Betalen zullen ze, de 20- tot 45-jarigen
De 20- tot 45-jarigen krijgen de vergrijzing als een financiële tsunami over zich heen, maar deze minderheidsgroep mokt in stilte. Koen De Leus schreef een boek om hen een stem te geven. “Je kunt toch niet alles afschuiven op de volgende generaties? Ik vind dat wraakroepend.”
Een economische nachtmerrie. Zo heet het eerste hoofdstuk van het boek Naar grijsland – De uitvaart van onze welvaart. Auteur is Koen De Leus, ex-hoofdeconoom van De Tijd en sinds kort markets specialist bij Bolero, de onlinebroker van KBC Securities. Ruim drie jaar bloed, zweet en tranen steken in het boek, en De Leus stelde gisteren, woensdag 15 maart 2006, het eindresultaat voor. Paul Huybrechts, ex-directeur van Uitgeversbedrijf Tijd, hielp mee alles vlot op papier te zetten.
Het boek opent met een fictief artikel in de krant De Tijd van 2049: “Economen ramen de trendgroei voor de eurozone op 0,3 %. Dit haalden we ook dit jaar niet. Maar de groei met 0,1 % geeft aan dat we de recessie achter ons laten. Het is voor de eerste keer sinds het dramatische jaar 2040 (de eurocrisis) dat de eurozone nog eens groeit.”
Op de volgende bladzijden ontvouwt de auteur een doemscenario, dat volgens hem nog niet eens het ergste is dat je kunt bedenken: nauwelijks groei, lage productiviteit, hoge schuldgraden (139 % van het bbp voor de OESO-landen) en een euromuntcrisis. Pas in 2050 is de tsunami van de vergrijzing achter de rug. “De overlevenden kunnen aan de wederopbouw beginnen,” zo besluit Koen De Leus het eerste hoofdstuk.
Toeslaan dat boek, en kop in het zand – dat lijkt na de lectuur van dat hoofdstuk een logische reactie. Begrijpelijk, maar wel verkeerd. “De toestand is ernstig, maar niet hopeloos,” zegt Koen De Leus.
TRENDS. Waarom is de toestand niet hopeloos?
KOEN DE LEUS. “Een stevige economische groei volstaat om het vergrijzingsvraagstuk te ontmijnen. De simulaties van de Vergrijzingscommissie tonen het ook aan: bij een groei van 2 % is er geen groot probleem, op voorwaarde dat je de kosten in pensioenen en gezondheidszorg onder controle houdt. Maar die groei komt er niet vanzelf, zoals de vakbonden beweren. Ja, een groei van 2 % is historisch gezien een vanzelfsprekendheid. Maar tussen 2025 en 2050 daalt de beroepsbevolking met 1 %. Dat betekent dat we het jaar starten met een economische krimp van 1 %. We kunnen die beroepsbevolking op peil houden door de werkgelegenheidsgraad op te trekken van 61 % nu naar 68 à 70 %. Dan is er geen probleem. Maar dan moet je soms pijnlijke maatregelen nemen, en aan die show willen de vakbonden niet meedoen.”
Zijn de vakbonden te conservatief om veranderingen te aanvaarden?
DE LEUS. “Ik werd een tijd terug gevraagd voor een debat met Gilbert De Swert van het ACV. Tot ze hoorden dat ik toch wel heel kritisch was. Plots kon het niet doorgaan, omdat het zogezegd geen debat zou worden. De vakbond steekt zijn kop in het zand. Ze willen de waarheid niet weten. Wat anderen zeggen, kan hen niet schelen. Als je al niet wilt praten over het probleem… België staat nog nergens. Het eerste rapport van de Vergrijzingscommissie dateert van 2000, en vijf jaar later is er een Generatiepact dat alleen de mentaliteit verandert. Voor de rest is er bijna niets gebeurd. Het is nog niet te laat, maar haast is wenselijk.”
Niemand ligt blijkbaar wakker van het vergrijzingsvraagstuk?
DE LEUS. “De politici hebben er electoraal geen belang bij om de vergrijzing aan te pakken. Wat kan het hen schelen dat de vergrijzing over tien jaar de groei de keel zal dichtknijpen? Van de politici moeten we dus niet veel verwachten. Het begrotingsbeleid is een farce. De rentefactuur is nu jaarlijks 10 miljard euro lager dan in 1999. Had je dat bedrag opzijgezet, dan was de vergrijzing budgettair vrijwel opgelost. En dan komt Johan Vande Lanotte (SP.A) trots zwaaien met begrotingen in evenwicht. Dat is een verschrikkelijke houding. En wat kan het de vakbonden schelen? Ook hun topmensen moeten nú herverkozen worden. Ze gaan niet onder hun eigen duiven schieten door te praten over langer werken. Ook van de oudere werknemers moet je niet te veel solidariteit verwachten. Het zit niet in de mens. Het is schrijnend te horen zeggen: laat onze generatie met rust. Dat doet me huiveren. En van de enige groep die zou moeten revolteren – de 20- tot 45-jarigen – hoor je niets. Het is een zwijgende minderheid. Daarom heb ik dit boek geschreven, om die groep een stem te geven.”
