Biechten wordt moeilijker
Nu de belastingconsulenten en fiscalisten hun eigen beroepsreglementering hebben, rijst de vraag of er ook iets gewijzigd is aan het maatschappelijk belang dat aan hun optreden wordt gehecht.
De gloednieuwe beroepsreglementering van de belastingconsulenten en de erkende boekhouders-fiscalisten is op 29 juni van kracht geworden (zie Trends 15 juli 1999). Zij houdt in dat niemand nog de beschermde titel van “belastingconsulent” of van “erkend boekhouder-fiscalist” (of een daarmee verwarring stichtende titel) mag gebruiken als hij niet vooraf ingeschreven is op de lijst van de belastingconsulenten bij het Instituut van de accountants en de belastingconsulenten of op de lijst van de erkende boekhouders-fiscalisten bij het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten.
De inschrijving op deze lijsten heeft niet alleen tot gevolg dat men de beschermde titel(s) mag gebruiken, maar ook dat men het strafrechtelijk gesanctioneerd beroepsgeheim kan inroepen – waarop belastingconsulenten lang hebben aangedrongen. In tegenstelling met advocaten konden zij aan hun cliënten immers niet de waarborg bieden dat hun dossier door een beroepsgeheim beschermd zou zijn. Daaraan is nu verholpen. De wetgever heeft het beroepsgeheim – zoals dat al jaren van toepassing is op o.a. advocaten, geneesheren en externe accountants – uitgebreid naar de personen die ingeschreven zijn op de lijst van de externe belastingconsulenten of op het tableau van de erkende boekhouders of van de erkende boekhouders-fiscalisten.
VERPLICHTING.
Maar voor wat, hoort wat. Tegenover het voordeel van de titelbescherming en van het beroepsgeheim staan talrijke verplichtingen. Wie ingeschreven wordt op de lijst van de belastingconsulenten of op de lijst van de erkende boekhouders-fiscalisten, moet lidgeld betalen. Hij zal zich moeten houden aan de voorschriften inzake permanente vorming, wat betekent dat hij elk jaar een minimum aantal uren seminaries en vormingscursussen zal moeten volgen. Voorts zal hij ook het deontologisch toezicht moeten dulden van het Instituut waarbij hij ingeschreven is.
Een en ander impliceert dat hij door zijn beroepsinstituut op het matje geroepen kan worden en dat hij eventueel disciplinair kan worden gestraft. Die sancties kunnen gaan van een eenvoudige waarschuwing tot een definitieve schrapping van de lijst.
FISCAAL.
Voor de belastingconsulenten en voor de accountants krijgt dit deontologisch toezicht een bijzondere fiscale betekenis. Zij kunnen voortaan immers ook disciplinair worden gestraft wanneer zij “bij het uitoefenen van hun fiscale activiteiten de rechten van de Schatkist manifest schenden of misbruik maken van de fiscale procedures”. Die fiscale activiteiten zijn: het verstrekken van fiscaal advies, het vertegenwoordigen van belastingplichtigen, of het bijstaan van belastingplichtigen bij het nakomen van hun fiscale verplichtingen.
In hoeverre fiscale gedragingen disciplinair zullen worden gesanctioneerd, zal de praktijk moeten uitwijzen. Feit is dat belastingconsulenten en accountants – meer dan vroeger – op hun fiscale tellen zullen moeten letten. Weliswaar bestonden voorheen ook al mogelijkheden om belastingadviseurs een tijdelijk beroepsverbod op te leggen of het recht te ontzeggen belastingplichtigen nog te vertegenwoordigen. Maar van die mogelijkheden is in de praktijk haast nooit gebruikgemaakt. Zij vergen immers de tussenkomst van de strafrechter of van de minister van Financiën. Bovendien zijn de straffen heel zwaar.
De disciplinaire tucht die in de nieuwe beroepsreglementering door de beroepsinstituten uitgeoefend wordt, werkt veel soepeler, en de waaier aan mogelijke sancties is veel breder. De kans op een tuchtstraf voor belastingconsulenten en accountants die het op fiscaal gebied niet zo nauw nemen, mag derhalve niet onderschat worden.
Vraag is alleen wat verstaan moet worden onder het “manifest schenden van de rechten van de Schatkist”, of “het misbruik maken van de fiscale procedures”. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat daarmee onder meer de gevallen bedoeld worden waarin belastingconsulenten of accountants zich bezondigen aan het systematisch indienen van “ongegronde” bezwaarschriften, of aan het bedrieglijk meewerken aan fiscale fraudemechanismen.
