Big bang voor big banks

Paul Huybrechts publicist

In de kosmologie lijkt men de bigbangtheorie wat te verlaten als ultieme verklaring voor het ontstaan van alles, 14 miljard jaar geleden. De big bang blijft wel bestaan als een hyperbool. Zo spraken de media in 1990, 25 jaar geleden, van een big bang toen minister van Financiën Philippe Maystadt het Belgische financiële landschap ingrijpend hertekende. En wat ons nu in de Europese financiële markten te wachten staat, is andermaal een big bang. Of is het niet wereldschokkend, wanneer de bedrijven straks maar voor 27 procent door de banken van kredieten worden voorzien, tegen 76 procent vandaag? Net zoals in de Verenigde Staten. Het aandeel van de financiële markten, met soms banken in een andere rol, gaat dan van 24 procent naar 73 procent. Een verschuiving van een paar duizend miljard.

Sommige banken zijn als SIFI’s (systemically important financial institutions) veel te groot. Alan Greenspan zei het al: bedrijven die too big to fail zijn, bedreigen de groei. In Europa krimpen de balanstotalen van de grote banken. Kleinere en nieuwe banken floreren en de ‘desintermediatie’ rukt op: banken worden als tussenschakel overbodig. Het proces gaat nog langzaam, ook omdat de ECB tegelijk bidt dat alle banken, groot en klein, snel meer kredieten gaan verstrekken. Maar als straks de Capital Markets Union (CMU) vaart krijgt, kan het allemaal versnellen. Ook omdat disruptieve technologie zal helpen.

Nieuwe vormen van intermediatie ontpoppen zich. Voor aandelenkapitaal moeten de Europese banken al een tijdje naar derden doorverwijzen. Na 2008 moesten ze afscheid nemen van hun gespecialiseerde dochterbedrijven. Dat zit nu bij private equity, investeringsmaatschappijen, family offices, businessangels en crowdfunding. Een origineel initiatief is EuroQuity van de Franse bank Bpifrance en de Duitse KfW Bankengruppe, waarbij sinds kort het Waalse Sowalfin is aangesloten. In Wallonië is er een tekort aan risicokapitaal bij de middelgrote bedrijven. De solvabiliteitsratio van 30 procent van de 26.000 Waalse middelgrote bedrijven zit onder de 16 procent. Veilig is 27,5 procent. Dat hindert de bedrijven bij het aanvragen van bankkredieten. EuroQuity brengt de bedrijven met kapitaalbehoeften in contact met investeerders. De website is een dienst zonder winstoogmerk. Er zijn spelregels die voldoende anonimiteit garanderen, er is een rol voor allerlei specialisten en er ontstaan thematische communities. Het lijkt een beetje op Startups.be van het Vlaams Agentschap Ondernemen, met dit verschil dat EuroQuity eerder bestaande bedrijven helpt. Met succes.

Maar ook voor schulden wemelt het van initiatieven. In Vlaanderen worden de Winwinleningen ontdekt als beleggingsinstrument. Allerlei lobbywerk heeft ervoor gezorgd dat de Belgische politici niet geneigd zijn ‘kredietunies’ tussen bedrijven te bevorderen. Die bestaan in de Angelsaksische landen en in Nederland. Het komt erop neer dat bedrijven met overschotten bedrijven met behoeften steunen. Via coöperaties lenen bedrijven aan elkaar geld, en leren ook van elkaar. Peer-to-peer lending is een variant die in de Angelsaksische wereld opgeld maakt. LendingClub bemiddelde al voor 7,6 miljard tussen investeerders en bedrijven en Prosper biedt rendementen aan tussen 5 en 10 procent. Voor kredieten zijn er in het VK zes nieuwe spelers, vaak beursgenoteerd. De investeringen in allerlei vormen van bancaire innovaties verdrievoudigden daar in 2014. Die uitdagers van big banks zijn zowel in risicokapitaal als in kredieten nog marginaal en het landschap is wat chaotisch. En er zullen ook nog ongelukken gebeuren. Maar de opgang van nieuwe relaties tussen beleggers en bedrijven is niet te stuiten.

Voor investeerders is echter het grote probleem het gebrek aan liquiditeit. Geld uitlenen is namelijk gemakkelijk, maar het terugkrijgen… Daarvoor reken je op een solvabele bank. Of op een liquide beurs. Niemand belegt voor de eeuwigheid, vooral omdat die voor elke mens morgen kan beginnen. Er moet dus nog een transparante markt worden opgezet waarop de waardering en de verhandeling van allerlei nieuwlichterij mogelijk zijn. De klassieke effectenbeurzen zijn daar niet voor geschikt. Misschien beschikt Euronext Brussel met zijn Expert-markt wel over een oplossing. Expert is de elektronische opvolger van de Openbare Veilingen en is opgezet om moeilijk of niet-verhandelbare effecten toch te waarderen en te verhandelen. Voor de beleggers loopt de toegang over een expert die een indicatieve waardering afgeeft. Expert kan straks een van de belangrijkste innovaties blijken. Een Belgische blijver, na de big bang.

De auteur is publicist en voorzitter van VFB, de Vlaamse Federatie van Beleggers.

PAUL HUYBRECHTS

Er moet een transparante markt worden opgezet waarop de waardering en de verhandeling van allerlei nieuwlichterij mogelijk zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content