Riskeren we een heus generatieconflict bij onveranderd beleid?
DE LEUS. “Ik vrees van wel. De jongeren zullen moeten betalen in de wetenschap dat ze nooit zelf van het systeem zullen kunnen genieten.”
Behoort u ook tot de generatie die twee keer betaalt?
DE LEUS. “Ja, maar ik schreef dit boek niet voor mij, want ik behoor nog tot de generatie die iets zal terugkrijgen van de sociale zekerheid. Maar mijn twee kinderen ( nvdr – respectievelijk 3 jaar en 7 maanden oud) kunnen daar niet meer van genieten. Daar ben ik zeker van.”
Toch noemt u in het boek de pensioenfactuur beheersbaar. Hoe komt dat?
DE LEUS. “Er zijn veel trucs om de vis in het water te verdrinken, zoals maximumpensioenen, het optrekken van de pensioenleeftijd of het uithollen van de welvaartsvastheid. En als er een land is dat die trucs kent, is het wel België. We hebben die maatregelen in de jaren negentig al genomen. Maar het is vreemd dat nu het pensioenvraagstuk onder controle is, men de teugels wat laat vieren door bijvoorbeeld de pensioenen te willen aanpassen aan de welvaart.”
Is dat niet terecht? Het minimumpensioen is al vrij laag in België.
DE LEUS. “Juist, maar vergeet niet dat in het verleden de pensioenen veel sneller stegen dan de economische groei. We tenderen nu naar een basispensioen. Als de mensen dat weten, kunnen ze zich tenminste voorbereiden.”
Moet er solidariteit komen tussen de stelsels? Denk aan de ambtenarenpensioenen.
DE LEUS. “Het hoge ambtenarenpensioen is wraakroepend. Het gemiddelde ambtenarenpensioen bedraagt bruto 1930 euro, voor werknemers is dat 880 euro. Een ambtenaar met een volledig pensioen krijgt gemiddeld 81 % tot 95 % van het laatste nettoloon, voor werknemers is dat gemiddeld 60 %. En in het Generatiepact blijven de ambtenaren volledig buiten schot. Karel Stessens, de voorzitter van de socialistische overheidsvakbond ACOD, noemde dat in zijn maandblad een overwinning. Waar zijn we mee bezig? Je kunt toch niet alles afschuiven op de generaties die volgen op de babyboomers?”
Mensen moeten langer werken. Dat houdt echter het risico in dat de productiviteit gaat afkalven, omdat de nieuwkomers – ouderen en werklozen – minder productief zijn. Hoe gevaarlijk is dat?
DE LEUS. “De productiviteit kan wel dalen, maar er ontstaat zeker meer output. De eindrekening zal positief zijn. Productiviteit is een geweldig grote hefboom, maar zal het probleem niet oplossen. Sommige economen denken dat we door meer innovatie aan het Amerikaanse niveau van 2,5 % productiviteit kunnen geraken. Ik geloof dat niet. De schaalvoordelen die je in VS hebt, kan je hier nooit verwezenlijken. Het overgrote deel van het verschil in productiviteitswinst wordt in de distributie geboekt. Omdat je in de VS grote supermarkten buiten de steden hebt. Mensen hebben er heel grote diepvriezers en stoppen daar grote verpakkingen in. Dat zijn schaalvoordelen die hier ondenkbaar zijn. Vrachtwagens zijn in de VS twee keer zo groot en ze staan niet in de files. Onze productiviteit zal nooit op het niveau van de VS geraken.”
De gezondheidszorg is volgens u het grootste probleem. Het lijkt ook alsof we daar nog het verst afstaan van de remedies die u voorschrijft?
DE LEUS. “De vergrijzingsknoop zit vooral in de gezondheidszorg. Van 1970 tot nu is het aandeel in het bbp van de gezondheidsuitgaven al verdubbeld, hoewel ongeveer alles al is geprobeerd om die kosten onder controle te houden. De OESO voorspelt nog een verdubbeling van de kosten.”
Welke oplossingen schuift u naar voren?
DE LEUS. “We hebben nood aan een nieuw systeem van vergoeding van medici. Vandaag creëert de dokter zijn eigen vraag. Dat stimuleert de overconsumptie. De dokter wordt nu betaald per prestatie. De betaling van een forfaitair bedrag per jaar zou beter zijn. Dan zal de arts geneigd zijn zo weinig mogelijk te doen en dan krijgen we minder consumptie. Dat moeten we doelgericht corrigeren: de arts krijgt bijvoorbeeld een extra bedrag als hij meer dan 80 % van de vijftigplussers vaccineert tegen griep. En al wie efficiënt werkt, geef je ook een extra bedrag.
“Het tweede deel van de oplossing is evidence based medicine. Daar zijn we niet zo ver van verwijderd met de oprichting van het Kenniscentrum. Gezondheidszorg is geen kunst, maar een wetenschap. 80 % tot 90 % van de ziekten kan je kostenefficiënt behandelen op een bepaalde vastgelegde manier. Het probleem is dat dokters denken dat ze een kunst bedrijven en dat ze kunnen doen en laten wat ze willen. In Nederland treden de mutualiteiten op tegen artsen die te veel voorschrijven. Dat kan in België ook. Waarom doen ze dat dan niet?”