WITWAS.
De belastingconsulenten betalen voor hun beroepsreglementering nog een andere prijs. Van de gelegenheid is immers gebruikgemaakt om de zogenaamde “witwaswetgeving” ook van toepassing te maken op de personen die ingeschreven zijn op de lijst van de externe belastingconsulenten en op de personen die ingeschreven zijn op het tableau van de boekhouders en op dat van de erkende boekhouders-fiscalisten (in navolging van de bedrijfsrevisoren en de externe accountants die al eerder aan dezelfde witwaswetgeving onderworpen werden).
Deze “witwaswetgeving” houdt in dat de geviseerde personen verplicht zijn hun cliënten te “identificeren” en dat zij verdachte operaties moeten melden aan de Cel voor financiële informatieverwerking. Voor externe belastingconsulenten en boekhouders impliceert een en ander (net zoals dit voor bedrijfsrevisoren en externe accountants reeds voorheen het geval was) dat zij de Cel moeten contacteren zodra zij in de uitoefening van hun beroep feiten vaststellen waarvan zij weten dat ze verband houden met het witwassen van geld of die bewijsmateriaal voor het witwassen van geld kunnen vormen.
Van witwasoperaties is slechts sprake wanneer geld verborgen wordt gehouden dat afkomstig is van in de wet omschreven misdrijven. Mensenhandel is daar een voorbeeld van. Of nog, illegale drugshandel, terroristische activiteiten, georganiseerde misdaad, enz.
Ook verdoezeld geld dat afkomstig is van ernstige en georganiseerde fiscale fraude waarbij bijzonder ingewikkelde mechanismen of procédés van internationale omvang worden aangewend, valt onder de noemer van witwasoperaties. BTW-carrousels of het internationaal opzetten van fraudemechanismen door het werken met schermvennootschappen zijn daar voorbeelden van.
Belastingconsulenten, enz., die op de hoogte komen van dergelijke constructies of – erger nog – die zouden overwegen om aan dergelijke constructies hun medewerking te verlenen, zullen dus dubbel moeten uitkijken. Niet alleen riskeren zij daarvoor disciplinair te worden gestraft (zie hoger), maar bovendien riskeren zij in aanvaring te komen met de “witwaswetgeving”. Die wetgeving verstaat immers onder het “witwassen van geld” niet alleen het omzetten van geld dat van BTW-carrousels of van andere ingewikkelde internationale fiscale fraudecircuits afkomstig is om aldus de illegale herkomst van die gelden te verbergen, maar ook het meehelpen aan dergelijke transacties of zelfs het eenvoudig advies verstrekken omtrent zulke operaties.
BESLUIT.
De belastingconsulenten hebben een dure prijs betaald voor hun beroepsreglementering: een verregaande maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Totnogtoe is men er doorgaans van uitgegaan dat een fiscaal adviseur slechts één enkel belang te dienen had : dat van zijn cliënt. Dat is verleden tijd. Wie de beschermde titel van belastingconsulent wil voeren, moet voortaan verder kijken dan het uitsluitend belang van zijn cliënt. Ook de “rechten van de Schatkist” vormen nu een referentiepunt (zo niet riskeert men disciplinaire sancties). Bovendien eist de “witwaswetgeving” dat de belastingconsulenten actief meewerken aan het melden van verdachte operaties.
En wat dan met de cliënt die al dan niet op ongelukkige wijze betrokken is geweest bij een BTW-carrousel en op zoek gaat naar advies over wat hem nu te doen staat ? Kan hij nog bij een belastingconsulent, accountant of boekhouder terecht ? Allicht niet, want zij zijn verplicht om de verdachte witwaspraktijken te melden. Hem rest alleen nog zijn biechtvader of advocaat. Want de eerste is door het biechtgeheim, en de tweede door het beroepsgeheim gebonden. En geen van beiden zijn tot nader order aan de meldingsplicht onderworpen.
De idee om ook de advocaten bij de witwaspreventie te betrekken, is al wel door de voormalige minister van Financiën geopperd, maar tot nader order nog niet gerealiseerd. Rest straks alleen nog de biechtvader ?
Jan Van Dyck is jurist.
JAN VAN DYCK
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier