial verbindt organisaties met de lezers van en doet een beroep op de specialisten van Roularta Brand Studio voor tekst en illustraties. De inhoud wordt eventueel aangebracht door de partner en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.
Het is een feit dat we vandaag langer leven en in betere omstandigheden. Maar de technologische ontwikkelingen zullen ons in staat stellen om onze gezondheid nog verder te verbeteren. We luisterden naar Daniël Kraft, Doctor of Medicine aan de vermaarde Singularity University in de VS en gingen ook kijken bij de KU Leuven.
De eerste stappen naar big data in de gezondheidszorg zijn al gezet. Denken we maar aan stappentellers, wearables of het Elektronisch Patiëntendossier. Dr. Danël Kraft: “We weten dat het meten van gedrag een grote invloed heeft op ziekte en het ontstaan ervan. Tegenwoordig kunnen we al van alles meten, dankzij de wearables. Thequantified self noemen we dat.”
“Maar de toekomst is aan the quantified health: artsen die heel gericht gezondheidsgegevens van patiënten kunnen verzamelen, bijvoorbeeld via een digitale weegschaal, waardoor het gedrag van die patiënt vroegtijdig kan worden bijgestuurd. Daarmee kunnen we ziektes voorkomen.”
De tricorder: fictie is realiteit geworden
De volgende stap in de wearables worden apparaatjes die in een mum van tijd een reeks gezondheidsindicatoren kunnen meten en die automatisch registreren in een database. Dit zijn de zogenaamde tricorders. De naam komt uit de tv-reeks Star Trek, waar dokter McCoy zijn patiënten met een draagbaar toestel in een handomdraai kon onderzoeken en diagnosticeren. Maar intussen is de fictie dus werkelijkheid geworden.
Dr. Daniël Kraft: “Door diagnose in een vroeg stadium kunnen artsen elke ziekte sneller behandelen. Voor diagnostiek komen er steeds meer e-health-toepassingen, zoals de medische tricorder. Als je via zo’n toepassing in een vroeg stadium de indicatoren van bijv. kanker in beeld krijgt, kun je er snel bij zijn.”
Een ‘internet of body’
We zullen dus steeds meer informatie over onszelf en ons lichaam kunnen verzamelen, enerzijds in kortere tijd en anderzijds over een langere periode. “Slimmere, kleinere en onderling verbonden apparaten helpen om onze lichamelijke en geestelijke gezondheid beter te begrijpen en te optimaliseren. We evolueren dankzij tal van betaalbare sensoren van een ‘Internet of Things’ naar een ‘Internet of Body’. Functies als ademhaling, hartslag en lichaamshouding worden doorlopend gemeten via sensoren, tijdelijke tatoeages, enzovoort…”, legt dokter Kraft uit.
We evolueren dankzij tal van betaalbare sensoren van een ‘Internet of Things’ naar een ‘Internet of Body’.
Van data naar preventie
Op die manier kan een behandeling straks ook meer gepersonaliseerd worden. Doordat informatie van een steeds grotere groep patiënten continu beschikbaar is, ontstaan databases met zeer relevante informatie. Zo bouwt de KU Leuven al 20 jaar aan Intego, een grootschalige database met geanonimiseerde patiëntendata. Onderzoeker Gijs Van Pottelbergh: “Een 50-tal huisartsenpraktijken levert vrijwillig gegevens aan uit hun medische dossiers. Wij halen gegevens uit diagnoses van de huisartsen, uit labogegevens en uit de voorgeschreven medicatie. Op basis daarvan worden epidemiologische trends en voorschrijfgedrag in kaart gebracht en geanalyseerd.”
De volgende stap is dat Intego gekoppeld wordt aan databases van ziekenhuizen of mutualiteiten. “Als de medische dossierssystemen in de cloud gaan, laat het toe om veel sneller data te verzamelen en te analyseren. Over afzienbare tijd moet dat toelaten om epidemies te gaan voorspellen en nog veel sneller preventief op te treden rond bepaalde gezondheidstrends”, aldus Van Pottelbergh.