U wilt de mutualiteiten afschaffen. Dat is vrij radicaal. Uw voorwoordschrijver, de Vlaamse minister-president Yves Leterme, is het er niet mee eens.
DE LEUS. “De administratie van de mutualiteiten draaiende houden, kost evenveel als wat de medici verdienen. Wat betalen we dan: de verzorging of de administratie?”
Neem het voorbeeld van een tachtigjarige die een zeer dure operatie nodig heeft. Ga je zeggen dat die operatie niet kan?
DE LEUS. “Dat is zeer moeilijk, maar ik denk dat een debat zonder taboes moet kunnen. Wat doe je met iemand die je pillen geeft tegen cholesterol, maar die man blijft frieten eten als een Belg, drinken als een Duitser en roken als een Turk? Als hij na een paar verwittigingen zijn levensstijl niet verandert, dan ben ik voorstander om die pillen niet meer terug te betalen. Omdat je dat geld efficiënter kunt inzetten om iemand anders te helpen. Hetzelfde met die Amerikaanse vrouw die een paar maanden geleden koste wat kost in leven moest gehouden worden. Sorry, maar dat is een geweldige verspilling van geld, zonder dat je er iets voor in de plaats krijgt. Je hebt een budget en daar moet je een doel mee bereiken. Je moet keuzes maken, maar maak ze wel objectief.”
De volkswijsheid ‘gezondheid gaat boven alles’ gaat niet meer op?
DE LEUS. “Dat is niet betaalbaar. Maar het ligt zeer gevoelig. Ik ga me met veel van die stellingen niet populair maken, maar ik vind dat het af en toe wel eens gezegd mag worden. Ik streef niet naar een politieke carrière.”
Over Wallonië schrijft u een zeer scherp hoofdstuk.
DE LEUS. “Elk jaar gaat 6,5 miljard euro naar Wallonië. Dat is 4 % van de welvaart van de Vlamingen en voor hen is dat een bijkomend inkomen van 8 %. Ik heb er geen probleem mee, omdat de mensen daar armer zijn (ze zitten op 75 % van het welvaartspeil van de Europese Unie), maar dan moet er wel iets effectiefs met dat geld gebeuren. Nu wordt het uitgekeerd aan de werklozen. Er staan geen productieve investeringen tegenover. Je kunt dat niet oneindig volhouden. De vergrijzing gaat sneller in Vlaanderen. Als dat begint te wegen, dan zullen de debatten bitsiger worden.
“In Wallonië moeten serieuze maatregelen genomen worden. Ten eerste het aanwakkeren van de ondernemingszin. Als je ziet hoe in enquêtes Walen tegenover ondernemers staan… Dat is een beetje zielig. Ten tweede is er het cliëntelisme. De Waalse overheid stelt relatief gezien 40.000 meer mensen tewerk ten opzichte van Vlaanderen. Dat is verspilling en ook nog eens verdoken werkloosheid. Er zijn veel problemen die je op regionaal niveau moet oplossen. De splitsing van bevoegdheden lijkt me aangewezen.”
U bent geen voorstander van een volledige splitsing van België?
DE LEUS. “Ik ben voor de Europese gedachte. China telt 1 miljard inwoners, Europa 400 miljoen. China zal alleen met grote blokken onderhandelen. In zo’n globalisering ga je toch niet Vlaanderen splitsen van Wallonië?”
Hoe belangrijk is zwartwerk?
DE LEUS. “We zitten met 22 % van het bnp zwartwerk. Dat is 57 miljard euro. Enkel Italië en Griekenland doen slechter. Het gaat om jaarlijks 30 miljard euro belastingverlies. Tegen 10 miljard euro vergrijzingkost. Daar heb je dus een piste. Als we de zwarte economie met 20 % verminderen, geeft dat enkele miljarden per jaar die we kunnen investeren in lastenverlaging. Dan zal ook de reden voor zwartwerk weggenomen worden. Want dienstencheques bewijzen dat er zwartwerk is omdat arbeid veel te duur is. Er moet ook meer controle zijn en men moet repressief optreden. Zwartwerk wordt nu gedoogd. Dat kan absoluut niet. In Zweden krijgen mensen twee tot vier jaar gevangenisstraf voor zwartwerk. Ik zeg niet dat we zover moeten gaan, maar je moet harder optreden dan nu. Nultolerantie kan wel enkel als de voorwaarden er zijn. Met andere woorden: als iedereen die zich een tuinman wil veroorloven dat kan betalen.”
Dat heeft ook veel met mentaliteit te maken. De Zweden geloven in hun overheid en krijgen er veel van terug.
DE LEUS. “Ja, je hebt een overheid nodig die geloofwaardigheid uitstraalt. Daar zitten we nu met een probleem. Dat omkeren zal tijd vragen. Jammer dat we al zoveel tijd hebben verloren. We hebben nog een lange weg te gaan.”
Daan Killemaes, Guido Muelenaer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier